5 toppers in de Cotentin

Hoewel tamelijk onbekend, heeft het noordelijke deel van het Franse departement La Manche in Normandië charme te over. Hier alvast vijf goede redenen – al kunnen we er véél meer bedenken – om af te reizen naar het schiereiland Cotentin.

1. LANDSCHAPPEN VAN WELEER

Het schiereiland Cotentin ligt een eind van de grote verkeersassen af. Toeristen, zeker buitenlandse, zijn er eerder schaars. Het is er dus nooit over de koppen lopen, zelfs niet aan zee en zelfs niet in het hoogseizoen. In het noorden trakteert de kustlijn je op schitterende, heuvelachtige landschappen die steil aflopen naar zee. Van bebouwing geen spoor. In het binnenland worden de weilanden nog altijd beschut door stenen muurtjes en door hagen die vaak behoorlijk hoog zijn. Het Normandische coulissenlandschap – hier spreken ze van bocage – dat elders helaas is verdwenen, is hier intact gebleven.

2. STERKE STROMING BIJ RAZ BLANCHARD

Op de noordwestelijke punt van de Cotentin ligt La Hague, bekend van zijn opwerkingsfabriek voor hoogradioactief afval. Maar gelukkig krijgje die niet te zien vanaf de magnifieke kustlijn, waar je heerlijk kan wandelen over paden die hoog boven de zee langs de flanken van de heuvels slingeren. Vooral het traject dat van Nez de Jobourg langs de baai van Ecalgrain naar de vuurtoren van Goury loopt, is de moeite waard.

Als je vanuit het iets hoger gelegen dorp Auderville naar de vuurtoren kijkt, merk je dat de zee erachter bijzonder woelig is: dat is Raz Blanchard, waar de stroming tot 22 km per uur kan halen. Landrotten wagen zich hier maar beter niet op of in het water! Iets verderop ligt Port Racine, de kleinste haven van Frankrijk.

Een eindje zuidwaarts, in Biville, torent een kruisbeeld – de Calvaire des Dunes – 125 meter boven de baai van Vauville en zijn ongerepte duinen uit. Spectaculair! Als je via de GR 223 van Carteret tot vlak bij Cherbourg wandelt – een traject van ongeveer 80 km – kan je voortdurend genieten van dergelijk subliem kustlandschap. De Cotentin is dan ook een paradijs voor wandelaars.

3. CHERBOURG EN LE REDOUTABLE

In 1912, vier dagen voor de fatale ramp, legde de Titanic nog aan in Cherbourg. En in 1944 werd de haven door toedoen van de geallieerden de meest bedrijvige van de hele planeet. Dankzij haar kunstmatige ankerplaats – tot 2006 de grootste ter wereld – veroverde Cherbourg een plek in de maritieme geschiedenis. Wie zeebenen heeft, kent Cherbourg. De enige grote stad op het schiereiland Cotentin werd recent nog uitgekozen als nieuwe eindbestemming voor de Rolex Fastnet Race, een mythische offshorewedstrijd voor zeilboten.

In 1933 werd een imposant treinstation ingehuldigd in het deel van de haven waar de schepen aan hun trans-Atlantische oversteek begonnen. Dat treinstation is nu de Cité de la Mer, een wetenschappelijk en toch ludiek museum waar je evengoed de fauna van de oceanen als de kajuiten van de Titanic kan bewonderen. En uiteraard mag je in geen geval nalaten de atoomduikboot Le Redoutable te bezoeken.

In het kielzog van de filmmusical Les Parapluies de Cherbourg ontstond het gelijknamige paraplumerk – al heet dat eigenlijk Le Parapluie de Cherbourg. Het atelier, dat je kan bezoeken, en de winkel zijn ondergebracht in een fraai gebouw aan de quai Alexandre III. Een adres dat elegantie op zijn Frans hoog in het vaandel draagt.

