© getty images

Familiegeheimen: wanneer een ontdekking je zekerheden op losse schroeven zet

Wat als je na de dood van een geliefde een geheim ontdekt? Als de persoon die je dacht te kennen iemand anders blijkt en die er niet meer is om vragen te stellen. Wat doet dit met je rouwproces?

Het is niet zelden de aanzet van een spannende film of tv-serie: iemand sterft en de nabestaanden ontdekken een geheim, dat ze willen uitspitten. Voor sommige mensen die hun geliefde verliezen is het bittere ernst. Ze komen per toeval, bij het uitklaren van de administratie bijvoorbeeld, te weten dat hun partner/moeder/oom... gokverslaafd was, er een geheime relatie op nahield, aan sm-seks deed. Of de mysterieuze ziekte waaraan de broer gestorven is, blijkt aids te zijn, die hij opliep na een relatie met een man, terwijl niemand wist dat de broer homo was. Wat volgt op het verlies van die geliefde én de ontdekking van dat geheim is allesbehalve spannend, maar vaak een erg moeilijk rouwproces, waarbij je niet alleen de overledene maar ook jezelf en je hele leven in twijfel trekt.

In dialoog blijven met de overledene werkt helend, tenzij je een geheim ontdekt.

Geen antwoorden

Psycholoog Josée Pollet wilde meer over dit rouwproces weten toen ze zelf haar man verloor. “Ik raakte na de dood van mijn man in paniek omdat ik hem vergeten te vragen was waar de reservelampen lagen. Het klinkt belachelijk, maar zelfs het niet meer kunnen vragen van kleine dingen maakte me overstuur. Toen besefte ik dat dit een wezenlijk kenmerk is van rouwen: niets meer kunnen vragen, nooit meer een antwoord krijgen. Ik herinnerde me plots een cliënte wiens vader was gestorven in een ongeval. Na zijn dood ontdekte ze dat hij nog een tweede gezin had. Haar moeder kon niet verdragen dat haar kinderen – jongvolwassenen – nog iets positiefs over hun vader zegden.” Josée Pollet vroeg zich af welke gevolgen het heeft als je over essentiële zaken geen vragen meer kan stellen. En wat doe je als nabestaande met dat geheim: vertel je het verder en aan wie? Of word je, tegen je wil, zelf iemand met een geheim? Pollet verzamelde getuigenissen en schreef samen met rouwtherapeut Johan Maes het boek Rouw met een rand.

Boodschap aan de geheimhouders

Iedereen heeft geheimen. We verzwijgen iets of vertellen een leugentje om bestwil. Maar sommige geheimen zijn zo groot en emotio- neel belastend, dat ze ons in de eenzaamheid duwen, ons somber en depressief maken. “Er zijn heel wat zelfdodingen waarbij mensen totaal niet weten wat er aan de hand was. Misschien speelt bij sommigen wel zo’n emotioneel belastend geheim een rol. Het is een hypothese”, merkt Johan Maes op.

“Wie lang met een geheim leeft, krijgt geen feedback meer van anderen en maakt het geheim in zijn hoofd vaak groter dan het eigenlijk is”, weet Josée Pollet. “De getuigenissen van de nabestaanden tonen aan dat, als je een geheim vertelt, er misschien wel meer begrip voor is dan je denkt. Als je erover praat, vind je misschien samen een oplossing. En je zorgt ervoor dat je gezin na je dood niet in verwarring en verdriet achterblijft.”

“Ik was in mijn praktijk al geconfronteerd met het verhaal van de minnaar of minnares. De geliefde wordt begraven door de officiële partner, maar voor het verdriet van de minna(a)r(es) is geen bestaansrecht. Het verbaasde me dat in die 25 jaar dat ik mensen begeleid, bijna niemand verteld heeft over een geheim dat ze na de dood hebben ontdekt. Ik vermoed dat er nog een groot taboe op rust, met veel schaamte en schuldgevoel.”

Dubbeldood

Wanneer iemand sterft verliezen de nabestaanden de toekomst met die persoon. Komen er na de dood schokkende geheimen naar boven, dan wordt ook het verleden plots weggevaagd. “Het ontdekken van een vreselijk geheim na de dood van een geliefde is een vorm van dubbeldood, fysiek en symbolisch, en tast de identiteit van de nabestaanden aan”, zegt Johan Maes. Niet alleen twijfel je over de relatie die je had met de overledene, je twijfelt ook aan jezelf. “Bij bedrog voel je je gekleineerd en naïef dat je niets hebt gemerkt. Je gaat twijfelen aan je intuïtie”, aldus Josée Pollet. “Bij geheimen als homofiele gevoelens of een voorkeur voor sm-seks overheerst vaak het gevoel: waarom hebben we daar nooit over gepraat, ik had er begrip voor kunnen opbrengen, was ik dan de moeite niet waard om in vertrouwen te nemen?” Je zelfbeeld en je vertrouwen in andere mensen krijgt een serieuze knauw.

Een van de kenmerken van rouw is dat je op zoek gaat naar de overledene. Je wil het beeld dat je hebt van je geliefde vervolmaken om hem of haar een plaats, betekenis te geven in je leven. “Vroeger was het devies: je moet loslaten om te kunnen verdergaan in het leven”, aldus rouwtherapeut Johan Maes. “Nu weten we dat een blijvende verbinding, in dialoog blijven met de overledene, zeer helend en troostend kan zijn. Net door dat geheim wordt die blijvende verbinding beschadigd. Je ervaart de relatie die je had als iets toxisch, iets dat je beter niet meeneemt in je verdere leven.”

