48 uur in Grenoble

Grenoble is een plek van paradoxen, met een rijke geschiedenis, maar met het oog op de toekomst gericht. De Alpenstad is makkelijk bereikbaar met de tgv: een ideale bestemming dus voor een originele citytrip.

Sommigen beweren dat de Franse revolutie hier begonnen is, want op 7 juni 1788 brak in Grenoble een volksopstand uit. Die dag – beter bekend als la Journée des Tuiles, dag van de dakpannen – bekogelden opstandelingen de ordetroepen met dakpannen vanop de daken. Een verzet dat tot het bijeenroepen van een Staten-Generaal leidde om een nieuwe politieke orde vast te leggen en die uiteindelijk uitmondde in de gebeurtenissen van 1789.

Bijna 250 jaar later is Grenoble nog steeds een voorloper: de stad groeide uit tot universiteitsmetropool en draagt dit jaar de titel European Green Capital 2022 omwille van haar milieubewuste visie, met een sterke nadruk op zachte mobiliteit en duurzame innovaties. Grenoble kijkt dus vooruit, maar blijft wel een stad met een rijke geschiedenis en erfgoed, waar het aangenaam flaneren is, vol verrassingen onderweg. Een ideale bestemming voor een verlengd weekend. Of een leuke stop op weg naar een skivakantie. Met dit 48-urenplan loop je geen enkel hoogtepunt mis.

Dag 1, ochtend: in vogelperspectief

Hoe een beter overzicht krijgen dan de dag te starten met een prachtig panorama. Zeker in Grenoble, want de stad nestelt in een vallei die volledig door bergen is omgeven, ingeklemd tussen de massieven van de Vercors, de Belledonne en de Chartreuse. Deze geografische ligging zorgt voor een aantal adembenemende uitzichten op de stad. Een van de populairste viewpoints is dat vanop de Bastille, een voormalig 19de-eeuws fort dat boven de stad uittorent. Liefhebbers kunnen een mooie wandeling (5 km) maken om de burcht te bereiken, maar je kan ook instappen in een van de markante bolvormige cabines van de stedelijke kabelbaan, een van de oudste van Frankrijk en intussen een symbool van de stad.

Dag 1, namiddag: oude kern ontdekken

De geschiedenis van Grenoble gaat helemaal terug tot de oudheid, er valt dus veel te ontdekken! Het oude centrum oogt relatief klein, maar heeft mooie verrassingen in petto. Op de hoek van elk steegje wacht weer een nieuwe indruk. Hier in willekeurige volgorde een aantal pareltjes: het voormalige Parlement van de Dauphiné met prachtige gotisch-renaissancistische gevel, de Table Ronde, het op een na oudste en nog actieve literaire café van Frankrijk (1739), de statige herenhuizen met hun charmante maar goed verborgen binnenplaatsen. Het stadscentrum met uitdijende voetgangerszone is erg levendig, met veel bars en restaurants die door studenten worden gefrequenteerd. Hier hangt een dynamische, vrolijke sfeer. Er zijn ook veel kleine winkels, die mee de ambachtelijke knowhow in stand houden waarvoor de stad bekend stond. Ga maar eens binnen bij handschoenenmaker Lesdiguières, een van de laatste zaken met elegante op maat gemaakte geitenleren handschoenen, die door de jaren heen de handen van tal van beroemdheden hebben getooid.

Neem zeker ook een kijkje op de andere oever van de rivier Isère, in de voormalige volkswijk Saint-Laurent. Daar vind je het lokale Little Italy, maar met veel meer dan enkel pizzeria’s. De oude kerk van Saint-Laurent is op een Gallo-Romeinse necropolis gebouwd en herbergt een belangrijke archeologische site, met prachtig bewaarde crypte uit de 6de eeuw.

En vergeet in Grenoble vooral niet omhoog te kijken. ‘Aan het einde van elke straat rijst een berg op’, zo omschreef schrijver Stendhal zijn geboortestad. Toch is Grenoble ook een van de vlakste steden van Frankrijk, met dank aan een oude gletsjer die de valleibodem geduldig heeft uitgeschuurd. Je kan hier dus zonder veel fysieke inspanning rondstruinen.

