Anne Vanderdonckt

Het rouwproces waarover niemand praat

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Vrijdagavond, da’s genieten en me door de stapel magazines van de voorbije week werken. Op een avond lees ik dat een van de hoofdredactrices waarvoor ik heb gewerkt haar pensionering aankondigt. Wat dat allemaal bij me teweegbrengt...

De tijd die voorbij gevlogen is... De jaren ’90 die we samen beleefden, in onze jasjes met veel te brede schouders, die in de loop der jaren wat zijn gaan hangen. De pakkende reportages ook. Het is alsof het gisteren was (een cliché? jazeker, maar treffender kan niet). Ik word overspoeld door beelden. Kris kras door mekaar. In die paar woorden, zwart op wit in dat magazine, ligt een heel stuk leven vervat, een deel van mijn leven ook. Woorden die zich tot iedereen richten en die me een spiegel voorhouden.

Wat me die vrijdagavond beroert, zijn al die momenten waarop ik me afvraag hoe zij, en al die andere collega’s die een baken voor me zijn geweest, zouden hebben gereageerd op het probleem waarmee ik word geconfronteerd. Het zijn zinnen, ideeën die me hebben gevormd, die ik de mijne heb gemaakt of heb verworpen. In het beroepsleven gaat het net zoals in een gezin: je probeert ’te doen zoals’, of net niet. Je bent jezelf, met alles wat anderen daaraan bijdragen. Soms zonder dat jij daar erg in hebt, en die anderen al helemaal niet. Meteen vraag je je ook af: en ik, wat zal ik nalaten? Hoop ik mijn passie te kunnen nalaten? Al die kleine tips en trucjes uit het vak, waarvan ik altijd lachend zeg dat je er je hele leven wat aan hebt? Of totaal iets anders? Uit alles wat je geeft, kan je niet kiezen wat andere nemen.

Die vrijdagavond denk ik aan al die keren dat ik mijn tranen heb moeten bedwingen omdat ik alweer moest knippen in een veel te lang artikel. Vandaag ben ik degene zonder hart, die wordt verwenst omdat ik een zonder meer ‘geniaal’ artikel laat inkorten. Die vaststelling brengt me van de wijs. Toen mijn eerste collega’s, allemaal ouder dan ik en die me als stagiair hebben gekend, het vak begonnen te verlaten, was ik niet langer ‘het kleintje’. Het vertrek van een oudere collega brengt je weer een trapje hoger op de ladder. En je beseft dat op een dag niemand nog de heroïsche tijden zal hebben gekend die je hebt beleefd (als je vertelt dat je eerste artikels op een schrijfmachine werden gemaakt, vraagt men je meteen of je naar het werk kwam op de rug van een dinosaurus!). Je beseft dat er niemand meer is die je jong heeft gekend, zoals jij je nog steeds in de spiegel ziet.

Nu ik aan het eind van mijn betoog ben gekomen, hoop ik dat ik geen taalfouten heb gemaakt (als mijn ex-hoofdredactrice dat zou zien!). Een teken dat je altijd ‘het kleintje’ blijft dat je bent geweest!

Partner Content