© FOTO KRIS DEWITTE

Viviane De Muynck: “Theater is een passionele, maar veeleisende minnaar!”

Viviane De Muynck (75), de grande dame van het theater, maakt tussen voorstellingen in Moskou en Parijs door even tijd voor ons. In de Belgische cinemazalen is ze te zien in Red Sandra, de nieuwste film van Jan Verheyen.

We mogen bij de actrice op de koffie in haar appartement, 21 hoog boven Wilrijk. De plek ademt theater: affiches, foto’s, prijzen. In Red Sandra speelt ze de grootmoeder van een meisje dat aan een zeldzame ongeneeslijke ziekte lijdt, medicatie is onbeschikbaar of onbetaalbaar. Er volgt een strijd met de farmareuzen, een geldinzameling... De film is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Sandra Massart tien jaar geleden. We luisteren naar de diepe vertelstem van De Muynck.

Hoe dicht ligt je rol in deze film bij jezelf?

De grootmoeder van het ongeneeslijk zieke meisje is de eerste die de onvermijdelijkheid aanvaardt. In dat opzicht ligt de rol wel dicht bij mij. Iets wat onvermijdelijk is, moet je aanvaarden. Dat heeft het leven ook mij geleerd. Maar dat is een lange weg, die niet zonder obstakels is. Er is zo’n uitdrukking: geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen, de wijsheid om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, en het inzicht om het onderscheid te maken tussen de twee.

Toch vond ik het opmerkelijk voor een grootmoeder.

Misschien is dat net wijsheid. Ze heeft zelf ook al mensen moeten loslaten. Ze is niet elke dag bij haar kleindochter en kijkt met meer afstand. Ze ziet telkens hoezeer het kind achteruit gaat. Het inzien van het onvermijdelijke, daar heb je kracht voor nodig. Ik denk dat ik zelf zou reageren zoals de grootmoeder in de film. Niet iedereen is Florence Nightingale. Het aanschouwen van lijden is heel moeilijk, je voelt je zo machteloos. Iemand zien aftakelen, of altijd weer foute beslissingen nemen zonder dat je er zelf iets kan aan doen: dat vreet aan je. En dan moet je op een of andere manier met jezelf een compromis sluiten. Zeker als je ouder wordt, want dan heb je niet altijd meer dezelfde veerkracht.

De laatste jaren ben je veel vaker in films te zien dan ooit tevoren.

Ik ben inderdaad altijd meer een theateractrice geweest. Toch in Vlaanderen. In Nederland heb ik meer gefilmd. In 2010 werd ik door Peter Van den Begin en Stany Crets gevraagd voor Oud België, de tv-serie over het Vaudeville-theater in Antwerpen. Toen werd ik zo’n beetje herontdekt, men zag dat ik nog leefde.

Hoe komt het dat men je pas ‘laat’ heeft ontdekt voor het scherm?

Wanneer je jong bent, moet je als vrouw toch vooral mooi, slank en een beetje poezig zijn. Dat was ik dus niet. Daardoor heb ik een aantal rollen aan mij voorbij zien gaan. Regisseur Marleen Gorris heeft mij destijds gevraagd voor Antonia (Oscarwinnende film uit 1995). Maar de producent weigerde. Hij zei: als je haar kiest, produceer ik deze film niet. Het is dan Willeke van Ammelrooy geworden. Ze heeft dat goed gedaan, daar geen kwaad woord over. Maar ik greep naast die rol omdat ik niet aan het klassieke schoonheidsideaal beantwoordde.

Het onvermijdelijke inzien, dat vraagt moed”.

Is dat niet veranderd intussen?

Maar nee, dat is nog altijd zo, kind. Jonge vrouwen die er goed uitzien hebben geen idee wat het betekent om dat niet te hebben. Maar daar zit natuurlijk wél een leeftijdsgrens op, dat soort aandacht neemt af. Bette Davis zei het al: Old age ain’t no place for sissies. Oud worden is niet voor doetjes!

Maar jij krijgt net meer aanbiedingen met de leeftijd.

Voor bepaalde karakters zoekt men toch ervaring. En door het feit dat ik eerder in mijn carrière minder op het scherm kwam, word ik ook niet vereenzelvigd met een bepaalde rol of langlopende serie, ben ik als het ware een ‘nieuw gezicht’. Maar het is ook voor mij vaak een gevecht om niet de clichématige vrouw te moeten spelen. Soms zeg ik het rechtuit tegen een regisseur: jij denkt aan je grootmoeder! Op zich heb ik geen probleem met een grootmoederrol, dat komt nu eenmaal met de leeftijd en ik voel niet de minste behoefte die te verhullen, maar het moet meer zijn dan dat. Ik suggereer ook zelf rollen. En ik werk al 26 jaar met regisseur Jan Lauwers. Als hij voor mij schrijft, ziet hij niet alleen de persoon die ik nu ben, maar ook vele andere facetten. Da’s een geschenk! Molly Bloom, het laatste hoofdstuk uit Ulysses van James Joyce, wat ik nu speel, hebben we aangepast. In het boek is Molly 35. Maar wanneer ik haar speel is ze een vrouw van mijn leeftijd die terugkijkt op haar leven.

