Anne Vanderdonckt

Gewoon een fait divers

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Anne Vanderdonckt observeert de maatschappij, haar evoluties, haar vooruitgang, haar inconsistenties. Ze deelt met u haar twijfels, haar vragen, haar enthousiasme. En als ze ergens de draak mee steekt, dan is het met zichzelf.

Wat me die dag is overkomen, lees je nooit in de faits divers. Nochtans is wat me die dag is overkomen wel degelijk een fait divers. ‘Maandag, rond 9.20 uur, werd een auto aangereden door een bus. De bestuurster werd in shock afgevoerd naar het ziekenhuis.’

Een banaal nieuwsfeit, dus, dat enkel de aandacht trekt van de betrokkenen en de mensen uit de buurt.

Toch wil ik het relaas van dit fait divers graag aanvullen. In harde en beangstigende momenten beginnen mensen gauw te schelden. Of ze raken slaags. Er zijn er zelfs die mekaar afmaken voor een stomme parkeerplaats. Dat is wat je elke dag in de faits divers leest. Nooit wordt er geschreven dat het ook anders kan.

Toen mijn auto ongecontroleerd aan het tollen ging door de klap, had ik maar één bekommernis: hem veilig tot stilstand brengen in de berm. Dat is me gelukt, waarna ik een poos compleet verlamd heb zitten trillen als een riet. Er is een man uit een grote auto gestapt om te vragen of ik oké was. Hij had niets met het ongeval te maken, maar is een hele tijd, bezorgd, bij me gebleven. Het was maandagmorgen, en wellicht moest hij op tijd op het werk of bij een klant zijn. Terwijl ik aan de kant van de weg mijn gele hesje probeerde aan te trekken (een heel gedoe als je je handtas schuin over je winterparka draagt, je handen niet stoppen met beven en dat gele ding als een kurkentrekker rond je nek eindigt), is een autobestuurder gestopt om te vragen of ik hulp nodig had. Ook de buschauffeur heeft me diezelfde avond nog gecontacteerd, vol spijt om wat er gebeurd was. Ik heb die dag warme mensen ontmoet, de politieman, de ambulanciers van de 112 die me tot in het ziekenhuis hebben begeleid en grappen maakten. De verpleegkundige (?) die voor afleiding zorgde terwijl ze me naar de radiologie reed, door te vertellen dat haar man van job was veranderd. En die andere die vroeg: ‘alles oké, heb je het niet te koud?’, toen ik alleen op een brancard lag te wachten, starend naar een grijs plafond, terwijl ik me een homp vlees voelde waarvan de versheidsdatum was overschreden (ontnuchterend wanneer ze over je praten als ‘het verkeersongeval dat op de gang ligt’).

Zoveel vriendelijke woorden van mensen die je van haar noch pluimen kennen, die je wellicht nooit meer zal tegenkomen, en die niets van jou verwachten, is dat normaal of niet? Moeilijk te zeggen als je enkel dat te horen krijgt wat mis loopt. Maar telkens als ik me daarover verwonder, is er altijd wel iemand met nog een straffer verhaal: ‘Ja, ik heb ook superlieve mensen ontmoet die ik niet kende en die me hebben geholpen in moeilijke momenten.’

Dat gevoel vasthouden en delen, kan onze kijk op die lelijke wereld die ons elke dag wordt geserveerd, een beetje veranderen. En dat is al heel wat...

Partner Content