Aan het huidige tempo duurt het nog vijftig jaar vooraleer het Vlaams Bovenlokaal Fietsroutenetwerk af is, terwijl dat eind 2012 al klaar had moeten zijn. Dat zegt het Rekenhof in een kritisch verslag over de Vlaamse fietsinfrastructuur.
Het Bovenlokaal Fietsroutenetwerk (BFF) werd gelanceerd rond de eeuwwisseling en moest een netwerk van verbindingen worden voor functionele verplaatsingen. Het moest de Vlamingen aanmoedigen ook de fiets te nemen voor verkeer naar het werk, de school of de winkel. Het is nog steeds een van dé mobiliteitsuitdagingen van de huidige regering: de Vlaming neemt wel de fiets voor een tochtje op zondag, maar niet om te gaan werken.
Het Rekenhof ging na hoe het is gesteld met de 12.086 kilometer die het netwerk moeten gaan vormen. De conclusie is niet hoopgevend. "Gemiddeld wordt 75 kilometer aan nieuwe fietspaden per jaar aangelegd", stelt het Rekenhof in zijn rapport. "Nog 3.637 kilometer wacht op aanleg en 4.444 kilometer op aanpassing. Aan dit tempo zou het nog bijna vijftig jaar duren voor het volledige netwerk gerealiseerd is, terwijl het eind 2012 klaar had moeten zijn."
Minder dan een derde van de fietspaden op het bovenlokaal netwerk voldoet aan de kwaliteitsstandaarden, terwijl het met de fietsersveiligheid achteruit blijft gaan. Het aantal fietsers onder de verkeersslachtoffers is intussen toegenomen tot één op vier. Vooral het aantal lichtgewonden gaat omhoog, terwijl de fiets slechts instaat voor 11 procent van de functionele verplaatsingen.
Ben Weyts onderschrijft de resultaten van het Rekenhof, maar wijst ook de lokale besturen op hun verantwoordelijkheid. Vlaanderen heeft immers maar een 3.500-tal kilometer in eigen beheer. De minister beloofde dit voorjaar om de resterende jaren van deze legislatuur elk jaar 100 miljoen euro uit te trekken om de fietsinfrastructuur te verbeteren. De focus ligt op de 'Vlaamse ruit'.
Het Bovenlokaal Fietsroutenetwerk (BFF) werd gelanceerd rond de eeuwwisseling en moest een netwerk van verbindingen worden voor functionele verplaatsingen. Het moest de Vlamingen aanmoedigen ook de fiets te nemen voor verkeer naar het werk, de school of de winkel. Het is nog steeds een van dé mobiliteitsuitdagingen van de huidige regering: de Vlaming neemt wel de fiets voor een tochtje op zondag, maar niet om te gaan werken. Het Rekenhof ging na hoe het is gesteld met de 12.086 kilometer die het netwerk moeten gaan vormen. De conclusie is niet hoopgevend. "Gemiddeld wordt 75 kilometer aan nieuwe fietspaden per jaar aangelegd", stelt het Rekenhof in zijn rapport. "Nog 3.637 kilometer wacht op aanleg en 4.444 kilometer op aanpassing. Aan dit tempo zou het nog bijna vijftig jaar duren voor het volledige netwerk gerealiseerd is, terwijl het eind 2012 klaar had moeten zijn." Minder dan een derde van de fietspaden op het bovenlokaal netwerk voldoet aan de kwaliteitsstandaarden, terwijl het met de fietsersveiligheid achteruit blijft gaan. Het aantal fietsers onder de verkeersslachtoffers is intussen toegenomen tot één op vier. Vooral het aantal lichtgewonden gaat omhoog, terwijl de fiets slechts instaat voor 11 procent van de functionele verplaatsingen. Ben Weyts onderschrijft de resultaten van het Rekenhof, maar wijst ook de lokale besturen op hun verantwoordelijkheid. Vlaanderen heeft immers maar een 3.500-tal kilometer in eigen beheer. De minister beloofde dit voorjaar om de resterende jaren van deze legislatuur elk jaar 100 miljoen euro uit te trekken om de fietsinfrastructuur te verbeteren. De focus ligt op de 'Vlaamse ruit'.