Zit er een rode draad in de personages die je doorheen de jaren hebt gespeeld?

Het zijn allemaal sterke vrouwen, ten goede of ten kwade. Ze hebben niet altijd gelijk, ze zijn het resultaat van hun ervaring en het moment waarin ze leven.

En ze hebben soms scherpe kanten.

Film en theater mogen niet herleid worden tot louter amusement. Niet alles hoeft melodieus te zijn. Het begrip schoonheid is relatief. Het is meer dan mooie plaatjes of een mooi verhaal. Schoonheid is ook pijn en angst, datgene wat een mens maakt tot wat een mens is. De scherpe kanten moeten niet overal afgevijld worden. Ik heb een groot respect voor wat ik de struikelende mens noem. Want de mens struikelt soms, valt, staat weer op. Een eenzame strijd die je meestal niet ziet.

Ben je zelf ook een struikelende mens?

Ja, zoals iedereen. Al heb ik geleerd om niet te vlug te lopen, niet te ongeduldig te zijn. Dingen af te wegen. Tenzij de passie ertussen komt (heftig)!

Je vertelt met veel passie.

Ik ben een passionaria! Acteren is mijn hele leven. C’est ma raison d’être (declameert). Theater is een passionele, maar veeleisende minnaar! En je hebt hem tenminste niet in huis (lacht). Maar vanzelf gaat het nooit. Dat heeft natuurlijk consequenties. Zo ben je bijvoorbeeld niet altijd op het juiste moment op de juiste plaats. Da’s de harde kant van het vak. There’s no business like showbusiness . Als er privé een probleem is, kan je niet zeggen: ik ben er binnen een uur. Omdat je binnen dat uur de scène op moet, of het vliegtuig moet nemen. Dat zijn momenten waarvan je je pas achteraf realiseert welke gevolgen ze hebben. En dan moet je leren omgaan met de beslissing die je hebt genomen. Maar ik heb nooit spijt gehad van mijn keuzes.

Viviane de muynck

Mortsel – 6/6/1946

STUDIES

Studeert aan Conservatorium Brussel

THEATER

  • Staat op de planken bij: Toneelgroep Amsterdam, Nationaal Toneel Den Haag, Kaaitheater, Wooster Group (New York).
  • Sinds 1993 lid van Brussels theatercollectief Needcompany (Jan Lauwers)

FILM

Confituur, Tot Altijd, Flying Home, Sprakeloos, Niet Schieten, Red Sandra

SERIES

Oud België, Het Goddelijke Monster, Met Man en Macht

PRIVÉ

Weduwe, moeder van Michel (overleden in 2013)

Je bent pas na je 30ste actrice geworden.

Ik was oorspronkelijk directiesecretaresse. Maar we spreken over een andere tijd. Toen ik op school zat, zagen mijn ouders een acteursopleiding niet zitten. Ik kwam niet uit een artistiek gezin en die wereld was ons vreemd. Tot er dan dingen in het leven gebeuren waardoor je zegt: deze job tot ik 65 ben? Ik denk het niet. Ik was toen al actief in het amateurtheater. En men had mij al vaker aangeraden naar het conservatorium te gaan. Dat heb ik dan uiteindelijk gedaan.

Je had ook pas je man verloren.

Je moet altijd na een groot verlies terug recht krabbelen, en theater was een volledig nieuwe wereld die voor mij open ging, die bevolkt was door jongere mensen, van wie ik veel leerde.

En 45 jaar later sta je nog op scène.

Eigenlijk is het iets waar ik verslaafd aan ben. Een talent, waar ik op bepaalde momenten veel waardering voor krijg. Da’s iets anders dan aandacht. Want eigenlijk ben ik een beetje verlegen. Ik denk dat dit eigen is aan veel acteurs. Maar vanaf het ogenblik dat ik opgetuigd ben als een zeilschip, dan neemt de persona, de uitvergroting het over.

Ik voel ook de behoefte een ander beeld te tonen van oudere mensen. We leven in een maatschappij waarin het toch niet zo is dat ouderen met veel egards behandeld worden. En ik moet altijd nieuwe uitdagingen kunnen aangaan. Ik hoop dat ik nog een stevig rock-‘n-rollgehalte en humor heb. Iets avant-gardistisch. Ik heb altijd graag buiten de lijntjes gekleurd. Verbittering wil ik niet toelaten. Je moet natuurlijk aanvaarden dat bepaalde dingen niet meer kunnen – het onvermijdelijke. Mijn energiepeil is niet meer constant, en mijn geopereerde ogen spelen mij soms parten. Maar mijn geheugen doet het dan weer prima. Ik heb nooit het gevoel: met dit stuk of deze rol moet ik nu eindigen. Er is altijd iets wat ik nog wil doen. Misschien komt er een moment dat ik denk: het is goed geweest. Maar dat moment is nog niet aangebroken.

En hoe zat dat alweer met dat vleugje Chanel?

Ah! Allure van Chanel! Die eau de toilette heb ik altijd bij me. Om een of andere reden durf ik pas met een gerust hart het podium op als ik mezelf daarmee besprenkeld heb.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content