© GETTY IMAGES

10 vragen over het aanvullend pensioen

Je werkgever is niet verplicht een aanvullend pensioen aan te bieden. Toch heeft 80% van de beroepsbevolking er een. Pensioenexpert Lut Sommerijns beantwoordt jullie vragen.

1. IS AANSLUITEN BIJ HET PENSIOENPLAN VAN JE WERKGEVER VERPLICHT?

Als je voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het aanvullend pensioenplan van je werkgever of sector, dan ben je verplicht om aan te sluiten. In bepaalde uitzonderlijke omstandigheden kan je de aansluiting weigeren, hetzij op basis van de wet, hetzij op basis van het pensioenreglement. Als er bijvoorbeeld een uniform, geharmoniseerd aanvullend pensioenplan wordt ingericht om het verschil tussen arbeiders en bedienden weg te werken. En dat plan blijkt minder gunstig dan dat waar je als arbeider of bediende al bij aangesloten was, dan mag je aangesloten blijven bij je vroegere plan.

2. KAN JE VRAGEN OM EEN HOGERE PERSOONLIJKE BIJDRAGE TE BETALEN?

In principe niet. In oudere contracten kregen werknemers soms de mogelijkheid om vrijwillige bijdragen te storten. Vandaag is dat in de meeste pensioenplannen niet meer zo. En als vrijwillige extra bijdragen toch kunnen, dan genieten die niet van de WAP-rendementsgarantie (zie vraag 6). Sinds een paar jaar kan je wel instappen in het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) als je werkgever geen of een laag aanvullend pensioen aanbiedt.

3. HEB JE ALS CONTRACTUEeL BIJ DE OVERHEID OOK EEN AANVULLEND PENSIOEN?

Als werknemer (dus niet als ambtenaar) bij de overheid krijg je voor je contractuele tewerkstelling het wettelijk pensioen van het werknemersstelsel. Heb je ook een periode als ambtenaar gewerkt, dan krijg je sinds maart 2018 slechts voor dat deel een ambtenarenpensioen. Enkel als de overheidsdienst een aanvullend pensioen inricht en je als contractueel aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet, kan je een aanvullend pensioen krijgen.

4. KAN JE HET BEDRAG VERVROEGD OPNEMEN?

In principe wordt het aanvullend pensioen uitgekeerd wanneer je je wettelijke pensioen neemt. Momenteel laten nog enkele overgangsbepalingen oudere werknemers toe hun aanvullend pensioen te ontvangen op een vroeger/ander moment. Maar nooit als je jonger bent dan 60 jaar. Als het pensioenreglement het toelaat, is een vervroegde (gedeeltelijke) afkoop wel mogelijk voor de aankoop, het verwerven of het verbouwen van onroerend goed.

5. TELT JE AANVULLEND PENSIOEN MEE VOOR DE SOLIDARITEITSBIJDRAGE OP JE WETTELIJK PENSIOEN?

De solidariteitsbijdrage is verschuldigd op alle pensioenen, zowel het wettelijke als het aanvullende pensioen, op het moment van de uitkering. Als je je aanvullend pensioen opneemt in de vorm van kapitaal, dan wordt dit bedrag omgezet in een fictieve rente. Die wordt dan bij het bedrag van je wettelijk pensioen geteld om uit te maken of je een solidariteitsbijdrage moet betalen op je wettelijk pensioen of niet.

6. IS EEN AANVULLEND PENSIOEN INTERESSANT MET DEZE LAGE RENTE?

De wet legt een WAP-rendementsgarantie op. Dit betekent dat de bijdragen voor je aanvullend pensioen (eventueel verminderd met bepaalde kosten) minstens moeten worden gekapitaliseerd aan de WAP-interestvoet. Die check gebeurt bij je pensionering of bij overdracht na of naar aanleiding van een uittreding uit het pensioenplan. Momenteel bedraagt de WAP-rendementsgarantie 1,75% (netto) op je persoonlijke en op de werkgeversbijdragen in het kader van een vastebijdragenplan of een cash-balanceplan, alsook op je persoonlijke bijdragen in het kader van een vasteprestatieplan. 1,75% netto is nog steeds hoger dan de rente op een spaarboekje. Maar zeker in tijden van stijgende inflatie is 1,75% niet veel.

7. HOUDT EEN AANVULLEND PENSIOEN GEEN RISICO IN VOOR DE WERKGEVER?

De WAP-rendementsgarantie van 1,75% is inderdaad een verplichting voor je werkgever, maar niet voor de verzekeraar die het pensioenplan beheert! Als het rendement van de verzekeraar of van het pensioenfonds lager uitvalt, moet je werkgever het tekort bijpassen. Kijk je naar de financiële markten vandaag, dan kan de WAP-rendementsgarantie als een extra last worden beschouwd. Maar vergeet niet dat je als werknemer ook een financiëlemarktenrisico (plus het langlevenrisico) draagt eens je kapitaal is uitbetaald. Je moet dan zelf die som beleggen om levenslang een voldoende adequaat inkomen te hebben op basis van je aanvullend pensioenkapitaal.

8. KAN JE KIEZEN VOOR EEN UITBETALING IN RENTE I.P.V. IN kapitaal?

Dat hangt af van wat er in je pensioenreglement staat. Voorziet dat in een rente, dan krijg je een rente. Voorziet het reglement in een rente, maar krijg je de mogelijkheid om die om te vormen tot kapitaal, dan heb je de keuze. En als je pensioenreglement in een kapitaal voorziet, bepaalt de wet dat je de keuze hebt. En dus het recht hebt om een rente te vragen. Vandaag is dat nog vaak een levenslange lijfrente, na je overlijden eventueel overdraagbaar op de langstlevende partner. Het is vooral heel belangrijk om te weten of die rente wordt geïndexeerd. Want krijg je op 65 jaar een rente van 300 euro per maand, dan zal die wanneer je 85 bent veel van haar waarde hebben verloren. Meestal is de fiscale behandeling van een kapitaal ook voordeliger dan die van een rente.

9. WELKE INHOUDINGEN BETAAL JE OP JE AANVULLEND PENSIOEN?

Wanneer je je aanvullend pensioen opneemt, betaal je een ZIV-inhouding (ziekte en invaliditeit) van 3,55% en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2%, telkens op het brutobedrag. Wat de belastingen betreft is er een verschil tussen rente en kapitaal. Krijg je je aanvullend pensioen uitbetaald als kapitaal, dan hangt het percentage bedrijfsvoorheffing af van het moment waarop je dat kapitaal opneemt – heb je gewerkt tot 65 jaar en/of een volledige loopbaan van 45 jaar of niet – en van de manier waarop het kapitaal is opgebouwd: via werkgevers- of werknemersbijdragen. Je vindt de percentages bedrijfsvoorheffing op fsma.be. Verder betaal je ook nog gemeentebelasting.

10. HOE WEET JE HOEVEEL AANVULLEND PENSIOEN JE ZAL KRIJGEN?

Als werknemer krijg je jaarlijks een pensioenoverzicht. Dat is beschikbaar via mypension.be of op papier/elektronisch via je werkgever, sector of pensioeninstelling. Het document vermeldt welk bedrag je al verworven hebt (verworven reserves). De verwachte pensioenprestatie is echter geen definitief verworven recht, maar een indicatie van wat je later zal ontvangen indien bepaalde gegevens gelijk blijven tot aan jouw pensionering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content