© YANNICK BERTRAND

Hockeyspeler John-John Dohmen: “Alles kan, als je er maar in gelooft “

Verkozen tot ’s werelds beste hockeyspeler, goud op de Olympische Spelen... Dohmen praat honderduit over zijn passie, de steun van zijn familie, zijn ziekte en toekomstdromen.

Of je nu een hockeyfan bent of niet, het formidabele parcours dat John-John Dohmen heeft afgelegd, wekt ontzag. Nadat hij vorige zomer ons land trots maakte door met de Red Lions, de nationale hockeyploeg, goud te winnen op de Olympische Spelen in Tokio, praat de nederige koning van de hockeystick met ons over zijn klim naar de top.

Je was vijf toen je met hockey begon. Vanwaar die passie?

Onze familie is al generaties dol op hockey. Het is hét gespreksonderwerp aan tafel, zo erg zelfs dat ik er soms de buik van vol heb! Alles begon met mijn grootvader van moederskant. Mijn moeder zelf werd 12 keer Belgisch kampioen. Een indrukwekkend palmares! Ook mijn vader speelde hockey. Mijn ouders hebben elkaar trouwens via de sport leren kennen.

Spelen jullie soms ook wel eens in familie, voor het plezier?

Eigenlijk niet! (lacht) Drie jaar geleden hebben we met kerst een klein toernooi gehouden, mijn ouders, twee zussen, tantes, ooms, neven, nichten... Heel leuk, maar echt voluit gaan lukte niet. Daarvoor was het te plezant! We spelen ook allemaal tennis. Het klinkt vreemd, maar we sporten nooit meer samen, in familieverband. Je brengt me op ideeën!

Welke rol speelden je ouders in je carrière?

Ze hebben me altijd fors gesteund en aangemoedigd. Ze reden zonder klagen van hot naar her. Ik heb nooit een training gemist omdat ze me niet konden brengen. Ook vandaag willen ze voor geen geld een wedstrijd missen. Dat ze meegingen toen ik een kleine jongen was, begrijp ik best, maar intussen ben ik al in de dertig! Toch volgen ze me nog altijd in clubverband. Soms zeg ik: ‘Ga nu eens met vakantie, het is toch niet erg om eens een wedstrijd te missen!’ Als ze er plezier aan beleven... Soms kwamen mijn ouders ook kijken toen de natio-nale ploeg in het buitenland speelde, zoals in 2008 in Peking, mijn eerste Olympische Spelen. Ze waren apetrots toen ik vorig jaar in Tokio de gouden medaille won, maar ik denk dat ze – net als ik trouwens – emotioneler reageerden op de zilveren medaille in Rio in 2016, omdat dat nu eenmaal de eerste was.

John-John Dohmen tijdens een match Nederland-België.
John-John Dohmen tijdens een match Nederland-België.© BELGAIMAGE

Wat vind je zo leuk aan hockey?

Het is een teamsport, je zit niet alleen in je bubbel. Ik kan rekenen op mijn ploegmaats en zij op mij. Presteren voor de ploeg, daar haal ik voldoening uit. Om te hockeyen moet je technisch, tactisch, fysiek en mentaal sterk zijn. Ik voel me gewoon thuis op het veld, ben er in mijn sas, heb alles onder controle en door mijn ervaring kan ik goed anticiperen op wat komt. Na vijf minuten spelen weet ik of we gaan winnen of verliezen. Ik ben nu 17 jaar bij de nationale ploeg, de Red Lions zijn als familie, hockey is mijn leven. We gaan op ’t veld tot het uiterste en lachen flink wat af.

Hockey helpt je ook het verlies van je zoontje te verwerken (n.v.d.r. medi-sche zwangerschapsafbreking in 2019).

Klopt helemaal. Als je het gevoel hebt dat je alles geeft, dan beleef je dankzij de sport een goede dag en kan je een keer aan iets anders denken.

Hoe bereik je, zoals jij, de top?

Eén: er zelf in geloven. Twee: volhouden. Drie: je amuseren. Soms duurt het jaren, maar het lukt altijd. Het heeft ons met dezelfde jongens ruim tien jaar gekost om ons eerste grote toernooi te winnen. Het is dus een kwestie van doorzetten. Niets is onmogelijk, als je er maar in gelooft.

Deelnemen aan de Olympische Spelen, hoe voelt dat?

De Olympische Spelen, da’s als Disneyland voor sporters! Je komt in het olympisch dorp aan met je pasje waarop je foto en ‘atleet’ staat, je ontdekt de gebouwen met de vlaggen van alle landen. Je wandelt tussen de andere atleten, stopt even wanneer je een tennisgrootheid zoals Federer of Nadal kruist. Te gek! Op dat moment besef je pas écht dat je je gekwalificeerd hebt voor het allergrootste sportevenement ter wereld.

Koester je die gouden medaille?