Wat de rouw nog bemoeilijkt, is dat je minder steun ervaart van je omgeving. Je moet immers afwegen of en aan wie je het geheim doorvertelt. Hoe boos je ook bent, een deel van jou wil loyaal blijven aan de overledene. Johan Maes: “Behalve met een klein groepje intimi, deel je zoiets niet. Ook de kinderen vertel je niet alles, zeker niet als het seksuele geheimen betreft of als de kinderen nog klein zijn. Je wil het beeld dat ze hebben van de vader of moeder intact houden.”

Hoop

“Het is een blijvende eenzaamheid, dat merk je in heel veel verhalen. Je moet altijd over een deel van je leven zwijgen. Er staan geen foto’s op de kast. Op de sterfdag ga je als nabestaande met zo’n geheim niet vrolijk naar het graf”, zegt Josée Pollet.

Opvallend in de getuigenissen die Josée Pollet optekende, is dat de nabestaanden een eigen verhaal construeren. Aangezien ze de overledene niets meer kunnen vragen, zoeken ze een verklaring waarmee zij kunnen leven. Dat proces duurt een tijd en is voor iedereen uniek. “Daarom is het zo belangrijk dat nabestaanden en vrienden een luisterende houding aannemen. We hebben vaak de neiging om te troosten. Maar de grootste troost zit hem in het luisteren naar die innerlijke zoektocht.”

“Luisteren is essentieel in elk rouwproces”, gaat Johan Maes verder. “Maar in dit geval moet je ook heel hard oppassen met (goedbedoelde) uitspraken als: je moet toch ook blij zijn dat je van hem af bent. Dat wil de rouwende ook niet horen. Het is heel dubbel. Aan de ene kant is het heel toxisch en wil je het wegduwen, anderzijds wil je ook iets bewaren van de liefde of de overledene toch nog ergens eren op een bepaald vlak. Iemand is niet alleen maar slecht.” Eens de nabestaanden dat hebben aanvaard – niet zelden nadat ze professionele hulp hebben gezocht – zien ze een uitweg uit de puinhoop. “Je moét de goede kanten en de slechte kanten belichten. Wanneer je achter zo’n geheim komt, stort in eerste instantie je wereld in. Maar er bestaat hulp. Het hoeft niet zo’n definitief verlies te zijn als wat je in het begin ervaart”, besluit Josée Pollet.

Karel (72) – “Van de vrouw van toen hou ik niet meer”

Ik was 50 en Myriam 14 jaar jonger toen we elkaar ontmoetten. Ze was de liefde van mijn leven. We kregen twee kinderen. Negen jaar geleden bleek Myriam een agressieve vorm van darmkanker te hebben. Ze werd met spoed geopereerd, maar er volgde complicatie op complicatie. Nog geen maand na de diagnose overleed ze en bleef ik alleen achter met twee kinderen van elf en zeven. Ik was totaal van slag. Vier maanden na haar dood vertelde een vriendin dat Myriam een verhouding had. “Ik dacht dat jullie dat besproken hadden, dat jullie elk buitenechtelijke relaties hadden.” Dat was absoluut niet het geval. Myriam had de laatste vier jaar voor haar overlijden een minnaar gehad. Het voelde als een donderslag bij heldere hemel.

Ik ben lang bezig geweest met verklaringen zoeken. Ik doorzocht bankafschriften, haar telefoon en laptop, maar vond geen aanwijzingen. Ook de vraag of ik aanleiding had gegeven, drong zich op. De laatste jaren waren er spanningen geweest. Ze was veel weg. We hadden onverklaarbare ruzies, maar ik heb dat nooit geïnterpreteerd als een teken van ontrouw.

Ik heb ook contact gezocht met haar ex en daar heeft ze precies hetzelfde gedaan. Van hem weet ik dat ze ook in haar eerste vaste relatie een minnaar had. Myriam had dus een dark side, dat vreemdgaan bleek een patroon. Die wetenschap luchtte me op, het hielp me geloven dat ik niet de hoofdoorzaak was.

Het moeilijkste blijft dat je alleen bent met die ontdekkingen, je kunt het niet bespreken met de overledene. Dat langdurig bedrog is voor mij onherstelbaar. Van de liefde die ik ooit voor haar voelde, is niets overgebleven en dat is bijzonder pijnlijk. Dit is niet wat je na de dood van een geliefde verwacht.

Ik heb haar ontrouw aan zeer weinig mensen verteld. Ik praatte vooral met diegenen die van haar verhouding wisten om een juist beeld te krijgen. Verder heb ik het nog aan een paar vrienden uit de inner circle verteld, met reserve en schaamte.

Ik heb het aan de kinderen verteld, maar niet meteen. Ik wilde niet dat het beeld van hun moeder beschadigd zou worden. Ze hebben het zelf ontdekt drie jaar na haar dood. Ze reageerden laconiek. Ze missen haar en dat gevoel overheerst. Ik ben opgelucht dat ze het weten én dat de herinnering intact is gebleven. Pas de laatste paar jaar is het verdriet over hun moeder niet zo’n beladen onderwerp meer en kan ik zeggen waarin ze op haar lijken of wat Myriam ergens van gevonden zou hebben.

Mijn psycholoog/seksuoloog vroeg me wat Myriam nog voor mij betekende. We waren 13 jaar samen. De eerste 8 jaren waren bijzonder. Ik herinner me onze reizen, de leuke dingen die we met de kinderen deden. Myriam was een creatieve vrouw. Ik kan erover vertellen, maar er ligt een schaduw overheen. Misschien is het een cognitieve move, dat ik niet meer van haar hou, maar het laat intact dat er ook een goede periode is geweest. In mijn herinnering is ze een vrouw waar ik niet meer van hou. Dat is heel erg, want ze was wel de eerste vrouw van wie ik hield.

De getuigenis komt uit: Rouw met een rand, Josée Pollet en Johan Maes, Witsand, 22,50 euro, isbn 9789493292086

Partner Content