12 vragen over beleggingsfondsen

Beleggingsfondsen zijn erg populair bij spaarders en beleggers. Maar hoe werkt zo’n fonds? Wat kost het? Waarover kan je onderhandelen? En waarop moet je letten?

Een beleggingsfonds kan je het best vergelijken met een grote gemeenschappelijke spaarpot. Als je als spaarder geld in dit fonds steekt, krijg je een deelbewijs in de plaats. Het geld dat op die manier wordt verzameld wordt door de fondsbeheerder belegd in obligaties, aandelen, cash, enz. Een fonds is dus ideaal voor wie geen tijd of zin heeft om de juiste obligaties uit te kiezen, uit te zoeken wanneer hij aandelen moet aan- en verkopen, enz. De fondsbeheerder, een professional, doet alles voor jou. Een fonds belegt doorgaans ook in minstens 30 waarden (obligaties, aandelen), zodat je vanaf de eerste euro die je erin stopt al een mooie spreiding hebt.

1 Welke soorten fondsen bestaan er?

Veel fondsen bestaan in een distributie- en een kapitalisatieversie. Distributiefondsen keren hun inkomsten in principe uit in de vorm van een dividend aan de eigenaars van de deelbewijzen van het fonds. Kapitalisatiefondsen herbeleggen hun inkomsten (interesten en dividenden).

Daarnaast kan je de fondsen ook indelen volgens de activa waarin ze beleggen. Er zijn aandelenfondsen, obligatiefondsen, gemengde fondsen (aandelen én obligaties), cashfondsen (die beleggen in termijnrekeningen en kortlopend schuldpapier), vastgoedfondsen en kapitaalgarantiefondsen (meer daarover verderop). Binnen elke categorie heb je dan ook nog eens subcategorieën. Zo heb je binnen de obligatiefondsen, fondsen die beleggen in Europese staatsobligaties, Europese bedrijfsobligaties, wereldwijde obligaties, obligaties in Amerikaanse dollar, groeilanden, enz.

2 Kan je vlot in- en uitstappen?

Bijna 99% van de beleggingsfondsen die in België worden gekocht, zijn open, wat betekent dat je op elk moment kunt in- en uitstappen. Het gaat daarbij vooral om de bekende zgn. beveks en sicavs.

In een gesloten fonds is het enkel mogelijk om deelbewijzen te kopen als beleggers bereid zijn hun deelbewijzen te verkopen. De vraag en het aanbod op de beurs bepalen m.a.w. de prijs van deze deelbewijzen. Aangezien gesloten fondsen een minderheid zijn, gaan we hier niet verder op in.

3 Kan je voor een klein bedrag in een fonds stappen?

Een belangrijk voordeel van een beleggingsfonds is dat je voor een klein bedrag kan instappen. De meeste fondsen hebben een waarde tussen € 100 en € 1.000.

Dit betekent concreet dat je met € 100 al in een fonds kan instappen. De instapdrempel is dus laag.

4 Is je kapitaal gegarandeerd?

De meeste fondsen bieden geen kapitaalbescherming. Er bestaan wel kapitaalgarantiefondsen, die meestal gekoppeld zijn aan een bepaalde beursindex (BEL20, Eurostoxx 50). Daarnaast heb je de garantie dat je op de eindvervaldag minstens je kapitaal (of een bepaald percentage ervan) terugbetaald krijgt. In werkelijkheid beleggen die fondsen niet in aandelen, maar wel in een combinatie van een klein deel aandelenopties en een groot deel vastrentende effecten (om je kapitaal te garanderen).

5 Wat brengen fondsen op?

Bij een beleggingsfonds is er geen gegarandeerd rendement en in principe geen kapitaalbescherming (behalve bij fondsen met kapitaalbescherming). De opbrengst is dus onzeker. Op lange termijn mag je ervan uitgaan dat een goed aandelenfonds gemiddeld ongeveer 8% per jaar opbrengt, voor een gemengd fonds is dat 5 tot 7% (naargelang de soort) en een obligatiefonds ligt rond 3,5 tot 4% (bruto).

Wat fondsen de laatste vijf jaar gemiddeld hebben opgebracht en wat verwacht wordt dat ze gemiddeld op lange termijn zullen opbrengen (bruto), lees je af van de tabel hieronder.

6 Welke kosten zijn aan fondsen verbonden?

Instapkosten. Koop je een beleggingsfonds, dan betaal je eenmalig instapkosten, die verschillen van fonds tot fonds en van bank tot bank. Ze variëren van 0% tot 6%.

