© IMAGEGLOBE

De geschiedenis van het Belgische vorstenhuis

Op 21 juli treedt koning Albert af. Een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het Belgische vorstenhuis begint. Maar wist u dat het eerder “toevallig” is dat het Belgische vorstenhuis in 1831, een jaar na de Belgische afscheuring van Nederland, de naam “van Saksen-Coburg-Gotha” kreeg?

Op 18 november 1830 riep het Nationaal Congres de onafhankelijkheid van België uit, nadat de Hollanders met geweld verdreven waren. Twee dagen later koos de vergadering voor de erfelijke monarchie, maar wie op de troon zou komen was niet duidelijk. De Hollandse familie Oranje-Nassau alleszins niet, want die werd door het Congres voorgoed uitgesloten van de macht.
Bijna drie maanden later stond de Franse Koning Lodewijk Filips niet toe dat zijn zoon, de hertog van Nemours, België zou gaan leiden. Eerder hadden Oostenrijk, Frankrijk, Pruisen, Groot-Brittannie en Rusland, de vijf grootmachten van toen, de kandidatuur geweigerd van een met Napoleon verwante hertog.
Op 25 februari 1831 werd baron Erasmus-Louis Surlet de Chokier dan maar benoemd tot regent van België. Maar dan dook in april de protestantse prins Leopold van het hertogelijk huis van Saksen-Coburg-Gotha op, geboren op 16 december 1790. De Luikse advocaat Joseph Le Beau stelde hem voor. Prins Leopold behoorde tot een van de grote, adellijke, Duitse families en had aan de zijde van de Russen Napoleon glansrijk bevochten.
In 1816 trouwde hij met prinses Charlotte, de erfgename van de Engelse troon, maar prins-gemaal werd hij niet want Charlotte stierf al na een jaar. Hij solliciteerde dan bij de Grieken, maar hun voorstel zinde hem niet.
In april 1831 kwam hij praten met de Belgen en op 4 juni werd hij door het Congres met 152 stemmen tegen 43 gekozen tot staatshoofd. Hij had een belangrijk aandeel in de goedkeuring van een Belgisch-Nederlands grensakkoord en op 21 juli werd hij feestelijk ingehaald in Brussel en legde hij de grondwettelijke eed af. Het land had meteen zijn eerste koning, 40 jaar oud, en een Nationale feestdag.

Buitenlandse hulp

Begin augustus verbraken de Hollanders echter de wapenstilstand en vielen ze België binnen. Leopold was zich bewust van de ontoereikende slagkracht van het Belgisch leger en riep de grote mogendheden ter hulp. De Fransen stuurden troepen en hun tussenkomst deed de Hollanders de aftocht blazen.
In 1832 trouwde Leopold I met Louise-Marie d’Orleans, de oudste dochter van de Franse koning. Ze schonk hem vier kinderen, Louis-Philippe die zijn eerste verjaardag niet haalde, de latere koning Leopold II (geboren op 9 april 1835), graaf Filips van Vlaanderen en Charlotte die Keizerin van Mexico werd.
Leopold I stierf op 10 december 1865, met alleen zijn schoondochter aan zijn zijde. Hij had het land ruim 34 jaar geleid. De overlevering wil dat zijn laatste woord “Charlotte” was, maar het is niet geweten of hij daarmee zijn eerste vrouw dan wel zijn enige dochter bedoelde. Hij wou in Groot-Brittannie begraven worden, naast Charlotte, maar zijn opvolger liet dat niet toe.

Belgische neutraliteit

Op 17 december 1865 kwam de toen 30-jarige Leopold II op de troon. Hij bleef dag op dag 44 jaar aan de macht. Hij waakte nauwgezet over de verdediging van de Belgische neutraliteit. Die had namelijk haar vruchten afgeworpen tijdens de Frans-Pruisische oorlog van 1870. Beide landen begonnen zich echter opnieuw te bewapenen en de vorst overtuigde het parlement er in 1887 van de forten langs de Maas te versterken. Een maand voor zijn dood in 1909 keurden de beide kamers na herhaaldelijk aandringen van het staatshoofd de persoonlijke dienstplicht goed en werd het lotingssysteem afgeschaft.
Tijdens Leopolds bewind nam de Belgische economie een hoge vlucht en manifesteerde het land zich op het koloniale vlak. Dat gebeurde in meerdere fazen: van de organisatie van een geografische conferentie in Brussel (1876), waar de Koning de wens uitsprak “de vlag van de beschaving op Centraal-Afrikaanse grond te planten”, via de ontdekkingstochten van Stanley tot de erkenning van de Onafhankelijke Kongostaat, met aan het hoofd Leopold II (1885). In zijn testament schonk het staatshoofd de kolonie aan het land. De Kamer keurde de overname van Congo in 1909 goed.
Leopold II huwde met aartshertogin Marie-Henriette van Oostenrijk. Bij zijn dood op 17 december 1909 nam zijn neef Albert (geboren op 8 april 1875) de macht over, aangezien de andere kandidaten voor de opvolging allen reeds overleden waren.
Albert I besteeg op zijn 34ste de troon voor een periode van 24 jaar. Op het ogenblik van zijn machtsovername was hij getrouwd met hertogin Elisabeth van Beieren met wie hij drie kinderen had: de latere Leopold III, geboren op 3 november 1901, graaf Karel van Vlaanderen, de latere Regent, en Prinses Marie-Jose, die trouwde met de Italiaanse koning Umberto.

