© BELGA

Frank De Winne: “Er is buitenaards leven, daar ben ik van overtuigd”

In 2009 verbleef hij als eerste Belg zes maanden in het Internationaal Ruimtestation. Nu leidt Frank De Winne het Europese Astronautencentrum in Keulen, waar ruimtevaarders van over de hele wereld worden klaargestoomd voor de reis van hun leven.

De Winne (55) heeft zich met zijn Russische vrouw Lena Clarke definitief in Keulen gevestigd. Grenzen zijn voor een ruimtevaarder nu eenmaal relatief. Hij ontvangt ons in zijn kantoor op de ESA-site. Daar oefenen astronauten in de nagebouwde Columbusmodule, het Europese laboratorium van het Internationaal Ruimtestation, waar ze zes maanden zullen verblijven.

Plus Magazine: Je leidt nu astronauten op. Kriebelt het om zelf nog een ruimtevlucht te maken?

Frank De Winne: Als de kans zich voordoet, ben ik morgen weg. Het werk in de ruimte is heel concreet, je hebt meteen resultaat. Maar het is vandaag niet aan de orde. Nu krijgen jonge mensen de kans. Ik heb mijn carrière anders georiënteerd. We hebben met de ESA één vlucht per jaar. Momenteel zijn zes mensen geselecteerd uit 10.000 kandidaten. Er is geen Belg in de running. We willen mensen van alle landen de kans bieden.

Moet je mentaal sterk zijn voor een ruimtereis?

Uiteraard. Dat is cruciaal. Onze psychologische selectie is belangrijker dan de fysieke. Kandidaten moeten heel flexibel van geest zijn. Want de plannen veranderen voortdurend. De vlucht vervroegt, verlaat, dingen die voorzien waren moeten plots anders. Daar moet je mee overweg kunnen. Bovendien leef je in het Internationaal Ruimtestation zes maanden met mensen van verschillende nationaliteiten en culturen. Dat vergt mentaal veel. Ook op de families kan de lange afwezigheid zwaar wegen. Wij proberen ze dan te ondersteunen.

Heeft die ervaring jou als mens veranderd?

Eigenlijk niet. Elke ervaring vormt en verandert je als mens. Veel meer dan de ruimtereis heeft mijn werk als goodwill-ambassadeur voor Unicef mij door elkaar geschud. Ik ben bijvoorbeeld in Darfoer geweest tijdens de burgeroorlog. Als je daar op het terrein ziet wat mensen mekaar aandoen, als je praat met verminkte mensen en kinderen die toch proberen verder te leven, dan laat dat een diepe indruk na. Dat heeft mijn kijk op de mensheid veel sterker veranderd dan naar de ruimte reizen. Al geef ik toe dat het een indrukwekkende ervaring was.

Als ik de kans had, vloog ik morgen terug de ruimte in.

De aarde van buiten de dampkring zien moet toch iets met je doen.

Je ziet de kwetsbaarheid van onze aarde, hoe dun de atmosfeer is, het laagje lucht dat ons beschermt en wat we daarmee doen. Ook realiseer je je dat grenzen niet bestaan. Het zijn imaginaire lijnen. Dan denk je: waar zijn we mee bezig? Als er buitenaards leven is, vraag ik mij af of ze ons intelligent zouden vinden.

Je bent overtuigd van buitenaards leven.

Ja, absoluut. Ik heb geen bewijs. Maar het kan haast niet anders. Vijfhonderd jaar geleden dachten we dat de aarde het middelpunt was van het heelal, dat de zon en de sterren rondom ons draaiden. Nu weten we dat wij maar één van de planeten zijn die rond de zon draaien, in een verre uithoek van het sterrenstelsel. En wij denken dat wij de enige planeet zijn waar leven is ontstaan? Eigenlijk doen we dan hetzelfde als 500 jaar geleden.

Hoe zien die buitenaardse wezens er volgens jou uit?

Daar wil ik zelfs niet over nadenken. Waarschijnlijk ziet buitenaards leven er heel anders uit dan wij ons voorstellen. Maar dat is niet belangrijk. We moeten nederig zijn en beseffen hoe klein wij zijn in dit onmetelijke heelal.

Ruimtevaart is al decennia lang gefascineerd door Mars. Waarom?

