Mantelzorg vertegenwoordigt meer dan 150.000 jobs in België

Ongeveer 860.000 mensen in België doen aan mantelzorg, dat wil zeggen dat ze een zorgbehoevende naaste verzorgen. De uren die zij in die mantelzorg steken, vertegenwoordigen meer dan 150.000 voltijdse banen, zo meldt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). Het waarschuwt dat mantelzorg niet “gratis” is: het heeft een weerslag op de fysieke en mentale gezondheid van de hulpverleners.

De definitie van mantelzorg luidt: “De extra zorg die aan een zorgbehoevende persoon wordt gegeven door één of meerdere leden van zijn of haar directe omgeving, waarbij de zorgverlening voortvloeit uit de sociale relatie, buiten het kader van een hulpverlenend beroep of georganiseerd vrijwilligerswerk”. Concreet gaat het om niet-professionele hulp of zorg verleend aan iemand die aan een langdurige ziekte, een chronische aandoening of een handicap lijdt. In de meeste gevallen wordt een medebewoner en/of een gezinslid verzorgd, maar in een op de vijf gevallen gaat het om een buur of vriend.

1 op 5 is vrouw tussen 55 en 64

De gegevens over de omvang van die “informele zorg” komen uit de Nationale Gezondheidsenquête van 2013, waarin voor het eerst naar de mantelzorg werd gepolst. Daaruit blijkt dat ongeveer 9 procent van de Belgische bevolking (ouder dan 15 jaar) in meerdere of mindere mate aan mantelzorg doet. Bij bijna de helft gaat het om een dagelijkse bezigheid, en een vijfde besteedt er meer dan 20 uur per week aan. “Al deze uren samen vertegenwoordigen meer dan 150.000 voltijdse jobs”, aldus het WIV.

Opvallend is dat bijna één op de vijf vrouwen (18 procent) van 55 tot 64 jaar mantelzorger is. Zij vormen de grootste groep mantelzorgers. Vrouwen zijn over het algemeen vaker mantelzorger dan mannen. Daarnaast is het aandeel mantelzorgers hoger bij werkzoekenden en gepensioneerden dan bij de werkende bevolking.

Regionaal bekeken vind je het hoogste percentage mantelzorgers in het Brusselse Gewest (18 procent). Dat is meer dan dubbel zoveel als in het Vlaamse of het Waalse Gewest (8 procent).

Meer en meer verzorgende taken

Het instituut wijst erop dat mantelzorgers steeds meer taken op zich nemen die vroeger door gezondheidswerkers werden verricht. Dat valt te verklaren door bijvoorbeeld de kortere duur van ziekenhuisverblijven en de aanmoediging van personen op leeftijd om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen.

De informele zorg mag dan wel gratis zijn (in financieel opzicht), er hangt toch een prijskaartje aan op gezondheidsvlak. Mantelzorgers voelen zich immers vaker “in slechte gezondheid” dan mensen die niet zo’n zorgtaak op zich nemen. “Hoe meer tijd aan de zorg wordt besteed, hoe hoger het risico op een slechte subjectieve gezondheid”, aldus het WIV.

Dat zou zelfs kunnen leiden tot een hoger risico op overlijden. Algemeen ligt het mortaliteitsrisico immers 2,5 keer hoger bij personen die vinden dat zij in slechte gezondheid verkeren. “Zonder vooruit te lopen op de impact van de slechte subjectieve gezondheid op de reële mortaliteit van de mantelzorgers, tonen de cijfers aan dat mantelzorgers duidelijk een impact van de opgenomen zorgtaak op hun gezondheid voelen. Mantelzorg, vaak ten onrechte als ‘gratis’ beschouwd, heeft dus wel degelijk een prijs op gezondheidsvlak”, besluit het WIV.

Het instituut wijst nog op de situatie van de “sandwichgeneratie”, de groep van mensen tussen 45 en 64 jaar. In die groep is 12 procent mantelzorger. “Deze zogeheten sandwichgeneratie is vaak actief op de arbeidsmarkt en ligt onder druk van zowel ouders als kinderen, onder meer door de verhoging van de gemiddelde zwangerschapsleeftijd”, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content