Sterke Stany Crets in Groenten uit Balen

In de nieuwe Vlaamse film Groenten uit Balen zien we een ijzersterke vertolking van Stany Crets als de fabrieksarbeider Jan die tijdens een staking zekerheden in zijn leven en zijn gezin ziet sneuvelen. Plusmagazine.be sprak met hem.

We schrijven 1971. In de zinkfabriek Vieille Montagne in Balen breekt een staking uit die door de vakbonden niet erkend wordt. In het gezin van Jan Debruycker (Stany Crets) maakt de dagelijkse routine langzaam plaats voor ontreddering. Jan en zijn vrouw Clara (Tiny Bertels) zijn net aan het cijferen om hun citéhuisje te kunnen kopen. Gaan ze nu moeten leven van het pensioen van de inwonende opa (rol van Michel Van Dousselaere)? Bovendien wordt dochter Germaine (Evelien Bosmans) ontslagen in de supermarkt waar ze werkt. Al vindt ze dat zelf niet erg want ze droomt van een ander leven. Als klap op de vuurpijl wordt ze ook nog eens zwanger van een student die de stakers komt helpen. Jan moet in korte tijd heel wat verwerken en tegelijk zien we hem langzaam veranderen van een weinig collegiale “rat” naar een militante staker.

Walter Van den Broeck – hij wordt in de film beloond met een klein rolletje – schreef zijn toneelstuk Groenten uit Balen in 1972. Bijna veertig jaar later is de verfilming rond dank zij regisseur Frank Van Mechelen en het scenariowerk van Guido Van Meir.

De film mag zich inschrijven in het rijtje goede Vlaamse films waarmee we de jongste twee jaar verwend worden. Verrassend is de sterke hoofdrolvertolking van Stany Crets als Jan Debruycker. Iemand die we vooral kennen van komische of hilarische rollen en scenario’s, toont hier een nieuw facet van zijn talent.

Plus Magazine: Je wordt op 11 december 47. De mei’68-tijd heb je niet bewust meegemaakt. Hoe heb je je dan zo goed in die rol kunnen inleven.

Stany Crets: “We hebben gedraaid aan de Vieille Montagne zelf en onder de figuranten bevonden zich heel wat mensen van wie de vader of grootvader tot de stakers behoorden. De verhalen kwamen vanzelf. Ik was zelf zeven jaar in 1971. De seventies en de oliecrisis heb ik toch al redelijk bewust meegemaakt. Mijn vader was een arbeider in de diamantbewerking, mijn moeder naaister in een atelier. Ik ken het milieu dus wel, ook al heb ik nooit in een cité gewoond.”

De film tekent nauwgezet en soms nostalgisch het leven in Vlaanderen in het begin van de seventies. De posters uit de Joepie, Will Tura op de televisie, de verpakkingen van Soubry en iedereen die er vrolijk op los paft. Toch is het beeld ook realistisch en ontnuchterend: het leven was hard voor fabrieksarbeiders.

Stany Crets: “Dat wel, maar daartegenover stond de reuzengrote solidariteit tussen de mensen. Bovendien lag de beslissingsmacht veel dichter bij de mensen dan vandaag. In de film zie je hoe het stakerscomité rechtstreeks met de banken en de directie gaat praten. Vandaag zou dat onmogelijk zijn, want de beslissingsmacht zit ergens verborgen in Singapore of New York. In die zin voel ik wel sympathie voor de indignados en de Occupy-beweging.”

Je hebt nochtans niet het imago dat je je vaak engageert voor ‘politiek correcte’ doeleinden...

Stany Crets: ” Ik ben geen barricadespringer of een politiek mens, dat is waar, maar ik snap wel dat je als burger niet alles kunt blijven slikken. De bezuinigingen die op ons afkomen, zullen toch weer vooral de doorsneeburger treffen, ook al ligt de schuld voor de financiële chaos in de eerste plaats bij de banken. In die zin zie ik wel parallellen tussen de film en de situatie vandaag. Op een gegeven moment is het op.”

