Het gaat de automobilist niet voor de wind. Elk jaar peilen studies naar de evolutie van het verkeer op onze wegen en elk jaar lijkt de situatie te verslechteren. Volgens de Traffic Scorecard, een jaarlijks rapport van verkeersdatabedrijf Inrix dat de toestand van het verkeer wereldwijd volgt, stond de Belgische automobilist vorig jaar gemiddeld 21 uur in de file. En wie zich in en om Brussel moest verplaatsen, beet maar liefst 41 uur zijn stuur kapot van frustratie. En 2017 wordt niet beter: voor het eerste kwartaal van dit jaar tekende Touring Mobilis tijdens de spits grotere filepieken op dan in dezelfde periode vorig jaar. Die toename is niet te wijten aan het weer of meer ongevallen. Ze is gewoon structureel. Het verkeer verloopt altijd al veel moeizamer in en rond grote stadscentra. Maar hoe komt dat toch, nu het aantal auto's in de stad daalt?
...
Geen eigen auto, meer vrijheid!
Ingewikkelde circulatieplannen, complete stilstand tijdens de spits, parkeerproblemen, lage-emissiezones,... in de stad heeft autorijden alles weg van een hindernissenparcours. Lang stond de auto symbool voor vrijheid, maar vandaag doet hij steeds minder dromen. Hoe laat je in de stad de auto aan de kant?

Het gaat de automobilist niet voor de wind. Elk jaar peilen studies naar de evolutie van het verkeer op onze wegen en elk jaar lijkt de situatie te verslechteren. Volgens de Traffic Scorecard, een jaarlijks rapport van verkeersdatabedrijf Inrix dat de toestand van het verkeer wereldwijd volgt, stond de Belgische automobilist vorig jaar gemiddeld 21 uur in de file. En wie zich in en om Brussel moest verplaatsen, beet maar liefst 41 uur zijn stuur kapot van frustratie. En 2017 wordt niet beter: voor het eerste kwartaal van dit jaar tekende Touring Mobilis tijdens de spits grotere filepieken op dan in dezelfde periode vorig jaar. Die toename is niet te wijten aan het weer of meer ongevallen. Ze is gewoon structureel. Het verkeer verloopt altijd al veel moeizamer in en rond grote stadscentra. Maar hoe komt dat toch, nu het aantal auto's in de stad daalt?In de jaren 1970 en '80 was mijn auto, mijn vrijheid een alom gehoorde slogan. En terecht: voor de generatie van de babyboomers waren het de gouden jaren van koning auto. "De auto was toen een echte must omdat hij zo flexibel was", bevestigt Jacques Teller, professor stadsplanning enontwikkeling aan de universiteit van Luik. "Je kon er snel een boodschap mee doen om de hoek, maar je kon er evengoed een reis van 1.500 km mee ondernemen."Het was de tijd dat steden werden heringericht - en vaak verminkt - in functie van de auto. Er kwamen viaducten, tunnels, boulevards met drie rijstroken en zelfs snelwegen tot in de stad. Dat bleek een uitnodiging voor almaar meer auto's, met files, vervuiling, geluidsoverlast en de teloorgang van een aantal gezellige plekken tot gevolg. "Vandaag hebben we de grenzen van dit mobiliteitsmodel bereikt", vervolgt Jacques Teller. "Voor langere trajecten zijn er nog niet echt alternatieven voor de auto, maar voor korte afstanden wel."Langzaam maar zeker neemt de auto een minder dominante plaats in de stad in, ten voordele van andere, softere mobiliteitsvormen die duurzamer en milieuvriendelijker zijn, zoals het openbaar vervoer, autodelen, fietsdelen, carpoolen of te voet gaan. Straten die vroeger volledie: in het teken stonden van de auto, worden nu versmald om bredere trottoirs, fietspaden of bus- en tramstroken aan te leggen. "Stilaan ontstaat er een nieuw mobiliteitsmodel, vooral in grootsteden, waarbij mensen de manier waarop ze zich verplaatsen aanpassen aan de omstandigheden (bijvoorbeeld de verkeersdrukte). Of aan het gebruik dat ze ervan willen maken. Ze nemen niet langer hetzelfde vervoermiddel om naar het theater te gaan als om meubelen te kopen bij Ikea. Deze