© WIM KEMPENAERS

Serge Simonart: ‘Jongeren moeten niet te veel klagen’

In zijn nieuwste boek ‘Het leven en hoe het te leiden’ bundelt journalist en schrijver Serge Simonart al zijn levenswijsheid, met als doel: zijn zoontje en bij uitbreiding de hele volgende generatie behoeden voor dezelfde fouten.

Zestig is hij intussen, de man die naam en faam verwierf dankzij interviews met ’s werelds grootste rocksterren. Dan heeft een mens natuurlijk al wat levenservaring. Er is géén generale repetitie voor het leven, je krijgt maar één kans, vertelt Simonart op zijn kenmerkende, gepassioneerde wijze wanneer we hem ontmoeten in de groene Antwerpse rand. Je kan dus maar beter een goede handleiding hebben.

Een handleiding voor het leven. Da’s een niet gering opzet.

Ons zoontje is nog maar tien jaar. De vrees bekroop mij dat wanneer ik vroeg zou sterven, ik mijn levenservaring niet meer met hem zou kunnen delen. Aanvankelijk nam ik filmpjes op, waarin ik mij tot hem richtte met de boodschap: ik ben er niet meer, maar luister want ik help je op weg in het leven. Al sinds mijn zeventiende, meer dan 40 jaar, heb ik mijn bevindingen, observaties en inzichten opgeschreven: over werk, relaties, valkuilen... Toen ik ze doornam, realiseerde ik mij dat ze niet alleen nuttig zijn voor mijn kind, maar voor alle opgroeiende mensen die hun weg nog moeten zoeken, en voor de ouders en grootouders die hen daarin bijstaan.

Je zegt dat je zelf graag zo’n boek had gehad als jongere. Wat zou je anders gedaan hebben?

Alles! Of toch bijna. Ik heb nochtans een goed leven, ben gelukkig en niet marginaal of dakloos. Maar ik zou álles anders hebben gedaan als ik toen wist wat ik nu weet. Preventie kan je letterlijk honderden problemen besparen.

Heeft je zoon het al gelezen?

Nee, hij is te jong. Zestien vind ik een betere leeftijd. Want er staan toch dingen in die een kind van tien nog niet hoeft te weten. En het moet ook doordringen. Het grote probleem van pubers en prepubers is dat ze over het algemeen een gesloten geest hebben. Da’s echt een fout van de schepping: pubers denken dat ze alles al weten. Ze lopen liever met hun kop tegen de muur dan te luisteren naar ouderen.

Misschien moet elke generatie zijn eigen fouten maken.

Da’s juist. Daarom vind ik de Griekse filosofen uit de Oudheid niet zo nuttig. Sommige van hun uitspraken hebben hun waarde, maar om ze nu echt als referentiepunt te zien? De mens van nu is een totaal ander wezen, in een compleet andere wereld. Ik kan duizend dingen opnoemen die niet bestonden in de tijd van Aristoteles of Plato. Sommige filosofen waren trouwens als mens nogal vreemde kwieten: misantropen of kluizenaars. Wat weten die van het leven? En toch worden deze filosofen keer op keer geciteerd.

Waarom vind je jezelf wel een goede gids voor ‘het leven’?

Ik ben 60 en dus ervaringsdeskundige. Ik heb tot nu toe meer dan 2.000 mensen geïnterviewd: grote pop- en filmsterren, schrijvers, maar ook rechters en ceo’s, mensen uit zeer uiteenlopende milieus. Voor mijn journalistieke concept ‘Onze Man’ heb ik mij zo’n 60 keer ondergedompeld in telkens een andere biotoop. En ik heb ontzettend veel gereisd. Al die dingen samen, maken dat ik een inzicht heb in verschillende soorten mensen en milieus. Dus ik denk dat ik goed geplaatst ben om raad te geven. Al benadruk ik sterk dat ik niet de grote goeroe ben die zegt: ik weet alles en zo moet je leven. Niemand is ooit volleerd.

Heb je in die 40 jaar inzichten moeten bijstellen?

Uiteraard. De maatschappij evolueert, en de meeste mensen hopelijk ook. Vroeger keek ik bijvoorbeeld neer op spreuken en zegswijzen: dat waren de wijsheden van oude mensen. En vaak maak je de fout iets niet interessant te vinden omdat het nu eenmaal van ouderen komt. Maar later besef je dat die spreuken de gekristalliseerde wijsheid vormen van ettelijke generaties. En dat je daar geen speld tussen krijgt!

Je bent in je boek wel streng voor jongeren: ze hebben geen excuus om geen kansen te grijpen.

Jongeren vandaag zijn absoluut verwend en minder weerbaar. Er is een immens gesubsidieerd aanbod van activiteiten en voorzieningen. Voor elk probleem bestaat hulp of een dienst, of je nu ADHD, autisme of een andere aandoening hebt. Allemaal dingen waar vorige generaties enkel maar konden van dromen. Jongeren moeten dus niet te veel zagen en klagen.

Het leven is niet wat je overkomt, maar wat je zorgt dat je overkomt, zeg je.

