Anne Vanderdonckt

Naïeve wandeling met rolstoel

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Anne Vanderdonckt observeert de maatschappij, haar evoluties, haar vooruitgang, haar inconsistenties. Ze deelt met u haar twijfels, haar vragen, haar enthousiasme. En als ze ergens de draak mee steekt, dan is het met zichzelf.

Ik had nog nooit met een rolstoel gereden. Tot die ene dag. Het avontuur begint met een telefoontje van het rusthuis. Of ik mijn moeder voor een radiografie naar de polikliniek kan brengen, zo vlakbij dat het gek zou zijn om een taxi te bellen. Uiteraard kan ik dat.

Mama zit comfortabel. Maar hoe hard ik ook duw, de rolstoel komt niet uit de startblokken. De remmen zitten op de zijkant. Ze houdt ze stevig vast. Tot ze de tijd rijp acht om ze opeens los te laten. We schieten vooruit in ware formule 1-stijl. Ik wil gas terugnemen, mijn vingers in een kramp alsof ik een fietsrem dichtknijp. Geen rem. Mijn (minuscule) biceps moeten de klus zien te klaren.

We rijden over het voetpad, dat ik wil blijven volgen tot aan het zebrapad. Een verkeerd geparkeerde auto en verderop wat vuilnisbakken versperren de weg. Dan maar de straat op. Maar eerst moet ik de stoep af. Die is zo hoog dat ik het gevoel heb dat de rolstoel er vanzelf zal afdonderen. Zachtjesaan blijkt hier geen optie. Mama, van wie de hele zijkant gekneusd is na een val, vangt de klap op. Ik denk dat ik maar beter de straat oversteek, waar de stoeprand misschien minder hoog is. Geen geluk, in deze nieuwe buurt zijn alle trottoirs hoog. In plaats van de voorwielen op te tillen, zoals ik later zal leren, neem ik een aanloop om het obstakel te overwinnen. Arme mama! Vandaag haal ik zeker geen rolstoelrijbewijs. Ik was er me nooit van bewust hoezeer dit allesbehalve evident is.

Enkele meters verderop is daar eindelijk de polikliniek waar we de voorbije jaren al zo vaak zijn langsgeweest... zonder te beseffen dat net voor de ingang een enorme trede ligt. Mijn copiloot trekt de rem aan. Die van mij knarsen. Ik ga binnen hulp zoeken. Een medewerker gooit morrend een oprijplaat neer. We troosten ons met de positieve gedachte dat het altijd erger kan. Het had kunnen regenen.

We moeten naar min één. Gelukkig is er de lift. Maar die is zo smal dat ik alweer hulp moet vragen. Tijdens die operatie proberen de deuren zich telkens opnieuw te sluiten. De wielen schuren tegen de deurposten. Waarna we ook weer uit de lift moeten. Wanneer een patiënte ons ziet worstelen als twee slakken in een slakkenhuis maat XXS, schiet ze ons spontaan te hulp.

De radioloog vraagt ons plaats te nemen in het hokje en de nodige kleren uit te trekken. Maar de rolstoel kan helemaal niet in dat hokje dat toegang biedt tot de onderzoeksruimte. En dat terwijl mama, van wie de huisarts vermoedt dat ze iets gebroken heeft, onmogelijk rechtop kan staan. Verwonderd over de uitzichtloze situatie, beslist de radioloog om de patiënt op te tillen, met een air van: vreemd, dat is wel de allereerste keer dat iemand die iets gebroken heeft hier in een rolstoel komt aanzetten.

In de wachtzaal tokkel ik op mijn smartphone sms’en die ik afsluit met emoji’s. Hé, het was me nog nooit opgevallen, maar Apple heeft wel 6 rolstoelemoji’s in de aanbieding. De virtuele wereld staat blijkbaar dichter bij de realiteit dan de echte...

Partner Content