TIP. Over de instapkosten kan je onderhandelen. Betaal zeker nooit meer dan 3%, maar probeer naar 2% te zakken. Bij een aantal onlinebanken kan je zelfs instappen aan 1% of soms zelfs 0%, of aan een laag vast bedrag (bijvoorbeeld € 10).

LET OP! Hoe langer je je fonds behoudt, hoe meer de instapkosten worden uitgevlakt.

Uitstapkosten. De meeste fondsen rekenen geen uitstapkosten aan. Enkel bij fondsen met een kapitaalbescherming is dat wel het geval. Volledigheidshalve merken we ook nog op dat er enkel voor kapitaliserende fondsen (zonder coupon) een uitstaptaks is van 1,32%.

Bewaarkosten. Als algemene regel geldt dat de meeste banken geen bewaarkosten aanrekenen voor eigen huisfondsen en 0,2% per jaar voor fondsen die niet van de bank zelf zijn. Hierover kan je soms onderhandelen. Ook hier zijn de onlinebanken een stuk goedkoper omdat ze gewoon geen bewaarkosten aanrekenen.

Jaarlijkse beheerskosten. Jaarlijks rekent het fonds ook beheerskosten aan die, afhankelijk van het fonds, tussen de 0,5% en 2% per jaar liggen. Voor obligatiefondsen is dat doorgaans 0,5% tot 1% en voor aandelenfondsen eerder 1% tot 2%. Deze kosten komen jaarlijks terug en blijven onder de radar omdat ze onmiddellijk worden verrekend in de koers. Naast beheerskosten heeft een fonds nog andere kosten, zoals boekhoudkundige en administratiekosten, transactiekosten (koop- en verkoop), enz. Uiteraard is het interessant om in één oogopslag te zien welk deel van het rendement van het fonds wordt opgesoupeerd door al deze kosten. Want van het rendement ben je nooit zeker, van de kosten wel.

TIP. Vraag aan je bankier (of kijk in de prospectus) naar de totale kostenratio of zogenaamde TER (Total Expense Ratio). Deze TER geeft de kosten van een fonds weer als percentage van de inventariswaarde. Als je een fonds hebt met een waarde van bijvoorbeeld €1.000 en een TER van 2,1%, dan heb je jaarlijks €21 kosten.

7 Is je geld beschermd als de bank failliet gaat?

Fondsen zitten buiten balans. Dit betekent concreet dat als de bank failliet gaat jouw fonds intact blijft en het niet mee opgaat in het faillissement. Uiteraard kunnen aandelenfondsen en zelfs gemengde fondsen in slechte beursjaren heel fel zakken, tot zelfs meer dan 50%. Voor obligatiefondsen is dat beperkter en zal bij een fel stijgende rente het fonds wel met 10% of soms zelfs 15% kunnen dalen. In theorie kan je ook alles kwijtspelen, maar door de grote spreiding is dat eerder theoretisch.

8 Hoe wordt een fonds belast?

Roerende voorheffing. Al sinds 2008 betaal je niet alleen roerende voorheffing op de coupons, maar ook op de meerwaarde bij de verkoop van fondsen, als die voor minstens 40% beleggen in vastrentende effecten (obligaties, cash, enz.). In 2013 werd die grens zelfs verlaagd naar 25%.

Meerwaardetaks. Hierdoor vallen niet alleen obligatiefondsen, maar ook de meeste gemengde fondsen (obligaties én aandelen) die heel populair zijn, onder die meerwaardetaks.

VOORBEELD. Als je een fonds koopt aan € 100 en je verkoopt het aan € 120, dan zal je op die €20 meerwaarde 25% roerende voorheffing betalen. Het speelt hierbij geen rol of het gaat om een distributiefonds (zeg maar fonds met coupon) of een kapitalisatiefonds (zonder coupon).

Enkel fondsen die voor meer dan 75% in aandelen beleggen, zijn ook vandaag vrijgesteld. De meerwaardetaks slaat in principe wel enkel op het vastrentende gedeelte van het fonds, niet op het aandelengedeelte. Wie belegt in zuivere aandelenfondsen betaalt (voorlopig) nog geen belasting op zijn meerwaarde.

9 Hoe kies je een goed fonds?

Bij de keuze van een fonds zijn de kosten belangrijk. Maar zeker even belangrijk is hoe het fonds presteerde in het verleden. Let wel: het beste fonds van het afgelopen jaar is niet noodzakelijk datgene met het hoogste rendement. Integendeel zelfs: vaak blijkt de winnaar van gisteren de verliezer van morgen. Om die reden moet je het rendement van fondsen over een voldoende lange periode vergelijken. Nog beter is het om de regelmaat van het rendement te onderzoeken. Ga na of het fonds tijdens elk van de voorgaande jaren tot de betere fondsen in zijn categorie behoorde. Is dat het geval, dan is de kans groter dat dit ook volgend jaar zo zal zijn. Het is precies deze methodologie die wordt toegepast bij De Tijd-kronen en de sterren van Morningstar.