nieuwe kijk op mobiliteit raakt stilaan ingeburgerd in Brussel, Antwerpen, Gent en Luik."Deze transmobiliteit spreekt vooral jongere generaties aan, die een villa in een buitenwijk niet meer als de ultieme droom beschouwen en de voordelen van de stad herontdekken. "Toen de vijftigers van vandaag - waar ook ik toe behoor - destijds hun eerste arbeidscontract tekenden, was een bedrijfswagen als onderdeel van het salarispakket mooi meegenomen", herinnert Yves Rigole zich. Hij werkt als Customer Relation Manager voor Cambio Brussel, dat deelauto's aanbiedt in de hoofdstad. "Maar als je vandaag als jonge, pas afgestudeerde Brusselaar een bedrijfswagen aangeboden krijgt, dan zeg je: 'waar moet ik die zetten?' Je moet een garage huren of een parkeerplaats zien te vinden, wat absoluut niet meer vanzelfsprekend is. Wie nieuw is op de arbeidsmarkt verkiest dan ook vaker een abonnement bij de MIVB, de NMBS of een auto-deelbedrijf. Dat is makkelijker, flexibeler, en past beter binnen de groeiende maatschappelijke trend van de deeleconomie."Luidt deze evolutie dan het einde van de auto in de stad in? "Er zijn zeker factoren die het bannen van de auto uit ons dagelijkse leven in de hand zullen werken", antwoordt Jacques Teller. "Ik denk daarbij aan thuiswerken, zodat je niet meer elke dag hoeft te pendelen, of aan de opkomst van smartphoneapps waarmee je je traject kan plannen op basis van externe omstandigheden en je behoeften als gebruikers." (lees ook:De smartphone als bondgenoot)"Toch zal de auto niet uit de stad I verdwijnen, althans niet op korte of middellange termijn. Wel zal onze relatie met dit vervoermiddel veranderen. We zullen de auto meer gaan zien als een dienst dan als een bezit. De auto wordt gewoon één van de mogelijke vormen van mobiliteit, vooral dan voor lange afstanden en goederentransport, waardoor we steeds meer zullen opschuiven in de richting van autodelen."Op papier lijkt de verdere uitbouw van de autodeelsector niets dan voordelen te hebben. Het lijkt wel de mirakeloplossing voor alle verkeers- en parkeerproblemen. "Een auto staat 92% van de tijd geparkeerd, compleet onbenut", licht Yves Rigole toe. "Het gebruikspercentage van een deelauto ligt veel hoger. We hebben berekend dat elke Cambio-auto 14 tot 15 auto's vervangt. Reken maar eens uit hoeveel plaats dat bespaart. In heel België spreken we algauw over een rij auto's van 35 km lang!"Hoe rooskleurig deze toekomst ook mag lijken, het blijft een feit dat de mobiliteit in de stad vandaag op een keerpunt is aanbeland en een moeilijke fase in haar evolutie doormaakt. "Met recht en reden probeert men het gebruik van de auto in de stad te ontmoedigen, maar er zijn nog niet voldoende doeltreffende alternatieven uitgewerkt", betreurt Danny Smagghe, woordvoerder van Touring. "De pendelaars zijn de dupe van deze mobiliteitsplannen: Brussel loopt 30 jaar achter op hoofdsteden als Berlijn en Amsterdam, waar aan het eind van elke metrolijn grote parkeerterreinen werden aangelegd. Daar is bij ons nog niks van te merken. Conclusie: de auto krijgt minder ruimte, het aantal automobilisten daalt, maar het fileleed blijft!"Je moet de bluts met de buil nemen, vindt Jacques Teller. "Om de verplaatsingsgewoonten van de mensen te veranderen, moet je én zorgen voor alternatieven, én het autogebruik ontmoedigen. Zolang de auto een bevoorrechte plaats toebedeeld krijgt in de stad, zal er helemaal niets veranderen. Als je verplaatsingen met de auto evenwel ontmoedigt, zal de vraag geleidelijk afnemen. Rest enkel nog dat alles in de praktijk te brengen, met zo weinig mogelijk stress voor de gebruiker..." Maar het valt te betwijfelen dat wie morgen met de auto de Brusselse of de Antwerpse ring op moet, oren heeft naar dit argument!
Wil je dit artikel verder lezen?
Kies voor Plusmagazine