10 vragen voor u koopt

Elke fabrikant van digitale fototoestellen heeft vandaag wel twintig verschillende modellen in zijn aanbod: optische en/of digitale beeldstabilisators, megazooms, 3D enzovoort. Wat en hoe kiest u uit al dat moois?

1 Reflex of compact?

De echte amateurfotograaf wil de combinatie van sluiter en diafragma kunnen controleren, die de belichtingstijd bepaalt en de hoeveelheid licht die de sensor bereikt. Dat kan nu ook bij sommige compacte camera’s van topniveau. Let op de Bridge-modellen: ze zijn zwaarder dan een compact maar hebben meer functies. Als u toch een reflexcamera verkiest, is het belangrijkste criterium een hoge sluitersnelheid voor bewegende onderwerpen of een lens met grote maximale opening (F 2.8), voor betere opnamen zonder flits.

2 Is hybride beter?

Twee jaar geleden verscheen de Micro 4/3-sensor, die een reflex-camera (bijna) even licht maakt als een compact. De Micro 4/3 vervangt de standaardsensor van 23 x 16 mm en is 5 tot 15 keer kleiner dan de sensor van een reflex. Het is de middenweg tussen compact en reflex. De liefhebber zal blij zijn met dit initiatief dat het beste van twee werelden verenigt. De professional zal echter de reflex trouw blijven, en wel om twee redenen. Ten eerste heeft de grootte van de sensor een weerslag op de dichtheid van de pixels. De pixels van een kleine sensor ontvangen minder licht, zodat er meer ruis ontstaat (ongewenste variaties van de helderheid en de kleuren).

De tweede reden is de velddiepte, die bepaalt welk gedeelte van het beeld voor en achter het onderwerp scherp blijft. Ze hangt sterk af van de omvang van de sensor en veel professionele fotografen verkiezen een kleinere velddiepte, om de aandacht op een welbepaald deel van de foto te vestigen.

3 Hoeveel miljoen pixels?

Het aantal pixels van de sensor is niet het belangrijkste criterium. Vanaf 5 MP (miljoen pixels) kunnen foto’s op A4-formaat worden afgedrukt, wat weinig mensen doen. Een foto van 10 x 15 cm heeft al genoeg aan 3,1 MP. De huidige sensors van 12 of 14 MP zijn vooral interessant om een gedeelte van de afbeelding te kadreren, met nog altijd een voldoende hoge resolutie om slechts een deel van de oorspronkelijke foto af te drukken.

4 Welk lenzenmerk?

Het aantal pixels is minder belangrijk dan de lens die een beeld van hoge kwaliteit naar de sensor stuurt. Op de compacte camera’s vindt u onder meer lenzen van Leica, Karl Zeiss, Schneider-Krueznacht, Nikon en Canon. Veel beter kunt u niet vinden...

5 Optische of digitale stabilisatie?

De digitale zoom, die het beeld niet echt dichterbij haalt maar alleen de pixels vergroot, mag niet meespelen in uw keuze. Alleen de optische zoom telt mee. Hoe sterker u inzoomt, hoe moeilijker het wordt om het toestel onbeweeglijk te houden. Vandaar het belang van een beeldstabilisator. Kies voor een optische stabilisator, die de sensor fysiek verplaatst om de bewegingen van de fotograaf te compenseren. Een digitale stabilisator verhoogt alleen de sluitersnelheid of werkt in op de pixels. Vanaf een 4x-zoom is een beeldstabilisator handig.

6 Hoeveel scene modes?

Alle toestellen hebben tegenwoordig scene modes, dit zijn specifieke combinaties van parameters voor welbepaalde situaties: fotograferen aan zee, in de bergen, met tegenlicht enz. Sommige modellen kiezen zelf de beste mode (uit soms wel twintig mogelijkheden!), zonder tussenkomst van de fotograaf. Heel praktisch.

7 Lcd-scherm of optische zoeker?

De reflexcamera’s hebben nu net als de compacts een lcd-scherm dat als zoeker kan dienen. Dat geeft een beter beeld van de kadrering van de foto. Maar in de traditionele optische zoeker ziet u de kleuren van het onderwerp zoals ze echt zijn. Daar-om gaan reflexcamera’s voor optische.

8 Welke latentietijd?

De zogenaamde reactiviteit van het toestel is een essentieel criterium. Het is de periode tussen het momentwaarop de fotograaf de sluiterknop indrukt en dat waarop de foto daadwerkelijk wordt vastgelegd. Niets is zo frustrerend als die latentietijd, die afhangt van de kwaliteit van de processor. Doe een test en druk de sluiter-knop in terwijl u de camera van links naar rechts beweegt. Overdag mag er vrijwel geen vertraging zijn. ’s Avonds wordt het helaas een flink stuk ingewikkelder!

9 Wilt u video opnemen?

Naargelang van de prijs (zo werkt de wereld nu eenmaal) kunt u in 720p (HD Ready) of 1080 P (Full HD) filmen. Dat kan nu zelfs met reflexcamera’s. Controleer of het toestel een HDMI-connector heeft, zodat u het op een lcd- of plasmascherm kunt aansluiten. Met sommige toestellen kunt u zelfs vertraagd opnemen. De scène wordt dan vastgelegd met lage resolutie (meestal VGA) op 120 of 240 beelden per seconde (voorbeeld: de Canon 310 HS).

10 En waarom niet met de gsm fotograferen?

De camera van een smartphone is handig om foto’s naar uw sociale netwerk te versturen, maar telefoons zijn te dun om er een goede zoom te kunnen inbouwen. Ongeacht de opgegeven resolutie kan de smartphone zelden een echte camera vervangen.

Jean-Claude Verset

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content