Tien tips voor een toffe groepsreis

Of reizen in groep een nachtmerrie wordt of een toffe belevenis hebben we in vele gevallen grotendeels zelf in de hand. Gebruik onze tips en geniet er met volle teugen van!

Jawel, er zijn en blijven veel goede redenen om te kiezen voor een groepsreis. Dat u zelf (bijna) geen organisatiewerk hebt, bijvoorbeeld. Je leert ook nieuwe mensen kennen met wie je ervaringen kunt delen. Je komt op plekken waar je op je eentje of als koppel waarschijnlijk nooit zou geraken. De inbreng van de gidsen kan verrijkend zijn en niet zelden is een groepsreis financieel voordelig.

“Het is in ieder geval belangrijk dat we om de goede redenen voor een groepsreis kiezen. Bewust opteren voor de voordelen van het vertoeven in groep vormt een goede motivatie. Hopen een nieuwe partner te leren kennen, is dan weer een veel minder goede reden omdat dit meestal toch niet lukt. Een groepsreis is evenmin iets voor u als u honderd percent privacy wilt. U moet in staat zijn gedurende één of meer weken prettig samen te leven met mensen die wellicht andere gewoonten en opvattingen hebben dan u.”

Zo luidt het basisadvies van Griet Van Vaerenbergh en Birgit Verspeek. De eerstgenoemde is lector sociale psychologie, de tweede lector groepsdynamica aan het departement Toegepaste Psychologie van de Lessius Hogeschool in Antwerpen. Beiden hebben zich gespecialiseerd in groepsprocessen. Volgens hen maken we een goede kans op een geslaagde reis als we (enkele van) de onder-staande vuistregels in acht nemen.

1 Kies een reis die bij u past.

“Als alleenstaande wilde ik een culturele reis naar Zuid-Spanje maken”, getuigt Christiane uit Tongerlo op de website van Plus Magazine. ” Een week lang reisde ik mee met de bus. Maar ik heb de hele tijd alleen gezeten want alle anderen waren koppels. Op die manier ga ik nooit meer op reis!”

“Het is absoluut nodig dat we een groepsreis kiezen die bij ons past”, reageren onze deskundigen. “Weet waaraan u begint! Kijk vooraf goed naar het programma, het comfort, de overnachtingsplaatsen en de lichamelijke moeilijkheidsgraad van de reis. En vooral naar de samenstelling van de groep. Gaat het om een natuurreis, dan mag u veel wandelingen verwachten en natuurfotografen in het gezelschap. Dat laatste betekent dat u vaak zult moeten wachten tot alle beelden geschoten zijn. Het reisbureau of de reisorganisatie moet u vooraf bij benadering kunnen zeggen wat voor mensen en welke leeftijden u in het gezelschap mag verwachten (koppels, alleenstaande, ouderen, jongeren...). Wilt u zich niet eenzaam voelen tussen koppels, kies dan voor een singlesreis.”

2 Ken de fasen van een groepsreis.

Elke groepsreis verloopt in vier fasen en het maakt ons alerter als we dat vooraf weten. Alles start met de kennismakingsfase in de eerste twee dagen. In de groep gaan we snel subgroepjes vormen. Gelijkgestemde mensen die elkaar vinden en voor de rest van de reis vaak met elkaar optrekken. Zoals lezeres Marielle uit Pâturages: “Ik houd er niet van dat men mij mensen opdringt die me niet liggen. Daarom zoeken mijn man en ik van bij het vertrek meteen naar een koppel dat ons bevalt. Bij de aankomst in het hotel sla ik een praatje met hen over koetjes en kalfjes en uiteindelijk stel ik hun voor samen een tafel van vier te vormen.”

Eens de kennismaking voorbij is, volgt de machtsfase (meestal dag drie of vier): er komt altijd een informele leider naar boven die de groep in handen wil nemen. Komt hij goed over-een met de reisleider, dan zal alles waarschijnlijk zonder spanningen verlopen (iedereen kent zijn plaats!). Is dat niet het geval, dan zal de informele leider proberen een kliekje rond zich te verenigen dat samenspant tegen de reisleider. Het komt eropaan op dat moment niet in die val te trappen en niet mee te lopen met anderen om aanvaard te worden.