Ik kijk er vaak naar, haal ze zelden uit de kast, maar ik check geregeld of ze er nog ligt, naast mijn zilveren medaille. Verliezen zal ik ze niet! Die gouden medaille kan nog goed van pas komen in mijn volgende carrière, al is het in een ander domein: ze is het tastbare bewijs dat ik in staat ben om door te zetten, te slagen, in teamverband te werken. Het is in zekere zin een diploma.

Je droomde van topsport, van deel-nemen aan de Olympische Spelen en van een medaille winnen. Missie geslaagd. Wat nu?

Als je droom werkelijkheid wordt, moet je een nieuwe droom koesteren, anders leef je niet meer. Ik zou nog graag Belgisch kampioen worden met Royal Orée. In 2020 ben ik bij die club ook gestart als coach van de damesploeg. Mijn nieuwe droom? Een uitstekende coach worden, daar erkenning voor krijgen en als trainer een groot toernooi winnen. Op zeer lange termijn koester ik de ambitie om coach te worden van de Red Lions. Ik wil zo hoog mogelijk mikken.

Maar eerst toch nog de Spelen van Parijs in 2024!

Ja, ik hoop er nog drie seizoenen bij te doen, daarna stop ik. En als ik naar Parijs ga, is dat om opnieuw te winnen. Dan kan ik zonder druk spelen, want ik heb de Spelen al eens gewonnen. Ik zal dan 36 zijn. In de hockeywereld is dat oud, maar anderen hebben het me al voorgedaan.

Je parcours ging niet altijd over rozen: je lijdt aan een zeldzame ziekte, die in 2018 werd ontdekt tijdens het WK in India.

Ik heb een auto-immuunziekte die op elk moment een zware longontsteking kan veroorzaken. Uiteraard is het gevaarlijk om dan te spelen. Maar dankzij medicatie kreeg men de ziekte onder controle: ik neem geen medicatie meer, heb nu al een jaar geen last meer, zonder enige verklaring. Ik ben verrast en blij, al ben ik mij bewust dat de ziekte opnieuw kan toeslaan. Een zwaard van Damocles. Maar ik voel ik me in topvorm.

Besef je dat je wereldwijd een levende hockeylegende bent?

Helemaal niet! Enkel wanneer ik lees wat we als team hebben bereikt of men me erop wijst. Soms merk ik het ook aan de manier waarop mensen op straat reageren of me aanspreken. Dan willen ze een praatje maken of vragen ze een foto.

Heb je nog andere professionele bezigheden?

Ik geef seminaries in bedrijven, onder de titel The Common Dream, want alles begint met een gemeenschappelijke droom! Ik leg uit hoe we het als team hebben aangepakt om vanuit het niets de top te bereiken. Ik heb het over ingesteldheid, over alles in vraag stellen, over doelen bepalen. Teamsport op hoog niveau vertoont veel gelijkenissen met de bedrijfswereld: je moet kunnen samenwerken, de neuzen in dezelfde richting. Iedereen moet zich betrokken voelen. Als je het ver wilt schoppen, moet iedereen het beste van zichzelf geven.

Je bent osteopaat. Ga je dat beroep uitoefenen na je sportcarrière?

Ik heb twee jaar als osteopaat gewerkt alvorens me volledig toe te leggen op de Olympische Spelen van Tokio. Het is een heel tof beroep dat de volle 100% inzet vraagt en dus moeilijk te combineren valt met hockey. Ja, misschien doe ik het ooit wel opnieuw. Of ik word voltijds coach. We zien wel.

Hoe dan ook is het best handig om een osteopaat op het veld te hebben!

Klopt! Mijn ploegmaats hengelen wel eens naar mijn diensten, zowel in de club als in de nationale ploeg. Soms blokkeert de rug van een speler tijdens de opwarming. Grappig, maar ik ben altijd de eerste om hulp te bieden.

Wat vind je van de evolutie die het Belgische hockey doormaakt?

Het is zeer snel gegaan, en da’s fantastisch! In tien jaar tijd is het ledenaantal van de clubs gestegen van 10.000 naar 65.000. Dat is deels te danken aan de resultaten van de Red Lions. Daar ben ik trots op! De ploeg komt ook vaak in de media, net als de Red Panthers, de nationale damesploeg. Jammer genoeg krijgt het Belgisch kampioenschap te weinig aandacht, terwijl het toch het beste ter wereld is.

Is de opvolging verzekerd bij de familie Dohmen?

Neen, eigenlijk ben ik nog de enige die hockey speelt. Ze zijn allemaal gestopt voor hun job en uitgezwermd over de hele wereld. Ik ben de enige overlevende! (lacht) Ik hoop mijn passie wel door te geven aan mijn dochtertje Lily, elf maanden intussen, zodat de sport in de familie blijft, en omgekeerd.

John-John Dohmen

°1988

2004: Lid van het nationale hockeyteam

2016: Zilver op de Olympische Spelen van Rio

2016: Verkozen tot ’s werelds beste hockeyspeler

2017: Diploma osteopathie (ULB)

2018: Wereldkampioen met de Red Lions

Sinds 2020: Middenvelder bij Royal Orée (Sint-Pieters-Woluwe)

2021: Goud op de Olympische Spelen van Tokio

Partner Content