© FRANK BAHNMÜLLER

Urbanus: ‘In mijn hoofd ben ik een kwajongen’

De peetvader van de Vlaamse comedy wordt 70 en is helemaal terug van nooit weggeweest. Wij gingen op de koffie bij Urbain Servranckx, alias Urbanus.

We rijden diep het Pajottenland in, naar het dankzij de strip ‘wereldberoemde’ Tollembeek. Urbanus wacht ons op. Zijn rustige erf laat niet vermoeden dat hij dit jaar alomtegenwoordig is, met een theatershow, tv-hommage, animatiefilm en expo in het Stripmuseum.

PM: Wat een gigantische comeback!

Ik ben ‘ekik’ nooit weg geweest. Het is niet omdat ik niet in de gazetten en de boekskes sta, dat ik stil zit. Ik schrijf mijn stripscenario’s. En ben vorig jaar gestart met een nieuwe theatertournee, mijn corebusiness. Die loopt supergoed, volle zalen. Nergens was er maar één journalist. En nu ben ik weer een hype. Ik ben natuurlijk zeer gelukkig met de aandacht.

De meeste Belgen zijn boos omdat ze pas op 67 met pensioen mogen.

Ik lach daar altijd mee. Da’s door mij dat iedereen nu zo lang moet werken! Ik ben op mijn 15 begonnen en nog druk bezig op mijn 70. Mijn eerste job was in een bakkerij, om 3 uur ’s nachts beginnen tot 4 uur in de namiddag. Ik weet wat hard werken is.

Wie is de Urbanus van bijna 70?

Ja, ze vieren mijn verjaardag een half jaar te vroeg, zo wordt een mens snel oud natuurlijk! Ik maak daar in mijn shows wel eens grapjes over: zitten er hier kinderkes in de zaal? Weten jullie hoe oud ik ben? Ik heb Sinterklaas nog gekend toen hij klein was. Ach, in mijn hoofd ben ik absoluut geen 70. Wanneer ik strips schrijf, ben ik nog altijd een kwajongen.

Je vertelt grappen vaak vanuit het hoofd van een kind.

Teruggaan naar de kinderlijke naïviteit is een tactiek die ik altijd gehanteerd heb. De truc is: je vertelt vanuit het oogpunt van een kind of iemand die niet snapt hoe de dingen in mekaar zitten. Kinderen kunnen supertoffe uitspraken doen. Ze trekken logische conclusies, maar hebben nog niet alle informatie.

Je bent ook erg populair bij kinderen.

Dat komt omdat ik erg visueel vertel, er voldoende naïviteit in zit, en door mijn strips natuurlijk. Ik ben voor hen een beetje Sinterklaas.

Kan je nog op dezelfde manier humor maken als 20 jaar geleden?

Het is wat delicater. Als je op tv komt, kan iedereen je zien en moet je opletten. Op een podium ben je vrijer, omdat de mensen die naar je show komen van je humor houden. Soms zijn er ook moslims in het publiek. Als ik de gelegenheid heb, vraag ik hun of bepaalde dingen hen kwetsen.

Maar de sfeer is inderdaad anders dan 10 jaar geleden, veel politiek correcter. Het is vervelend wanneer fragmenten uit mijn vroegere shows nu, in deze tijd, worden vertoond. Ze zijn dan uit hun context gehaald en dan mag ik het gaan uitleggen. Als humorist moet je met alles kunnen lachen, maar je grap moet goed genoeg zijn, zodat de persoon die zich gekwetst kan voelen, er ook mee lacht. En zelfrelativering is belangrijk: met mezelf lachen en van mijn gebreken een pluspunt maken. Trouwens niet heel de wereld moet je goed vinden. Als de groep die je tof vindt maar groot genoeg is zodat je er kunt van leven. Dan hoef je met de rest geen rekening te houden. Als je wil dat iedereen je graag ziet, doe je niks anders dan jezelf bijpassen. Ach, als er nu echt iets is waar ik mensen mee kwets, zou ik dat veranderen. Het grappiger maken.

Niet heel de wereld moet je goed vinden. Als de groep die jou tof vindt, maar groot genoeg is.

Vroeger was met de kerk lachen moeilijk. Je kerstliedje ‘Bakske vol met stro’ werd beschouwd als blasfemie.

Dat was eind jaren ’70. ‘Bakske vol met stro’ is een parodie op het kerstverhaal. Goden en engelen werden gewone wezens. Ik ontheiligde ze. Dat was toen schokkend. Maar het zijn de vragen die ik graag stel. Wie is dat, God de vader? En Jozef? Intussen weten we: een pluspapa!

Religie houdt je bezig

Ik lach vaak met religie omdat het mij enorm boeit. Ik ben zeer katholiek opgevoed, maar niet overtuigd. Mijn vader is gestorven op zijn 47. Ik was toen 20. Dan wil je weten: is hij er nu nog, of niet meer? Dat is een levensvraag. Ik ben toen naar de pastoor gestapt om duidelijkheid te krijgen. Hij werd kwaad omdat ik nog maar durfde te twijfelen. Dat was voor mij een kantelpunt. Voor mij is geloof een vorm van politiek, om mensen in een bepaalde richting te laten handelen en denken. De God in de Bijbel ontstak trouwens nogal snel in ’toorn’, joeg schrik aan. Dat was makkelijk. Er komt toch nooit iemand terug die zegt: “Potverdikke, het is niet waar wat ze ons verteld hebben.”

