© Franky Verdickt

Johan Verminnen: ‘Mijn leven is stormachtig geweest’

Zanger en liedjesschrijver Johan Verminnen vierde deze lente zijn 70ste verjaardag. In zijn biografie ‘Mooie dagen’ blikt hij terug op werk en leven, dat ondanks de titel niet altijd over rozen ging.

De zanger die Brussel onsterfelijk maakte in zijn liedjes woont al meer dan 30 jaar in het landelijke Hansbeke, diep in Oost-Vlaanderen. De repetitieruimte in de tuin van de boerderij die hij vroeger deelde met zijn vrouw Catherine, is nu zijn woning. Johan Verminnen noemt zichzelf dan wel een rusteloze ziel, zijn verhaal komt met een bijzonder bedachtzame vertelstem.

Een biografie, je leven in boekvorm. Hoe was het om dat te maken?

Confronterend. Het heeft mij over veel dingen opnieuw doen nadenken. Het was vooral grondig in mijn eigen geheugen graven, een reis door het verleden maken, terugdenken aan ontmoetingen, mooie en soms trieste dingen. Het boek kreeg de titel ‘Mooie Dagen’, naar mijn gelijknamige nummer, maar spaart de zanger niet in zijn nederlagen.

Wat is je het meest bijgebleven van die reis door het verleden?

Ik ben tot de vaststelling gekomen dat het vooral een leven was van veel werken. Ik heb meer dan 420 liedjes opgenomen, dat zijn vele studio-uren. En ik heb duizenden keren opgetreden. Het was eigenlijk het leven van een nomade. Als artiest noemen wij werken ‘spelen’. Maar ik heb alles zelf gecreëerd, want ik schrijf mijn eigen repertoire. Dus het woord ‘werken’ is ook wel op zijn plaats.

Misschien kunnen we even terugkeren naar waar het begon. Je jeugd in Wemmel.

De eerste zin in mijn biografie is: We zaten met zeven aan tafel. Dat was zo in mijn jeugd. Mijn ouders en de vijf kinderen. Ik heb ook een liedje met die titel. Weet je, eigenlijk heb ik mijn biografie al gezongen. Mijn levensverhaal zit in mijn repertoire. Ik kom uit een arbeidersgezin. Mijn vader was gemeentearbeider. Mijn moeder had in haar jonge leven gediend bij hele rijke mensen in Sint-Joost-ten-Node. Ze heeft er tussen het ophangen van de was door mijn vader, die bijkluste in de tuin, eens diep in de ogen gekeken. Was dat niet gebeurd, dan was ik er ook niet geweest. Ik heb een vrij onbezorgde jeugd gehad in een warm nest. We hadden het niet breed. Maar mijn moeder had voor bewezen diensten aan die rijke familie waar ze altijd gediend had, het vruchtgebruik gekregen van een herenhuis in het centrum van Wemmel, met een enorme tuin. Wemmel was toen nog een dorp.

Johan Verminnen: 'Mijn leven is stormachtig geweest'
© FRANKY VERDICKT

Wanneer wist je dat je muzikant zou worden?

Ik speelde poppenkast voor de kinderen uit de buurt en van kleins af aan maakte ik liedjes. Gelukkig zijn die niet bewaard gebleven! Op mijn tiende zong ik al in een groepje op parochiefeesten. Later nam ik deel aan de Ontdek-de-Sterwedstrijd. Ik zong mijn zelfgeschreven liedjes en werd laureaat. Het goede aan die wedstrijd was dat mijn eigen werk een kans kreeg. Bij The Voice bijvoorbeeld draait het meer om imiteren. Zo ontdek je wel mooie stemmen, maar geen nieuw werk.

Ik volgde Grieks-Latijnse aan het Sint-Pieterscollege in Jette, maar had het moeilijk op school. Het was de periode van mei 68. Wij waren rebels en liepen weg uit de school. De sixties voelden als een periode van hele grote bevrijding, vooral van het immense juk van de katholieke kerk. En ook muzikaal. Daar zat ik middenin, dat heb ik heel bewust meegemaakt.

Ik heb dan voor de toneelschool gekozen. Op het conservatorium kreeg ik les van Nand Buyl. Op een dag zei hij: Johan, jij moet je eigen rol spelen, en niet in de huid kruipen van iemand anders. Dat is al moeilijk genoeg. Met andere woorden, het acteren was niet echt voor mij weggelegd. Een wijze raad. Uiteindelijk ben ik bij producer Jean Klüger terechtgekomen. Hij heeft mij in dit vak alles geleerd en daar ben ik zeer dankbaar voor.

Je noemt melancholie je basis-eigenschap. Helpt dat om artiest te zijn?

De melancholie is alom aanwezig in mijn leven. Misschien ben ik altijd wel een oude ziel geweest. Ik besef heel goed hoe dingen voorbijgaan en nooit meer terugkomen. De trein rijdt maar één keer en je moet erop springen. Ik ben er gelukkig opgesprongen. Ik heb trouwens een lied gemaakt over de tijd ( citeert): ‘Tijd doet met de dingen als water met een rots. Hij sijpelt langzaam binnen en wrikt de stenen los. Tijd oh tijd, zand dat door je vingers glijdt’. Dat is voor mij een belangrijk besef.

Brengt de tijd ook goeie dingen?

