We spreken af in het UZ Brussel, waar hij werkt. Al oefent deze rusteloze natuur niet slechts één job uit. Hij runt ook een privékliniek in Aalst, heeft een praktijk in Marbella, is ondervoorzitter van het OCMW in Lede en heeft een uitgesproken visie op gezondheidszorg.
...
Pedro Brugada: 'We zorgen beter voor onze auto dan voor ons hart'
Zelfs nu hij 65 is en 40 jaar dienst heeft, denkt hartritmespecialist Pedro Brugada niet aan stoppen. De sympathieke dokter met Spaans accent en dito temperament bruist van energie en heeft een boek uit over... ons hart.

We spreken af in het UZ Brussel, waar hij werkt. Al oefent deze rusteloze natuur niet slechts één job uit. Hij runt ook een privékliniek in Aalst, heeft een praktijk in Marbella, is ondervoorzitter van het OCMW in Lede en heeft een uitgesproken visie op gezondheidszorg.Ik was 26 en pas afgestudeerd als cardioloog toen ik een boek kocht over hartritmestoornissen. Ik begreep er niets van en besloot stage te lopen bij de auteur: dat was in Maastricht. In 1980 vertrok ik voor zes maanden. Maar ik kreeg snel een vaste job en ben gebleven. Wij behandelden in Maastricht ook Belgische patiënten. Zo kwam ik in contact met het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst, dat mij vroeg te komen. Daar heb ik het eerste centrum voor ritmestoornissen in België opgericht. België is nu mijn definitieve stek, samen met mijn Vlaamse vrouw Kristien. Negen keer per jaar ben ik in Marbella, we groeperen dan het werk.Het was de uitdrukkelijke wens van mijn moeder dat ik verder zou studeren en niet de boerderij zou overnemen. Ik was nochtans geen briljante student in het middelbaar. Ik hield meer van schilderen, muziek en zwemmen. Op mijn 16 trok ik naar de universiteit van Barcelona. Ik startte met geneeskunde én filosofie, want ik wist nog niet wat ik wou. Na het eerste jaar haalde ik het maximale aantal punten in geneeskunde: mijn keuze was duidelijk.Nee, ik was een voorbeeld voor hen. We hebben zes jaar samengewerkt. Mijn ouders hebben ons succes nog kunnen meemaken.Dat erfelijkheid een voorspellende factor is. Als je uit een familie met hart- en vaatziekten komt, loop je een groter risico en moet je je laten onderzoeken. Een groot misverstand is dat sporten beschermt tegen hartproblemen.In ons land gaat slechts 0,1% van de middelen naar preventieve geneeskunde. We kunnen in cardiologie duizenden dingen doen, maar curatieve geneeskunde is erg duur. We moeten een totale switch maken naar preventie. We vinden het normaal een mammografie te laten uitvoeren. Waarom dan geen verplichte screening van het hart? Het is doodsoorzaak nummer één. Eén op de drie mannen overlijdt aan een hartkwaal, bij vrouwen - en dat wordt vaak onderschat - is dat zelfs nog iets meer. Ik pleit dan ook voor een hartscreening voor elke twaalfjarige. Het hart is onmisbaar, als dat stopt, is het gedaan. We kunnen mensen niet zomaar een nieuw hart geven. Transplantaties zijn zeer beperkt.Eigenlijk zorgen we beter voor onze auto dan voor ons hart. Wanneer je gaat skiën, laat je je auto vooraf controleren of hij wel geschikt is voor sneeuwgebied. En wat doe je voor jezelf? Checken of je het wel aankan om op 3.000 meter hoogte te sporten? Nee, je doet niets!We accepteren dat onze autoverzekering werkt met een bonus-malussysteem. Maar in de gezondheidszorg vinden we dat alles gratis moet, ongeacht ons risicogedrag. Of iemand rookt is vrij makkelijk vast te stellen. Voeding en drank is complexer, maar van roken weten we zeker dat het schadelijk is. Als een roker ziek wordt en hij moet op doktersadvies stoppen, maar doet dat niet, dan zie ik niet in waarom wij als maatschappij moeten betalen voor medicatie en consultaties. Roken is nog altijd een probleem.Uiterst sterk. Er bestaat geen machine ter wereld die je kan vergelijken met het hart. Het telt 3,5 miljard cellen en klopt 100.000 keer per dag: geen enkele mechanische pomp kan dat. Het zorgt bovendien voor zijn eigen elektriciteit. Het hart heeft niet alleen een enorme capaciteit als machine. Het kan ook ontzettend veel verdragen. We gebruiken op dit moment technieken waarbij we in het hart snijden, een stukje wegbranden, wegvriezen: dat verdraagt een hart allemaal. Daarom kan je erg veel doen wanneer er nog geen of beperkte schade is.Het hart heeft een grote symboolwaarde. Het is de essentie van het leven. Als het hart begint te kloppen, begint het leven. Je houdt van iemand uit het diepste van je hart, niet uit het diepste van je lever.Dat kan: het gebroken hartsyndroom bestaat écht. Het heet Tako Tsubo. Door een opstoot van adrenaline ontstaat een spasme en krijgt het hart een tekort aan zuurstof. In combinatie met een ritmestoornis kan je dan overlijden. Het komt vooral voor bij vrouwen na de menopauze die plots met stress, angst of verdriet worden geconfronteerd.De eerste patiënt, in 1986, was een Pools kind dat zonder duidelijke aanwijzing een hartstilstand had gekregen. Ze bleek een nooit eerder gezien elektrocardiogram te hebben. Haar zus overleed toen ze drie was. Haar dossier was identiek. Zo kwamen we op het spoor van dit syndroom: ritmestoornissen die een plotse dood veroorzaken. We zagen ook dat het erfelijk is. In 1992 hebben we voor het eerst over het Brugada-syndroom gepubliceerd. Nu staat het in alle boeken.Voor mij is het even belangrijk als de Nobelprijs Geneeskunde. Het is bijzonder wanneer de internationale medische wereld een syndroom of ziekte naar je noemt. Ik heb het geluk gehad een bijdrage te kunnen leveren die levens redt. Want we beschermen mensen nu met een defibrillator.Er sterven minder mensen aan hart- en vaatziekten omdat we meer mogelijkheden hebben. Mensen worden ouder en de aandoeningen complexer.Er komt geen vrije tijd, mijn contract bij het UZ Brussel is verlengd. Het is wel aangepast, zo hou ik een halve dag per week vrij om te schilderen en te schrijven. Ik zal pas stoppen wanneer ik geen nieuwe patiënten meer zie en verzandt in routine. Dat is alsnog niet het geval. Ik heb nog altijd een wachtlijst van zes maanden. Ik reken ook op mijn vrouw, een cardiologisch verpleegkundige. Zij moet zeggen wanneer ik rare dingen doe en moet stoppen.Mijn drie dochters hebben een andere weg gekozen. Mijn oudste is pr-verantwoordelijke, de tweede neurobioloog en de derde studeert diergeneeskunde. Ik heb nooit iemand gestuurd. Zowel mijn medewerkers als mijn kinderen heb ik altijd veel vrijheid en verantwoordelijkheid gegeven. Er zijn zoveel mooie dingen te doen in het leven. Ik ben nu dokter, maar was ook gelukkig geweest als muzikant of schilder.
Wil je dit artikel verder lezen?
Kies voor Plusmagazine