12 leefregels voor de nieuwe plattelander

Het romantische dorp van toen – u weet nog hoe het was, de boerenkinderen in de klas, een kar die ratelt op de keien...- bestaat niet meer. Maar de nieuwe plattelanders zijn misschien wel de grootste hoop voor de toekomst van onze dorpen. De laatste jaren zien we allerlei initiatieven ontstaan om oorspronkelijke en nieuwe plattelanders harmonisch te laten samenleven.

Is de Henegouwse hoofdstadBergen een landbouwstreek? Ja! Begin dit jaar kregen alle inwoners van de negen deelgemeenten een kalender in de bus onder de titel 12 conseils pour une cohabitation harmonieuse avec le monde rural (12 adviezen voor een harmonieuze samenleving met de plattelandswereld). Elke kalendermaand bevat een cartoon met praktische tips om je als nieuwe plattelander in te burgeren in een rurale omgeving (1).

In het West-Vlaamse Sint-Lodewijk gaan oorspronkelijke en nieuwe inwoners sinds drie jaar in het laatste weekend van mei op een terrein in hun eigen dorp kamperen met tent of caravan. Doel: elkaar leren kennen op een informele manier. De activiteiten zijn ook toegankelijk voor niet-kampeerders, inclusief het gratis ontbijt op zondagochtend.

Deze twee voorbeelden vormen een positiever geluid dan de wrijvingen die nog niet zo lang geleden onze dorpen beroerden. Denk maar aan de protesten van omwonenden tegen geurhinder van varkensstallen of tegen boeren die wilden investeren in een biogasinstallatie. Denk aan de burenruzies over hanengekraai of aan de vele klachten over modderige wegen.

Te veel nostalgie

“In gemeenten die nog echt landelijk zijn, bestaat er inderdaad een twee-spalt tussen twee groepen inwoners”, zeggen Hannes Hollebecq en Koen Van den Broeck, stafmedewerkers van Landelijke Gilden, de organisatie die ijvert voor een harmonisch samenleven op het platteland (2). “Aan de ene kant heb je de mensen die er al generaties lang wonen of er ooit komen wonen zijn. Ze zijn wellicht nooit actieve landbouwers geweest, maar zijn wel grote verdedigers van de klassieke landelijke waarden. Versta daaronder: avondlijke stilte, gemoedelijkheid, je verbonden voelen met de seizoenen en de natuur, elkaar helpen, solidariteit tussen de generaties binnen één familie, voor een deel jezelf voorzien van voeding... Aan de andere kant heb je de nieuwkomers. Die zoeken op het platteland een eigen oase van rust en stilte. De twee groepen maken dezelfde fout: ze hebben een veel te romantisch beeld van het platteland vandaag. Het dorp van toen bestaat niet meer.”

Solidariteit

De oude plattelanders vergeten in al hun nostalgie dat het platteland vroeger ook zijn negatieve kanten had. Denk maar aan de sociale controle, de verborgen armoede, het wantrouwen tegen nieuwe trends, de neiging om zich op te sluiten in de eigen gemeenschap en het gebrek aan comfort en hygiëne. De nieuwe plattelanders zijn ontgoocheld als ze merken dat land- en tuinbouw vandaag een dynamische activiteit is geworden die ver van hun romantische clichés af staat. Het is al lang niet meer altijd stil en gemoedelijk op de buiten! Op mooie zomerdagen zijn grote machines soms tot een stuk in de nacht bezig te oogsten. Nieuwe milieutechnieken (zoals vergassingsinstallaties van mest) stuiten op wantrouwen.

“Mijn grote droom – verhuizen van de stad naar de buiten – is een grote ontgoocheling geworden”, laat lezeres Marianne ons weten via de website van Plus Magazine. “Ik had mij het leven hier veel hartelijker voorgesteld. In het begin waren de mensen heel stuurs en kregen we onuitgesproken verwijten: Die van ’t stad met hun dikke nek en twee linkerhanden.”

“Toch bestaat de solidariteit op de buiten nog”, schrijft lezeres Nicole. “Ooit zijn we van Antwerpen naar een klein gehucht in de Kempen verhuisd wegens het werk van mijn man. We woonden er nog niet zo lang toen ons eerste kindje overleed. Zonder dat we van iets wisten, reisde de hele straat met de bus naar Antwerpen om mee afscheid te nemen van ons kind, en ons te steunen.”