Omdat Mars de enige planeet in ons zonnestelsel is die zich in die zone bevindt waar leven zou kunnen zijn of is. Het is onze zusterplaneet. We weten dat er water is op Mars. Is er leven? Dat is fascinerend. Mars zou ons het eerste directe bewijs kunnen leveren van buitenaards leven.

Zullen mensen ooit naar Mars reizen?

Daar ben ik zeker van. Wanneer weet ik niet.

Voor veel mensen is wat zich afspeelt in het heelal moeilijk te vatten.

Voor iedereen. We kunnen ons die tijdsschalen niet voorstellen. Ons brein kan dat niet bevatten. Dat is voor astronomen niet anders. Maar nieuwsgierigheid, dat ligt wel in onze eigenheid.

Kan jij het universum begrijpen?

Nee. Ik mag ’s avonds niet denken aan de oneindigheid van het heelal. Dan kan ik niet meer slapen. Na de big bang is het heelal gaan uitdeinen. Maar moet dat dan niet ergens eindigen? Je moet toch ooit aan de rand komen. Maar wat is er dan na die rand? En wat was er voor de oerknal?

Investeren we genoeg in kennis?

Bedrijven willen altijd snel return on investment. Terwijl je in wetenschap op lange termijn moet denken en niet weet of die return er komt. Daarom is overheidssteun belangrijk. Zeker is dat ruimtevaart ons al ontzettend veel heeft opgeleverd. Alle telecommunicatie – tv, gps – zou anders niet bestaan. Het gros van de gegevens over de klimaatverandering hebben we dankzij de ruimtevaart. Ook het gat in de ozonlaag hebben we zo ontdekt. En we hebben maatregelen kunnen nemen opdat het geen gevaar meer vormt. Wat zal de ruimte-exploratie ons in de toekomst opleveren? Dat weet ik niet. Bepaalde metalen op aarde raken uitgeput. Zijn ze op Mars? Misschien vinden we het over 300 jaar gek dat we dat nooit gezien hebben.

Wat wil je zelf nog meemaken?

Waar we bij de ESA actief mee bezig zijn en wat ik echt hoop te kunnen meemaken is een Europeaan op de maan voor 2030. Het is een van de grote doelstellingen van de ESA.

Waarom is dat zo belangrijk?

Het ultieme doel is naar Mars gaan. Maar als ESA zijn we ervan overtuigd dat er een intermediair stadium nodig is: de maan. Je moet ergens starten. Dat kan je niet met iets dat 50 jaar in de toekomst ligt. Dat krijg je aan politici niet verkocht. Dus moet je kleine tussentijdse stappen zetten. En als we jongeren in Europa willen inspireren, doen we dat beter met een Europeaan dan met een Amerikaan. We hebben in Europa nu eenmaal grote nood aan meer jonge mensen die kiezen voor wetenschap.

Willen we een Europese vlag op de maan?

Dat was de race van de jaren ’60: een vlag planten. Nu is het anders.

Wat gaan we dan wel doen?

Wetenschappelijk exploreren. Op de maan is er niets. Als we daar verblijven moeten we een volledig hernieuwbare energievoorziening bouwen. Dat is één van de grote projecten nu. Als dat lukt, kunnen we het ook op aarde toepassen. Geopolitiek is het belangrijk dat we als Europeanen energie-onafhankelijk worden. Nu zijn we afhankelijk van staten wiens politiek moeilijk met onze waarden te rijmen valt. We zijn verplicht met hen handel te drijven omdat we hun energie nodig hebben. Laat ons werken aan een energie-onafhankelijk Europa.

Ook je vrouw is actief in de ruimtevaart. Praten jullie vaak over het werk?

Absoluut. Wat kunnen we doen om wetenschap en technologie te promoten? Hoe kunnen we door ruimtevaart zin geven aan deze wereld? Daar zijn we samen mee begaan. Ik ben opgegroeid met de idee dat alles beter werd, met Europese integratie en uitbreiding van sociale rechten. Nu vraag ik mij af of er nog een Europese toekomst is. Daarom is Europese ruimtevaart belangrijk. Ruimtevaart doet dromen.

Je bent gepassioneerd door je job. Is er ook nog leven down-to-earth?

Ik ben graag bij mijn gezin. Ik hou van voetbal en vissen. En ik doe ook graag eens niks. Tegenwoordig moet je altijd druk bezig zijn. Soms is het fijn om niets te doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content