Anne Vanderdonckt

Worden mijn ouders goed behandeld?

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Anne Vanderdonckt observeert de maatschappij, haar evoluties, haar vooruitgang, haar inconsistenties. Ze deelt met u haar twijfels, haar vragen, haar enthousiasme. En als ze ergens de draak mee steekt, dan is het met zichzelf.

De foto die vanochtend mijn smartphone doet oplichten – de foto van de dag – is er een van mijn ouders. Ze lachen en nippen van een glas met iets wat op bubbels lijkt, met op de achtergrond een bloementuin. De foto stond destijds op de Facebook-pagina van het woon-zorgcentrum, waar ik hem heb opgevist.

Mijn ouders hebben zelf het woon-zorgcentrum uitgekozen waar ze verbleven. Dat had behalve een goede reputatie, het voordeel dat het in hun straat lag, waardoor de band met de buurt en hun gebruikelijke winkels niet werd verbroken. De sfeer in deze kleine instelling, die geen luxe ambieerde, was familiaal en warm. Alles stond er in het teken van het welzijn van de bewoners.

Waren mijn ouders er gelukkig? Ze zagen ons graag genoeg om het ons te doen geloven, denk ik. Zeker is dat ze er mooie momenten hebben beleefd en heel veel lieve mensen hebben ontmoet met een luisterend oor. Als je ervan uitgaat dat het woon-zorgcentrum een noodzakelijke keuze was, en de covid-pandemie niet het beste moment was om er te verblijven, dan waren ze niet slecht gevallen.

Vallen. Zich bezeren. Het was iets wat mijn moeder steeds vaker deed. Een blauw oog, een bloeduitstorting, een pijnlijke arm, een radiografie... Het klassieke scenario, dat me niet echt alarmeerde. Te meer dat ze er wat verward aan toevoegde dat ze misschien... enfin, dat ze minder ongeduldig had moeten zijn, had moeten wachten op hulp en zich niet alleen aan dit gevaarlijke maneuver had moeten wagen. ‘Maar geen nood, het is me gelukt’. Dat dacht je maar...

Tot de dag dat ze met een ander verhaal kwam: een verpleegkundige had haar moedwillig geknepen. Verwardheid of waarheid? Een klein onderzoek deed me neigen naar het eerste, zeker na nog meer verhalen die duidelijk bij het haar waren getrokken. Laten we zeggen dat ik voor 99% zeker was, maar dat lelijke ene procentje twijfel bleef door mijn hoofd spelen. Wat als... Wat als het toch waar is en ik het verkeerd heb ingeschat. Net zoals ik niet meteen geloof heb gehecht aan het verwarde verhaal van mijn vader, die door de thuiszorg werd geterroriseerd. In de thuissituatie ben je minder achterdochtig. Want je denkt dat mishandeling niet onopgemerkt blijft, wat niet zo is. Je denkt dat wie mishandelt door de mand valt, dat je het ziet aan hun gezicht, aan hun houding, wat evenmin klopt. Je denkt vooral dat je slimmer bent, dat je je niet in de luren laat leggen, wat nog minder klopt. Maar een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen! Vandaar mijn bezorgdheid over mijn moeder. Een bezorgdheid die werd gevoed door de soms mensonwaardige verschrikkingen in woon-zorgcentra, die in de media breed worden uitgesmeerd en telkens je vertrouwen onderuit halen. Ook daar had de familie niets gemerkt...

Hoe onderscheid je feiten van fictie? Verder in dit nummer gaan we op zoek naar het antwoord op deze vraag. Niet evident. Ik ben vast niet het enige kind dat met dat lelijke procentje twijfel is blijven zitten...

Partner Content