Gelukkig komt dan de leukste fase van de groepsdynamiek, de affectieve fase . We gaan ons goed voelen in het subgroepje dat we gevormd hebben. De gesprekken worden dieper, we focussen op wat ons bindt, en er kunnen ook blijvende vriendschappen ontstaan.

De afsluitfase start zodra iemand luidop iets zegt in de zin van “Overmorgen gaan we naar huis”. Ineens krijgen we een schok die ons weer met thuis verbindt. We bellen naar huis om het ophalen af te spreken en we beginnen afstand van de anderen te nemen. De groep valt uiteen. Vaak beloven we de mensen van ons subgroepje contact te houden, maar meestal verwatert dat snel.

3 Spreek een gedragscode af met uw kamergenoot.

Wie alleen meereist met een groep en geen singletoeslag wil betalen, zal in de meeste gevallen een kamer moeten delen. Zelfs al denkt u die vrouw of man goed te kennen, verrassingen zijn nooit uitgesloten. “Het best spreekt u met hem of haar bij het eerste uur al een gedragscode af”, raden Griet Van Vaerenbergh en Birgit Verspeek aan. “Wie doucht als eerste, ’s morgens? ’s Avonds? Wie leest graag in bed en wie staat ’s nachts vaak op? Over al die zaken kunt u afspraken maken en u eraan houden. Denk vooral niet dat u uw kamergenoot zult kunnen veranderen. Neem zeker oordopjes mee (hij of zij kan snurken) en zwijg ’s morgens als hij of zij een ochtendhumeur heeft. Bij het maken van de afspraken mag u zeker uw grenzen stellen. Zeg dus vooraf dat u bijvoorbeeld niet graag hebt dat uw kamergenoot midden in de nacht televisie kijkt.”

4 Blijf uzelf.

Ga niet de veelprater of de grappenmaker uithangen als u dat niet bent, in de hoop dat iedereen u leuk zal vinden. Dat lukt toch nooit: in de meeste reisgezelschappen maakt u kans dat één derde van de deelnemers u aardig vindt. Eén derde zal niet met u kunnen opschieten en één derde neemt een neutrale houding aan.

5 Doe de ik-boodschap.

Vertel altijd meteen wat op uw lever ligt, maar doe het diplomatisch. Een goede methode is de zogenaamde ik-boodschap. In plaats van iemand rechtstreeks te beschuldigen, deelt u hem of haar uw eigen gevoelens mee. Vermijd algemeenheden als “nooit”, “iedereen” of “altijd”. Ook een vraagvorm is minder direct. In de plaats van: “Jij komt altijd te laat, iedereen vindt dat erg”, kunt u de eeuwige telaatkomer beter zeggen: “Ik heb gezien dat je gisteren en vandaag niet op tijd was. Ik heb het gevoel dat je de groep niet respecteert en dat vind ik niet leuk.” Iemand die nooit zijn deel in de groepstaken opneemt, valt u beter niet aan met: “Je hebt wéér niet afgewassen”. U kunt beter vragen: “Ik heb gisteren en vandaag afgewassen maar heb gemerkt dat jij tijdens de afwas altijd op het terras blijft zitten. Klopt dat?”

6 Gebruik de kracht van humor.

Kleine conflicten (met de kamergenoot, bijvoorbeeld) kunt u beter eerst proberen op te lossen met een kwinkslag dan met een zware discussie. In elke groepsreis is relativeren een must.

7 Weet dat anderen zich ook aan u kunnen ergeren.

Iedere mens heeft kernkwaliteiten en ergert zich aan het tegenovergestelde van die kwaliteiten (de perfectionist tegenover de nonchalante medemens, de initiatiefnemer tegen-over de meeloper). Eer we een medereiziger aanspreken, kunnen we ons beter eerst afvragen waarom we ons aan zijn of haar gedrag ergeren. En daarna zoeken naar positieve kwaliteiten van de persoon in kwestie.

8 Neem tijd voor uzelf.

In het programma van groepsreizen zijn tegenwoordig bijna steeds momenten voorzien waarin u precies dat kunt doen wat u wilt, zonder de anderen. Die uren hebt u ook nodig. Vul ze zo prettig mogelijk in.