Ben je dol op huizen met een ziel? Kuier dan zeker door de oude wijken van de stad. Behalve de Cour Marie, waar een mythische scène uit de film werd gedraaid, ontdek je op het einde van de rue au Blé enkele statige panden. Sommige hebben een toren met wenteltrap. Een vrij onbekend, maar buitengewoon interessant stukje Cherbourg.

4. SAINT-VAAST EN TATIHOU

Saint-Vaast-La-Hougue werd in 2019 uitgeroepen tot meest geliefde dorp van de Fransen. Saint-Vaast, zowel vissers- als plezierhaven, is ook erg in trek door alles wat het dorp en de omgeving te bieden hebben: een gezellig drukke zaterdagmarkt, tal van restaurantjes, de beroemde kruidenier Gosselin, vissers die hun vangst rechtstreeks aan de man brengen en een kleine scheepswerf waar je het werk van nabij kan bekijken. Ook op zijn historisch erfgoed mag het dorp best trots zijn: naast een ontroerende kapel ter nagedachtenis van diegenen die op zee het leven lieten, vind je er ook twee forten, allebei ontworpen door Vauban en allebei op de Unesco Werelderfgoedlijst.

Een van beide forten, het Fort de la Hougue, beslaat een heel schiereiland. Een fraai wandelpad volgt de contouren van dit stuk land in zee. Het andere fort bevindt zich op het nabijgelegen eiland Tatihou, pal tegenover de haven. De oversteek maak je aan boord van een amfibievoertuig. Al kan je er bij laagtij ook te voet naartoe, dwars door de oesterbanken. Helemaal droog blijven je voeten daarbij niet! Een originele en beklijvende excursie.

Op het eiland, dat op het zuiden prat kan gaan op een zandstrand, bezoek je zowel het fort met bijbehorende toren als het lazaret, een complex van kleine gebouwen in een charmant park van 4 hectare. Hier moesten scheepsbemanning en lading in quarantaine tijdens de pestepidemie van 1720.

Vandaag zijn hier een woonhuis, een restaurant en een maritiem museum ondergebracht. En goed nieuws: in het voorjaar van 2022 opent, verspreid over diverse kleine huisjes van het lazaret, een viersterrenhotel. Een aanvulling op het handvol vakantiehuisjes waarin je nu al kan overnachten op het charmante eiland Tatihou.

Ook in de omgeving van Saint-Vaast valt heel wat te ontdekken: tien kilometer noordwaarts ligt het dorp Barfleur, in de middeleeuwen een belangrijke haven. Van hieruit vertrok de hertog van Normandië, Willem de Veroveraar, ooit naar Engeland, om de Engelsen uiteindelijk een zware slag toe te brengen bij Hastings. Enkele kilometers noordwaarts staat de vuurtoren van Gatteville, de op een na hoogste van Frankrijk. Klim zeker naar de top: het uitzicht is er adembenemend.

5. MARAIS BLANCS

Het zuidelijke deel van de Cotentin is zo plat als een pannenkoek. In die mate zelfs dat de overvloedige regen in de herfst en de winter niet kan wegstromen naar zee. Resultaat: om en bij de 25.000 hectare moerasgrond en laaggelegen weilanden komen dan geleidelijk aan blank te staan! Sommige wegen worden afgesloten. Andere blijven bruikbaar, al heb je de indruk dat je met de auto dwars door een meer rijdt. Een winterse tocht door het overstroomde moerasland is een bijzondere ervaring. De locals noemen het fenomeen marais blancs, ook al is het moeras tegenwoordig niet meer zo vaak wit en bevroren – de laatste keer was in december 2009.

Het Parc Naturel Régional des Marais du Cotentin et du Bessin beslaat bijna 1.500 km2 en is een paradijs voor vogelspotters en wandelaars. Je kan het natuurpark ook met de boot verkennen. Inlichtingen in het Maison du Parc, in Saint-Côme-du-Mont, vlakbij Carentan. Zin om de beschaving (een poosje) achter je te laten? Op dan naar het piepkleine Brévands en verder naar het estuarium Baie des Veys. Hier strekken de polders zich uit zo ver je kan kijken en dan kom je aan... het einde van de wereld.