Morningstar is een leverancier van onafhankelijk beleggingsonderzoek, die via sterren in een oogopslag laat zien hoe een fonds ten opzichte van vergelijkbare fondsen gepresteerd heeft, rekening houdend met het risico en de kosten. Je vindt elk fonds terug op http://www.morningstar.be. Die sterren – 1 is ondermaats, 5 is uitstekend – zijn heel nuttig bij het maken van je keuze.

De Tijd-kronen belonen beleggingsfondsen die de voorbije vijf jaar op regelmatige basis het best en het minst risicovol presteerden. De beoordeling wordt uitgedrukt in een aantal kronen, waarbij drie kronen het maximum is en nul kronen het minimum. Op http://www.tijd.be kan je de kronen als zoekcriterium gebruiken.

10 Kies je voor distributie of voor kapitalisatie?

Door de huidige fiscale regels is een kapitalisatiefonds meestal interessanter dan een distributiefonds. Op de coupon van een distributiefonds betaal je 25% roerende voorheffing terwijl je bij een kapitalisatiefonds slechts een beurstaks van 1,32% betaalt op de verkoopprijs van de deelbewijzen.

LET OP! Obligatiefondsen vormen een uitzondering, want er wordt zowel op de hele meerwaarde als op de volledige coupon 25% roerende voorheffing aangerekend. Via de distributieversie spaar je dan de beurstaks van 1,32% uit. Onthou dus dat je bij obligatiefondsen het best de distributieversie kiest.

11 En de tak 23?

Een Tak 23 kan je eigenlijk het best omschrijven als een beleggingsfonds verpakt in een verzekeringskleedje. De onderliggende fondsen kunnen aandelenfondsen, obligatiefondsen of gemengde fondsen (aandelen en obligaties) zijn. Tak 23-fondsen worden momenteel aangeprezen door verzekeraars omwille van hun fiscale voordeel. Op het obligatiegedeelte van de meerwaarde betaal je bij de verkoop van de meeste beleggingsfondsen (obligatiefondsen of gemengde fondsen die voor minstens 25% in vastrentende waarden beleggen) namelijk 25% roerende voorheffing. De meerwaarde op een Tak 23-fonds wordt daarentegen niet belast, ook niet als je er minder dan acht jaar in hebt belegd.

Hou evenwel de kosten goed in het oog. Let erop dat het fiscale voordeel niet wordt tenietgedaan door de hoge kosten. Op een Tak 23 betaal je immers 2% instaptaks, 2% tot 6% instapkosten en 1% tot 2% jaarlijkse beheerskosten. Let vooral op de beheerskosten, die betaal je immers elk jaar opnieuw en daarover kan je ook niet onderhandelen.

12 Wat is een fondsenspaarplan?

Bij de meeste banken kan je tegenwoordig ook in een fondsenspaarplan instappen, vaak vanaf minimum € 25 tot € 50. Concreet komt het erop neer dat je zelf het bedrag (vaak minimum € 25) kiest en ook de frequentie. Als je bijvoorbeeld in een fonds stapt van € 250 en je belegt elke maand € 25, dan koop je elke maand één tiende. Bij fondsenplannen worden de fracties vaak in duizendsten uitgedrukt. Je kan kiezen tussen een wekelijkse, maandelijkse of jaarlijkse inleg, maar veelal stort men maandelijks een bedrag in een bepaald fonds. Je kan daarbij kiezen uit fondsen die beleggen in aandelen, obligaties, cash en soms ook vastgoed. Bij bijna alle banken kan je op elk moment uit het fonds stappen. Fondsen via een spaarplan kopen kost je in principe niets meer (maar ook niets minder) dan het fonds los te kopen. Wel blijkt het in de praktijk bij een fondsenspaarplan moeilijker om over de instapkosten te onderhandelen.

Vanuit het standpunt van risicospreiding is een fondsenplan waarbij je elke maand voor € 50 in een fonds stapt, heel interessant. Op die manier spreid je je investering in het fonds over de tijd heen. Dit is niet alleen interessant als je belegt in aandelenfondsen, maar ook in obligatie- of gemengde fondsen.

WEETJE. Een fondsenspaarplan is ook heel interessant als aanvulling op pensioensparen of als je wil sparen voor je kinderen of kleinkinderen.

JOHAN ADRIAENS, ONAFHANKELIJK VERMOGENSPLANNER

Instappen in een fonds kan al vanaf €25. Maar onderhandel over de kosten. Ze verminderen je rendement.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content