Anne Vanderdonckt

En de caissière incasseert

Anne Vanderdonckt
Anne Vanderdonckt Redactiedirecteur van Plus Magazine

Anne Vanderdonckt observeert de maatschappij, haar evoluties, haar vooruitgang, haar inconsistenties. Ze deelt met u haar twijfels, haar vragen, haar enthousiasme. En als ze ergens de draak mee steekt, dan is het met zichzelf.

Allemaal plegen we in ons leven daden van verzet. Houden we stille optochten. Betogingen voor werk, voor menselijke relaties. Die van mij spelen zich af in de supermarkt, in de rij richting kassa. Ik doe niet aan selfscanning. Ik skip de automatische kassa. Ik sta in de rij, leg alles op de transportband en laad alles in mijn grote mand. Hoe lang de rij ook is, ik schuif altijd aan bij de caissière die ik leuk vind en boycot de kassier die enkel naar meisjes van min 25 lacht; die kaap voorbij krijg je enkel het eindbedrag toegesnauwd. In het slechtste geval verlies ik 5 minuten, en dan? Wat zijn 5 minuten in een mensenleven (behalve als jouw vier kinderen zich uitleven rond je winkelkar)? En tijd verlies je pas als je hem als verloren bestempelt. Ik kijk, observeer, luister, geniet met volle teugen van deze gedwongen pauze, van deze quasi stilstand, wegdromend bij de muntsnoepjes die de pakjes sigaretten hebben vervangen, en waar we ooit allemaal voor bezwijken. Hoeveel ideeën voor artikels heeft deze rij me al niet opgeleverd. Mensen die hun leven vertellen via hun smartphone, tussen de prei en de huishoudrollen. Die tussen de afgeprijsde worsten en de diepvrieskroketten hun problemen op het werk regelen, inclusief de roddels. Ze zijn mijn heilige graal. En die rij heeft heel wat te vertellen: over snotvallingen die eraan zitten te komen, over de geruite jassenmode, over sushi’s als nieuwe hype voor een snelle hap in je eentje, over kinderen die proberen een kleurrijk plastic gadget made in China los te krijgen en door hun ironische pa worden getackeld: ‘En het klimaat dan?’ De weerwraak is zoet! Ook ik ben als student caissière geweest, elke zomer. Ik weet hoe afmattend dit is. Want als caissière incasseer je. De tocht die in je nek blaast, waardoor die blokkeert. Het kabaal. Het gewicht dat je dagelijks versleept. De klanten, met of zonder smartphone, die niet reageren als je goeiedag zegt of dankjewel. Klanten die vinden dat je van hun gezicht moet kunnen aflezen welke taal ze spreken. Die in je bijzijn hun kinderen waarschuwen: ‘Als je niet hard genoeg werkt op school, zal je acher de kassa eindigen, zoals mevrouw daar’. (sic) Toch geeft het ook voldoening. Als je een oudere dame, die met trillende handen muntjes uit haar portemonnee haalt, zegt dat ze rustig de tijd mag nemen, ondanks de gestreste rij, die gromt en groeit. Als je een paar simpele woorden wisselt over de regen die valt, de zon die schijnt, en haar het gevoel geeft dat ze geen nummer is. Als je weet dat het warenhuis, onmenselijk qua omvang en marketingstrategie, ook een ontmoetingsplek is, een baken dat richting geeft aan de weken en dagen, soms zelfs het enige doel is die dag. Vandaag zet de distributiesector volop in op het afschaffen van het kassapersoneel. Elders gaan stemmen op om hen te rehabiliteren, vooral om hun sociale rol (lees p 32). Want één ding is zeker: als het kassapersoneel verdwijnt, zullen ook de tomaten de smaak die hen nog rest verliezen.

Partner Content