Waarom ging je op 15 van school?

Ik wou striptekenaar worden en dacht: al die schoolse kennis gaat teveel plaats innemen in mijn hoofd, dan kan ik mijn eigen ding niet doen. Hoewel de computer toen niet bestond, dacht ik dat mijn harde schijf zou vol raken.

Striptekenaar?

Ik heb altijd ontzettend veel fantasie gehad en er ‘broebelden’ de hele tijd verhalen in mijn hoofd. Ik heb zes jaar tekenles gevolgd in avondschool. In de jaren ’70 waren strips razendpopulair. Maar als beginneling was het moeilijk een plek te veroveren. Het is dan ook fijn dat ik uiteindelijk toch stripverhalen kon maken, samen met Willy Linthout.

Eerst werd je nog kleinkunstenaar

Ik was een veel te bedeesd manneke om op een podium te kruipen. De zangers toen – Will Tura, Frank Sinatra – moesten een schoon kostuum en een orkest hebben. Ze zongen: ik hou van jou, ik blijf je eeeeuwig trouw. De kleinkunst maakte de drempel lager. Ineens werd er gezongen over een paard, een kar. Dat wou ik doen! Uiteindelijk had ik met de verhaaltjes tussen mijn liedjes meer succes. Zo ben ik meer grappen gaan maken. Ik ben een kleinkunstenaar met teveel uitleg en te weinig liedjes.

En dat doe je nog altijd.

Op het podium staan, is wat ik het liefste doe. Als ik nieuwe grappen bedenk, wil ik die delen. Ik schrijf ook aan mijn biografie. Wanneer ze verschijnt, weet ik niet, want ik heb er weinig discipline voor. Ze moet wel om te lachen zijn.

Is de Urbanus op het podium ook de echte Urbain Servranckx?

Wel, je ziet mij hier zitten. Ik ben nu de echte Urbain, maar kan toch niet laten de hele tijd grappen in dit gesprek te foefelen. Ook thuis maak ik graag grapjes, met mijn vrouw en kinderen. Al hang ik natuurlijk niet de hele tijd de onnozelaar uit, een mens moet af en toe ook verantwoordelijk zijn. Laat ons zeggen dat er niet zoveel verschil is, maar Urbain is wel de baas over Urbanus, en niet omgekeerd.

Humor is altijd belangrijk?

Soms vragen mensen mij zieke kinderen te bezoeken die fan zijn. Dan is humor belangrijk. Zo heb ik ooit een jongen van 13 opgezocht die al drie maanden in coma lag na een auto-ongeval. Hij reageerde op niks meer. Heel moeilijke, dramatische situatie. Zijn ouders en verplegers waren erbij. Ik dacht: wat verwachten die mensen nu dat ik doe? Moet ik de clown uithangen? Ik ben bij het comapatiëntje gaan zitten en zei: “Hey, plezante, ik kom helemaal met mijn velooke uit Tollembeek en nu ligt gij hier te maffen”. Ge gaat het niet geloven, maar hij schoot wakker. Na een minuut zakte hij weer in elkaar. Ik raakte in paniek. Maar kort nadien kreeg ik van dat manneke een brief. Waarschijnlijk was ik net dat kleine triggertje geweest.

Komt er een groot feest voor je 70ste?

Eigenlijk ben ik daar niet zo mee bezig. Ik ga het met familie en vrienden ergens in het geniep vieren. Want ik ken dat: je wordt gevraagd van alle kanten, maar meestal willen mensen gewoon zichzelf in de kijker werken. Ik ben al in alle valstrikken getrapt. Dus ik heb geleerd dat van mij af te houden.

Urbanus en de Vuilnisheld. Animatiefilm, vanaf 27/02 in de bioscoop. Urbanus. Tot 29/5 in het Stripmuseum, Brussel. www.stripmuseum.be Theatershow Trecto Pnix. Tot 25/5 op tournee. www.urbanuszelf.eu

Urbanus: 'In mijn hoofd ben ik een kwajongen'
© FRANK BAHNMÜLLER

Tijdlijn

7 juni 1949

Geboren in Dilbeek

1982 tot nu

Theatershows in België en Nederland

Hits

Bakske vol met stro, Madammen met een bontjas, 1-2-3 Rikketikketik, Poesje Stoei

Films

Hector (1987), Koko Flanel (1992), De Vuilnisheld (2019)

Strips

Urbanus (1983 tot nu) – Mieleke, Melleke, Mol / Plankgas en Plastronneke (2003 tot nu)

Televisie

Wie ben ik? (1991), In de ban van Urbanus (2006), Jury Slimste Mens (2010)

Privé

Getrouwd met Nadine Mignon, vader van Liesa, Lowie en Marieke

Partner Content