Dineren, lunchen, of gewoon een glas

De universiteit van Grenoble ontvangt elk jaar studenten uit de hele wereld. Dit zorgt voor een mooie mix van invloeden en culturen, wat zich vertaalt in een zeer gediversifieerd horeca-aanbod. Eethuizen met wereldkeuken en veganistische restaurants (wij hebben ze getest: het is wat wennen, maar zeker niet slecht) leven harmonieus samen met etablissementen die meer rustieke en lokale gerechten aanbieden. Vind je hier geen spek voor je bek, dan ben je echt wel kieskeurig.

De streek produceert ook lokale wijnen, les vins de Pays de l’Isère, soms gemaakt van lokale druivensoorten. Maar Grenoble wordt toch eerder geassocieerd met bier, vanwege de studentenfolklore. De stad telt veel nanobrouwerijen, die ter plaatse kleurrijke biertjes produceren, in kleine hoeveelheden. Maar dat wil niet zeggen dat wijn- of pakweg theeliefhebbers hier op hun honger blijven, er zijn themacafés voor elk publiek.

Dag 2, ochtend: Buitenwijken, Haussmann en streetart

De buurten buiten het historische centrum zijn in de meeste steden vaak minder charmant en niet altijd het bezoeken waard. Niet zo in Grenoble, want in de 19de-eeuwse Haussmannwijken, die getuigen van de eerste industriële bloei van de stad, hangt er een Parijs sfeertje. Dankzij de gietbetontechniek zijn sommige gevels overvloedig gedecoreerd met olifanten, griffioenen, plantenmotieven... Ze geven met hun vrolijke fantasie wat pit aan deze nogal conservatieve architectuur.

Ook zielloze gebouwen uit de tweede helft van de 20ste eeuw of opgericht voor de Olympische Winterspelen van 1968 worden niet aan hun lot overgelaten: het Street Art Festival van Grenoble transformeert ze geleidelijk in monumentale hedendaagse kunstwerken. Fresco’s, tijdelijke of permanente installaties, standbeelden... Er is zoveel te zien dat er vijf verschillende routes zijn uitgestippeld om al dat moois te ontdekken.

Dag 2, namiddag: cultuur of DE bergen

In haar lange geschiedenis was Grenoble nooit een groot artistiek centrum, maar toch is het de thuisbasis van een van de grootste en rijkste musea voor schone kunsten van Frankrijk en ook van het oudste museum voor hedendaagse kunst. Want een voormalig directeur van het Musée de Grenoble had een goede neus voor kunst. In de eerste helft van de 20ste eeuw tikte hij voor een zacht prijsje een aantal werken op de kop van toen nog verguisde kunstenaars, die later erg beroemd werden: Kandinsky, Matisse, Braque, Modigliani, Warhol, Picasso... Alleen daarvoor al komen mensen naar Grenoble.

Maar bij mooi weer heb je misschien geen zin om je tijd binnenskamers door te brengen. Trek er dan op uit om de wijde bergomgeving rond de stad te verkennen. Op amper een kwartiertje rijden snuif je al de bergsfeer op in kleine Alpendorpjes vol chalets. Je kan ook al wandelend vanuit het stadscentrum hogere oorden opzoeken. Je komt geregeld mensen in wandeluitrusting tegen, voorzien van sneeuw- of trekkingsschoenen, klaar om de strijd aan te gaan met de 820 km gemarkeerde paden die de regio doorkruisen. Dat zijn vaak stevige kuitenbijters, omdat het hoogteverschil onderweg behoorlijk kan oplopen. Maar ook skiliefhebbers komen hier tijdens de winter ruim aan hun trekken op de vele pistes in de buurt. Al op een paar kilometer van de stad kan je de latten aanbinden. Sport, skiën, lekker eten, verrassende bezienswaardigheden... Of heb je misschien nog andere wensen?