Vlaanderen erkent Sint-Antoniusvieringen als immaterieel erfgoed

De Sint-Antoniusvieringen behoren voortaan tot het immaterieel erfgoed in Vlaanderen. Dat heeft het Vlaams Departement Cultuur dinsdag bekendgemaakt.

De Sint-Antoniusvieringen vinden jaarlijks plaats in verschillende Vlaamse dorpen rond 17 januari, de naamdag van ‘Toontje met het varken’, zoals de patroonheilige al sinds de middeleeuwen ook wel wordt genoemd. De vieringen starten doorgaans met een religieuze plechtigheid zoals een processie of misviering, waarbij vleeswaren en lokale producten worden gezegend. Daarna volgt een veiling om de “offergaven” te verkopen, waarbij de winst naar de parochie of een goed doel gaat. Een kermis, eetfestijn of bal sluit de dag af, klinkt het.

Volgens Jambon zijn de Sint-Antoniusvieringen “een traditie die sterk leeft op lokaal niveau”. “Het verheugt mij dat de gemeenschappen de meerwaarde van een netwerk van vieringen zien”, zegt hij. “Daarnaast zoeken ze naar hedendaagse invullingen van het religieuze aspect, wat een manier kan zijn om dit erfgoed ook bij jongeren te laten leven.”

De Vlaamse minister voor Cultuur kan tweemaal per jaar nieuwe evenementen of culturele gebruiken op de inventarislijst laten plaatsen. Die geeft een overzicht van het niet-tastbaar ergoed, ofwel “onze kennis, gewoontes, gebruiken en praktijken die dermate belangrijk zijn dat we ze moeten koesteren om aan volgende generaties te kunnen doorgeven”, aldus het Vlaams Departement Cultuur. Er is geen financiële steun verbonden aan de officiële erkenning.

Onder meer in Geel-Bel (Geel), Edegem, Wolfsdonk (Aarschot), Oosthoven (Oud-Turnhout), Herdersem (Aalst), Houtem (Vilvoorde), Rotselaar en Wever (Glabbeek) vinden Sint-Antoniusvieringen plaats. Volgens het Vlaams Departement Cultuur nemen “honderden mensen uit diverse verenigingen” deel aan de vieringen.

Partner Content