De tijd brengt verzoening, de tijd heelt, geeft ons inzicht. Een van de dingen die ik mij realiseer, is dat je nooit genoeg respect kunt hebben voor andere mensen. Daarin schiet waarschijnlijk elk mens tekort, ook ik. Ethiek en respect zijn de basis van het leven en zouden dat moeten zijn in elke opvoeding. Ik hoop dat mijn dochter daar toch iets van meegekregen heeft. Maar ik denk het wel.

Eigenlijk sta ik ervan versteld dat ik 70 word. Het is nooit bij mij opgekomen dat ik die leeftijd zou halen, door mijn tumultueuze leven. Er waren grote vieringen gepland, in het kursaal van Oostende, De Roma, de AB. Maar wegens de bekende reden is het beperkt gebleven tot de zeer intieme kring. Door de pandemie heb ik het gevoel dat mij een jaar ontstolen is. Maar ik ben een optimist. Kijk, hier op mijn tafel ligt een planning met toekomstige optredens.

Je noemt Brussel een motor in je bestaan. Je hebt er ook mooie nummers over geschreven. Kom je er nog wel eens?

Absoluut, ik kom er nog vaak. Ik ben nog onbezoldigd voorzitter van de vzw be.brusseleir, dat onder meer het Brusselse dialect wil bewaren. Ik doe dat met veel plezier. Brussel is een stad die ik liefheb en de band is zeker niet doorgeknipt.

In mijn jeugd was Brussel de bevrijding van het dorp, het was de weg naar de grote wereld. Het is nog altijd een van de weinige steden in ons land waar je je werkelijk in alle mogelijke culturen kan onderdompelen. Maar om er nu opnieuw te gaan wonen, daar heb ik geen zin meer in. Brussel was een fase in mijn leven, en fases moet je kunnen afsluiten. Het is niet goed terug te gaan naar iets wat je vroeger gekoesterd hebt.

Je biografie heet ‘Mooie dagen’. Wat zijn voor jou mooie dagen?

In dat lied zing ik eigenlijk over de ontmoeting met mijn vrouw Catherine Mattelaer. Dat waren mooie dagen. Mooie dagen zijn niet afhankelijk van het weer, ze zijn afhankelijk van je gemoed. Ik denk dat iedereen zijn mooie dagen in het guurste onweer kan beleven. Mooie dagen zijn dagen waarin ontmoetingen je eigen leven veranderen. De geboorte van mijn dochter is zonder twijfel het mooiste moment in mijn leven. Een kind, dat is onbeschrijflijk. Ik heb nu ook een kleinkind, ook een heel groot iets in mijn leven. ‘Opa zingt’, zegt hij.

Je verzwijgt in je levensverhaal ook de moeilijke dagen niet.

Soms had ik het moeilijk om financieel te overleven als artiest. Ik werkte met een orkest en heb ooit mijn muzikanten moeten ontslaan omdat ik ze niet meer kon betalen. Er zijn ook ambities die ik heb moeten opgeven. Zo wilde ik graag een carrière in Frankrijk uitbouwen, maar dat is niet gelukt. Ik heb kansen gegrepen, maar ook gemist. Er zijn ook relationeel moeilijke momenten geweest. Zoals toen Catherine en ik zich van mekaar verwijderden. Wij wonen nu apart, maar de vriendschap is nog heel groot. Mijn leven was niet meteen harmonieus, het was eigenlijk zeer stormachtig, en dat was niet altijd nodig geweest. Maar ik ben nu eenmaal een rusteloze ziel.

Waar ben je het meest trots op?

Ik ben trots op het artiestenstatuut waarvoor ik heb gestreden. Ik heb mij altijd geëngageerd voor mijn mede-artiesten. Met mijn organisatie Zamu (belangenvereniging voor zangers en muzikanten) hebben wij dat sociale en juridische, weliswaar onvolmaakte, statuut kunnen bekomen. Ik ben fier dat er meer bescherming is voor artiesten, daar heb ik lang aan gewerkt en ik beschouw dit als het belangrijkste wat ik heb gedaan. Om Bram Vermeulen te citeren: ik heb geprobeerd een steen te verleggen in de rivier. Het ligt ook in de lijn van wat mijn vader deed, die streed voor de arbeiders.

En natuurlijk ben ik fier op mijn dochter – zij is ook een strijder – en mijn kleinzoon. En dat ik buiten alcohol en sigaretten nooit drugs heb gebruikt, want ik heb daar genoeg mensen aan ten onder zien gaan. En eigenlijk op het feit dat ik alle stormen heb doorstaan en overleefd.

Johan Verminnen, Mooie dagen – opgetekend door Karel Michiels – Houtekiet – 24,99 euro – isbn 9789089249135

Johan Verminnen

22/5/1951: Geboren in Wemmel

CARRIÈRE:

1969: Laureaat van Ontdek-de-Ster

1973: Eerste hit ‘Laat me nu toch niet alleen’

Later volgen o.a nog ‘k Voel me goed, Brussel, In de rue des Bouchers, de Musette...

1992: Richt belangenvereniging Zamu op, leidt in 2003 tot sociaal statuut artiesten

2007-2014: CEO Auteursrechtenvereniging Sabam

PRIVÉ:

1986: Trouwt met fotomodel Catherine Mattelaer

1988: Geboorte dochter Pauline

2016: Geboorte kleinzoon Boas

Partner Content