Aan het hoofd van de troepen

Alberts bestuur werd vooral gekenmerkt door de Eerste Wereldoorlog. Bij de Duitse invasie ging hij zelf aan het hoofd van zijn troepen staan – volgens de Grondwet is de koning ook de opperbevelhebber van het leger – maar hij kon de Duitsers niet in de pan hakken. Dat lukte pas in 1918 toen hij de leiding kreeg over het geallieerd offensief in Vlaanderen.
In 1921 drukte koning Albert de wens uit het schild met het wapen van Saksen uit het wapen van het Belgisch vorstenhuis te verwijderen. Deze aanpassing gebeurde zonder Koninklijk Besluit. Naar analogie werd vanaf dan ook de Duitse titel “van Saksen-Coburg-Gotha” niet meer gebruikt.
Onder Alberts bewind werd in 1919 ook het algemeen, enkelvoudig stemrecht ingevoerd. In de nacht van 17 op 18 februari 1934 vond baron Edmond Carton de Wiart het lijk van de Koning die in Marche-les-Dames van de top van de Vieux Bon Dieu stortte.

Het ongeval in Kuessnacht

Op 23 februari kwam Leopold III op de troon. Hij was 32 jaar. Ook zijn ambtsperiode werd getekend door een grote wereldbrand. Op persoonlijk vlak werd hij, na het plotse overlijden van zijn vader, evenmin gespaard.
In 1935 verloor hij in het Zwitserse Kuessnacht de controle over het stuur van zijn auto met open dak. Zijn vrouw, koningin Astrid, was op slag dood en hij bleef achter met drie kinderen: prinses Josephine-Charlotte en de prinsen Boudewijn en Albert.
Tijdens de toenemende internationale spanning wou de vorst te allen prijze de Belgische neutraliteit behouden, maar Duitsland viel ons land opnieuw binnen en kreeg het Belgische leger na 18 dagen op de knieen.
De koning volgde zijn regering niet naar Frankrijk en daarna naar Engeland. Hij volgde haar evenmin in haar stelling dat hij had moeten meegaan om de vijand van op vreemde bodem te bekampen.
Het kwam tot een breuk en Leopold III bleef achter als krijgsgevangene in het kasteel in Laken. Hij trok zelfs naar Hitler in diens Duits adelaarsnest Berchtesgaden om de vrijlating van Belgische krijgsgevangenen te bepleiten, wat hem later kwalijk werd genomen.
In september 1941 trouwde hij met Lilian Baels, de dochter van de West-Vlaamse gouverneur. Het kerkelijk huwelijk ging het burgerlijk vooraf, al wil de Belgische wet het anders. Een en ander voedde bij sommigen de anti-Leopoldistische gevoelens. Voor de geallieerde invasie, midden 1944, werd de koninklijke familie gedeporteerd naar Duitsland en daarna naar Oostenrijk. Ze bleef tot 1950 in Zwitserland.

Regent Karel van Vlaanderen

Al die tijd bleef prins Karel regent van België omdat zijn broer zich in de onmogelijkheid bevond om te regeren. In het land was namelijk zware politieke onenigheid ontstaan over de vraag of Leopold III wel kon terugkeren. De Kamer oordeelde medio 1945 dat alleen het parlement een einde kon maken aan de onmogelijkheid om te regeren.
De Koningskwestie werd een van langsom grotere politieke splijtzwam en verhitte de gemoederen steeds meer. Een volksraadpleging in maart 1950 gaf een meerderheid van 57,683 procent voor de terugkeer. Het parlement maakte de onmogelijkheid om te besturen ongedaan en op 22 juli keerde Leopold met zijn zonen Boudewijn en Albert terug.
Daarmee was de kous echter niet af. Er kwamen stakingen en betogingen, waarbij op 30 juli in Grace-Berleur drie doden vielen onder rijkswachtkogels. De tegenstanders van de koning dreigden met een mars op Brussel en Leopold III droeg op 11 augustus 1950 de feitelijke macht over aan zijn 20-jarige zoon Boudewijn die op 17 juli 1951 de Koningseed aflegde.
Leopold III was 17 jaar koning geweest. Hij stierf op 25 september 1983 na een hartoperatie.

Congo onafhankelijk

Op 30 juni 1960 bevond koning Boudewijn zich in Leopoldstad voor de onafhankelijkheidsverklaring van Belgisch Congo. Hij werd in de Congolese hoofdstad triomfantelijk onthaald. Maar tijdens de officiele plechtigheid moest hij, in aanwezigheid van hoge delegaties uit het buitenland, een onverwachte redevoering ondergaan van de Congolese eerste minister Patrice Lumumba, die zwaar uithaalde naar het Belgische koloniale beleid.
Enkele maanden later, op 15 december 1960, huwde koning Boudewijn met Dona Fabiola de Mora y Aragon. Het vorstenpaar bleef kinderloos.
De laatste jaren van zijn bewind werden vooral getekend door zijn weigering in april 1990 het wetsontwerp over het verwijderen van zwangerschapsafbreking uit het strafrecht te ondertekenen en uit te vaardigen. Na deze weigering werd een beroep gedaan op artikel 82 van de grondwet over de “onmogelijkheid van regeren” uit morele overwegingen. Het was een precedent in de geschiedenis van België. Het maakte mogelijk dat het wetsontwerp van kracht werd zonder de handtekening van de koning, overeenkomstig de goedkeuring in Kamer en Senaat. De beide Kamers stelden, conform de wet van 19 juli 1945, vervolgens een einde aan de onmogelijkheid tot regeren die enkele tientallen uren had geduurd.
Boudewijn overleed op 31 juli 1993 in Villa Astrida in Motril, een koninklijke residentie in Zuid-Spanje, na een hartaanval. Zijn broer Albert volgde hem op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content