Mensen die indertijd de contestatiebeweging bewust hebben beleefd, zullen zich waarschijnlijk ergeren aan het beeld dat de film van de studenten aan de fabriekspoort schetst. Ze komen nogal onnozel en oppervlakkig over...

Stany Crets: “Ook dat is waar, maar dat komt omdat het toneelstuk en het scenario helemaal geschreven zijn vanuit het perspectief van de stakende arbeiders. Voor hen waren die studenten een bende kwieten.”

Het publiek ken je vooral van komische rollen, vermommingen, bijdragen tot musicals en dergelijke. Deze rol werpt een heel ander licht op Stany Crets als acteur.

Stany Crets: “Dat imago is niet mijn keuze, het is een straatje waarin je op een gegeven moment terechtkomt. Ik moet daarover niet flauw doen. Ik weet van mezelf dat ik mensen graag doe lachen. Ik verdien geld met humoristische scenario’s. Maar tegelijk ben ik een gewone acteur die ook andere dingen wil doen. Ik kan alleen maar hopen dat ik rollen zoals deze toegeschoven krijg. Voor ‘Groenten uit Balen’ heb ik geluk gehad. Regisseur Frank Van Mechelen is al jaren een vriend. De film speelt zich af in de Kempen en ik ben een Kempenaar...”

Welke scène is je het meest bijgebleven?

Stany Crets: “De Velponscène, wanneer de dochter thuiskomt met de boodschap dat ze ontslagen is in de supermarkt. De dag waarop we deze scène hebben gedraaid, zal ik niet snel vergeten. Alles klopte. Ik werd meegenomen door het acteerwerk van Evelien en Tiny en opgetild tot een hoogte waarvan ik wist: als acteur ben ik hier nog niet geweest. Dat was geweldig. In deze film heb ik ook alle emotionele registers kunnen opentrekken en dat is me nog nooit overkomen. Op de set had ik al het gevoel dat ik goed bezig was.”

Waarom zien we je dan zo weinig in zulke rollen?

Stany Crets: “Om ik ze zo zelden aangeboden krijg, zo simpel is dat. En als niemand ze aanbiedt, moet ik ze zelf schrijven. Juist daarom heb ik mijn eigen rol geschreven in de tv-serie Oud-België. En in de toekomst zal ik dat blijven doen als het nodig is.”

Wat mogen we binnenkort van je verwachten?

Stany Crets: “Op 16 februari gaat de Vlaamse versie van de musical The Producers in première. Daarvoor heb ik het scenario vervlaamst en ik doe ook de regie. Verder ben ik nu bezig met het scenario voor de komische film ‘Lee & Cindy C.’ Toegegeven: weer twee humorprojecten. Maar ik ben ook beginnen te schrijven – met een rol voor mezelf – aan een dramatische tv-serie. Die moet de wereld echter niet verwachten vóór twee jaar.”

Je bent vader van twee zoons en een dochter. Stel dat je eigen dochter, zoals Germaine in de film, op 18 jaar thuiskomt met de mededeling dat ze zwanger is. Hoe zou je reactie zijn?

Stany Crets: “Ik denk dat ik dat niet prettig zou vinden. Ik zou haar geen rammeling geven zoals Jan dat doet in de film, maar ik zou toch stevige argumenten gebruiken om haar te overtuigen dat ze het kind niet moet houden. Op 18 jaar moet je nog te veel dingen in de wereld beleven om dan al met een kind te zitten. Gelukkig is Penny nog jong en kunnen mijn vrouw en ik ervoor zorgen dat het nooit zo ver komt. Bij voorbeeld door haar een goede seksuele opvoeding en anticonceptiemiddelen te geven. We leven niet meer in 1971. De film mag dan nostalgisch zijn, dat stuk nostalgie mogen ze houden!”

Groenten uit Balen is vanaf 15 december te zien in de bioscoop.

Partner Content