Een eeuw geleden kwam de Groote Wederopbouw op gang. Tentoonstellingen, wandel- en fietsroutes, evenementen en spektakels belichten dit jaar een aspect van die heropbouw, van Ieper tot Diksmuide, van Poperinge tot Poelkapelle. Het In Flanders Fields Museum in Ieper pakt uit met een overzichtsexpo. De fotocollectie van de Ieperse fotografen Maurice en Robert Antony loopt er als een rode draad doorheen, naast persoonlijke verhalen van inwoners, affiches, brieven en objecten. Het museum bevindt zich trouwens zelf in een iconisch wederopbouwmonument: de Ieperse Lakenhallen, in 19...

Een eeuw geleden kwam de Groote Wederopbouw op gang. Tentoonstellingen, wandel- en fietsroutes, evenementen en spektakels belichten dit jaar een aspect van die heropbouw, van Ieper tot Diksmuide, van Poperinge tot Poelkapelle. Het In Flanders Fields Museum in Ieper pakt uit met een overzichtsexpo. De fotocollectie van de Ieperse fotografen Maurice en Robert Antony loopt er als een rode draad doorheen, naast persoonlijke verhalen van inwoners, affiches, brieven en objecten. Het museum bevindt zich trouwens zelf in een iconisch wederopbouwmonument: de Ieperse Lakenhallen, in 1918 compleet in puin.Na de wapenstilstand was de Westhoek één groot desolaat gebied. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) had tientallen dorpen en steden langs het front volledig van de kaart geveegd. De IJzervlakte was onder water gezet, de grond vergiftigd door koper en gifgas. In de aarde zaten nog lijken en obussen. Ratten en veldmuizen vormden jarenlang de overheersende fauna.In 1918 dacht men dat het gebied volledig heropbouwen quasi onmogelijk zou zijn. Toch geldt de wederopbouw van de Westhoek als een van de meest geslaagde uit de geschiedenis. Zich oprichten uit het puin ging echter niet vanzelf. Wie terug kwam van de vlucht wist niet waar te beginnen. Houten barakken dienden als tijdelijk onderkomen en de regio was erg onveilig. Want overal zwierven getraumatiseerde mannen rond, die de oorlog hadden getrotseerd en hun wapens bijgehouden. De eerste teruggekeerden, de pioniers, gingen voor de veiligheid samenwonen. Er heerste wetteloosheid. Vlaanderen had zijn eigen Wilde Westen.Alvorens de Westhoek als een feniks uit zijn as kon herrijzen, werd er ook flink gediscussieerd over het gebied. De Britten eisten Ieper op als memoriaal voor de gesneuvelden. Churchill zelf stond erop dat geen steen zou worden verlegd. In 1919 besliste de Ieperse gemeenteraad in ballingschap de stad toch weer op te bouwen zoals ze was. Dat betekende nog niet dat er eensgezindheid bestond over hoe de heropbouw moest gebeuren. Architecten, politici en pastoors kibbelden of ze de kerk nu in romaanse, modernistische of neogotische stijl zouden herbouwen. Maar ze werden ingehaald door de bevolking, die al stevig aan de slag was gegaan nog voor de planners de lijnen konden uitzetten.Vanaf 1920 kwam de wederopbouw op gang. De nostalgie had het gehaald. Mensen verenigden zich en trokken met weinig middelen opnieuw huizen op. Baksteenfabrieken rezen op uit de klei. Ook de orde moest hersteld en markten, wielerwedstrijden en de heropening van de scholen brachten opnieuw leven. In heel het land werden loterijen georganiseerd om de heropbouw te financieren. Het zou ongeveer tien jaar duren vooraleer de streek weer min of meer normaliseerde.