Dat is toch de enige houding die je kan aannemen? Ook al heb je nooit honderd procent controle over je leven. Het is eigenlijk een andere manier om te zeggen: neem je lot in eigen handen. Wacht niet af. Blijf niet op je stoel zitten tot iemand de deur opendoet. Nee, doe zelf de deur open. En als die niet opengaat, dan zijn er nog twintig andere deuren waarop je kan bonzen.

De ondertoon is wel, als je het niet goed hebt, dan heb je het zelf gezocht.

Maar dat is de ondertoon van onze maatschappij! We leven in een kapitalistische westerse democratische samenleving. Je kan dat niet tof vinden, maar da’s nu eenmaal de realiteit. We wonen in de 21ste eeuw in een welvarend land, waar de overheid – die weliswaar niet perfect is – grote inspanningen doet om mensen te helpen. Grosso modo hebben wij het beter dan waar ook ter wereld. Ik zeg niet: als je geen miljardair wordt, ben je een mislukkeling! Ik zeg alleen dat je geen enkel excuus hebt om het in dit land, waar je met je kont in de boter bent gevallen, niet te proberen. En ik geef grif toe dat ik ook fouten heb gemaakt. Mijn eerste jaar aan de universiteit heb ik door mijn verregaande nonchalance moeten overdoen. Maar net daarvoor probeer ik jongeren te behoeden.

Serge Simonart: 'Jongeren moeten niet te veel klagen'
© WIM KEMPENAERS

Je waarschuwt uitgebreid voor winstbejag, dubbele agenda’s, jaloerse en gefrustreerde mensen... Is de wereld zo slecht?

Ik zeg inderdaad: pas op! Maar het zou zinloos zijn jonge mensen niet te waarschuwen voor gevaren. Er is nu eenmaal veel om voor te waarschuwen, er zijn veel valkuilen en horden die je moet nemen. En helaas ook valse mensen. Niet alles en iedereen is sympathiek en gezellig. Je moet daarin gewekt worden als jong mens. Veel jongeren slaapwandelen door het leven. Ze amuseren zich wel, maar zijn zich te weinig bewust van de wereld rondom hen en de gevolgen van de keuzes die ze maken.

Je lijkt een strenge vader.

Bij mij thuis zou nu luid hoongelach weerklinken. Mijn vrouw en ik zijn allebei dolverliefd op ons zoontje. Wij nemen ons elke dag voor hem niet te verwennen, maar dat mislukt elke dag. Ik ben wel streng in die zin dat ik mijn zoontje niet toelaat lui te zijn.

Je pleit ervoor enkel na rijp beraad aan kinderen te beginnen. Ben je daarom pas op je 50ste vader geworden?

Nee, ik ben lang egoïstisch en lichtzinnig geweest. Ik was te veel bezig met mezelf, wilde 101 dingen doen die niet te combineren vielen met het ouderschap. En dus heb ik gewacht tot ik meer bezadigd en altruïstisch werd en minder ging reizen. Zo kon ik mijn kind beter opvoeden. Maar het klopt dat de biologie niet helemaal strookt met onze mentale ontwikkeling. Biologisch gezien is het aangeraden op jongere leeftijd kinderen te krijgen, maar als mens ben je een betere ouder op latere leeftijd: dan heb je zo veel meer ervaring, inzichten, warmte en liefde. Dat heeft de natuur alweer niet goed geregeld!

Voor welke valkuilen hebben jouw ouders jou willen behoeden?

Mijn ouders zijn nu achterin de tachtig en atypisch omdat ze als kind nog de oorlog hebben meegemaakt. Daardoor hebben ze altijd zeer voorzichtig geleefd, gehamerd op zekerheid, een vaste job, je indekken: dat heb ik keer op keer als goede raad gekregen. Ze hebben mij ook tot in den treure gewaarschuwd voor drugs en alcohol en daar ben ik hen dankbaar voor. Ik heb nooit een generatieconflict gekend. Gelukkig had ik altijd een bullshitdetector. Ik kan goed door pose en nep kijken. Drugs zijn niet cool, maar ongezond, dealers zijn slechte mensen, en gebruiken is een vorm van theater om je interessant te maken.

Heb je ook levenslessen voor je generatiegenoten?

Denk nooit dat je alles weet en blijf je interessesfeer vergroten. Anders word je mentaal onvruchtbaar of blasé. Verstarring is het grootste gevaar dat de ouder wordende mens bedreigt. Dan verengt je brein, je blik en je wereldbeeld. Zelf sta ik heel gulzig in het leven: ik wil alles meemaken, alles zien, alles lezen en liefst nog 30 romans schrijven. Zelfs al word ik 100, dat zal niet kunnen. Dat vind ik erg, dat ik niet de tijd zal hebben om alles te doen.

Het leven en hoe het te leiden – Serge Simonart – Borgerhoff & Lamberigts – 24,99 euro – isbn 9789463935104

Serge Simonart

  • 1960: Geboren in Antwerpen
  • Studeert communicatiewetenschappen aan de VUB
  • Muziekjournalist bij binnen- en buitenlandse bladen.
  • Schrijver van romans, o.a. Een medaille van vlees en bloed, Verlangen, Machiavella, Klaproos.
  • Fotoboek en Klara-reeks Venezia.

Partner Content