9 Schakel de reisleider in.

Wees niet bang de reisleider in te schakelen als u zich niet happy voelt. U hebt betaald voor zijn hulp en het is zijn taak al zijn diplomatie aan te wenden en sluimerende conflicten te bedwingen. Hij moet heel veel praten met iedereen, open communiceren en aandacht geven aan minder mondige mensen. En vooral zelf de leiding behouden. Ervaren reisleiders weten dat.

10 Ga efficiënt om met ergerlijke mensen.

In bijna elke groep zult u één of meer van de volgende types ontmoeten. Geef ze niet de kans uw reis te bederven, adviseren onze deskundigen. En reageer op een diplomatische maar efficiënte manier.

De telaatkomer: bij ieder vertrek of elke afspraak is hij te laat. Hij houdt alles en iedereen op.

De beste reactie: geef hem een ik-boodschap (zie tip 5) en schakel de reisleider in. Het is zijn verantwoordelijkheid dat alles vlot verloopt.

De Nepalganger: in reiskringen is dat de bijnaam van degene die voortdurend over al zijn vorige reizen en avonturen vertelt.

De beste reactie: zoek bij hem of haar naar andere kwaliteiten of interesses, en leid het gesprek in die richting. Vraag u ook af waarom u zich aan zijn verhalen ergert. Misschien bent u gewoon een beetje jaloers?

De klager: nooit is het goed, in elk onderdeel van de reis (vooral aan tafel!) vindt hij iets om over te zeuren.

De beste reactie is, hem gewoon te negeren. Als u toch reageert, beloont u hem en weet hij zich aangemoedigd in zijn negativisme.

De betweter: hij weet altijd méér dan de gids, voert het hoge woord en probeert iedereen te overvleugelen.

De beste reactie: zorgen dat zijn positie niet te belangrijk wordt, zonder hem belachelijk te maken. Vraag u af waarom hij zich zo gedraagt. Hij is misschien onzeker en zoekt erkenning. Geef hem die op een andere manier: vraag hem bijvoorbeeld de kaart te lezen en de route bij te houden. Zo wordt hij minder storend en voelt hij zich toch belangrijk.

De grappenmaker: hij vertelt de hele tijd twijfelachtige moppen of trekt alles in het belachelijke.

De beste reactie: vooral niet lachen, want zo vertoont u kuddegedrag. Voer een gesprek met hem over een ernstig onderwerp. Op het einde van dat gesprek kunt u zeggen: “Ik dacht dat je alleen grappen kon maken, maar ik ben blij dat je ook serieus kunt zijn”. Zo kan hij zijn rol – de leukste willen zijn – loslaten.

De versierder: hij is duidelijk op zoek naar een relatie en dringt zich op aan de vrouwen in het gezelschap.

De beste reactie: vraag de reisleider een gesprek met de man te voeren. Die moet hem duidelijk maken dat het vinden van een partner niet het doel is van deze reis. Bruuskeer hem zelf niet, want een afgewezen man is geen leuk reisgezelschap.

De bullebak: hij eet het hele buffet leeg, heeft geen tafelmanieren, steekt voor en loopt graag halfnaakt rond.

De beste reactie: geef hem een ik-boodschap (zie 5) en vraag u af waar-om u zich zo ergert. Probeer te relativeren: ga elders zitten en bedenk dat de reis maar één of twee weken duurt.

De vleier: hij is niet weg te slaan van de reisleider en eist altijd diens aandacht op.

De beste reactie: spreek de reisleider hierop aan (“Wij zijn er ook nog”). Een goede reisleider maakt elke dag met iedereen een praatje.

De doemdenker: hij vertelt graag over alle miserie en triestige voorvallen in zijn leven. Morgen kan het alleen nóg slechter gaan.

De beste reactie: oppassen, want de man kan echt depressief zijn. Probeer niet hem te helpen, want dat kunt u toch niet en bovendien is het úw vakantie. U kunt wel proberen het gespreksonderwerp te verschuiven naar minder pessimistische thema’s.

Partner Content