Veeleisend en mondig

Veel van de nieuwe dorpelingen vandaag komen uit de stad of uit sterk verstedelijkte gebieden. Ze vallen uiteen in twee generaties. Je hebt jonge tweeverdienersgezinnen die willen dat hun kinderen in het groen opgroeien. Hun droom is een huis op de buiten of een oude boerderij die ze kunnen opknappen, liefst verloren tussen de akkers en de weiden. Daarnaast zijn er vijftigplussers die altijd in de stad hebben gewoond. Na hun (brug)pensioen ontvluchten ze de drukte en eventueel de (echte of vermeende) onveiligheid. Ze verkopen hun woning en kiezen voor een comfortabel huis in een nieuwe, maar landelijke verkaveling. Ze wonen er rustig, maar toch niet alleen. En vrij dicht bij het dorpscentrum.

“Deze neoruralen, zoals wij ze noemen, hebben twee zaken gemeen: ze zijn relatief bemiddeld en het zijn mondige en veeleisende burgers te-genover de gemeentelijke overheid en tegenover hun nieuwe omgeving”, zegt Nicolas Martin, de schepen van de stad Bergen die onder meer landbouw onder zijn bevoegdheid heeft. “Ze zoeken de voordelen van het platteland, maar willen er de nadelen niet bij nemen. Toen ik schepen werd, was ik verwonderd dat er op het grondgebied van Bergen nog 150 landbouwbedrijven actief zijn. En ook al zijn de inwoners van onze landelijke deelgemeenten in overgrote meerderheid geen landbouwers meer, de dorpen hebben wel nog een landelijke ziel. En die moeten de nieuwkomers respecteren. Daarom heb ik het initiatief voor die kalender genomen.”

Nieuw bloed voor de landelijke ziel

Het hoge woord is gevallen: de landelijke ziel. Maar om die te redden, is de inbreng van de nieuwe plattelanders juist broodnodig. Oude en nieuwe plattelanders hebben er evenveel belang bij dat waardevolle landelijke waarden als rust, onthaasting, groen en solidariteit behouden blijven tegen de grijpgrage handen van projectontwikkelaars en industriezones.

In Assesse en Gesves, twee dorpen in de Naamse Condroz, kan iedereen op het gemeentehuis een samen-levingscharter ondertekenen. Hiermee verbinden oude en nieuwe inwoners en toeristen zich ertoe een aantal regels te respecteren.

In het Noord-Limburgse dorpje Reppel zetten oude en nieuwe inwoners zich samen in om de pastorie uit 1600 te laten beschermen als openbaar monument. Ze hebben de pastorie al opgeknapt en het kruidentuintje heraangelegd. Verscheidene projectontwikkelaars hadden zich al bij de gemeente gemeld om het gebouw op te kopen.

“We hebben meegewerkt aan de actie Dorp met toekomst”, zegt Koen Van den Broeck van Landelijke Gilden. “Daarin heb ik gemerkt dat het vaak de nieuwe inwoners zijn die de meeste energie en inzet investeren in projecten. Zij trekken de oorspronkelijke inwoners mee in acties om dorpen landelijk én leefbaar te houden. In die zin zijn de neoruralen de grootste hoop voor onze dorpen. Ze scheppen een nieuwe dynamiek, doen verenigingen herleven en zorgen voor het voortbestaan van dorpsschooltjes. Ook landbouwers beginnen in te zien dat samenwerking meer loont dan confrontaties. Heel symbolisch vind ik de overeenkomst die ge-sloten is tussen landbouwersorganisaties en de vereniging Trage Wegen. Nog niet zo lang geleden wilden vele landbouwers die aloude kerkwegels, akkerpaden en veldwegen zien verdwijnen, vandaag helpen ze mee aan het onderhoud ervan. Die wegen en paden zijn misschien wel de mooiste uiting van de landelijke ziel.”

(1) De kalender van de stad Bergen kan worden gevraagd bij de stad Bergen, Service du Développement économique et de l’Agriculture, Hôtel de Ville, Grand’Place 22, 7000 Mons, tel. 065 40 56 65.

(2) In juni brengt Landelijke Gilden de brochure ‘Buitentips’ met een overzicht van wandelingen, fiets- en smultochten, oogstfeesten, zoektochten enz. om het Vlaamse platteland beter te leren kennen. Info: tel. 016 28 60 23.

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content