Was het je eerste wagen, de gezinsauto van je ouders, die van je buurvrouw of de bakker die aan huis leverde? De 2pk leeft in tal van herinneringen en blijft de harten beroeren. Niet alleen bij vijftigplussers van wie de jeugdjaren samenvielen met de gloriedagen van het tweepaardje, maar net zo goed bij jongeren die hem vandaag herontdekken. Behoorlijk uniek voor een auto die nooit de pretentie had een statussymbool te zijn, maar eerder opgetrokken lijkt uit een brok charme onder een laagje chroom.
...

Was het je eerste wagen, de gezinsauto van je ouders, die van je buurvrouw of de bakker die aan huis leverde? De 2pk leeft in tal van herinneringen en blijft de harten beroeren. Niet alleen bij vijftigplussers van wie de jeugdjaren samenvielen met de gloriedagen van het tweepaardje, maar net zo goed bij jongeren die hem vandaag herontdekken. Behoorlijk uniek voor een auto die nooit de pretentie had een statussymbool te zijn, maar eerder opgetrokken lijkt uit een brok charme onder een laagje chroom.Die brede belangstelling die hij vandaag geniet sluit goed aan bij het publiek dat André Citroën in de jaren '30 voor ogen had, toen hij de eerste plannen voor de 2pk tekende. Overtuigd dat auto's zouden uitgroeien tot een massaproduct, ontwierp hij een praktische wagen, bedoeld voor boeren en gezinnen die het niet al te breed hadden. Makkelijk in onderhoud, plaats voor vier volwassenen, een koffer voor 50 kg en een ronduit geniale vering, waarmee je over hobbelige akkers zowel aardappelen als een mand eieren kon vervoeren zonder er ook maar één te breken. Zo wil althans de legende. Om de benzinevoorraad te meten stak je toen nog een peilstok in de tank.In geen tijd liepen de Franse boeren storm voor het deux-chevauxtje, maar ook huisartsen en kunstenaars gingen overstag. De wachttijd voor een nieuw exemplaar liep algauw op tot drie jaar. Grappig genoeg betaalde je daardoor meer voor een onmiddellijk beschikbare occasie dan voor een nagelnieuwe auto. Het gouden tijdperk van de 2pk volgde in de jaren '60, toen verbeterde versies, afgeleide modellen, bestelwagentjes en speciale series op de markt kwamen. Samen met de VW Kever en de Renault 4 was de 2pk een rijdende illustratie van zijn tijd: klein, eenvoudig te bedienen, zuinig, traag, luidruchtig, maar met een gedurfd design."De wagen was zowel in trek bij hippies, die hem als een soort anti-establishmentsymbool zagen, als bij boeren. Maar net zo goed dokters en advocaten namen plaats achter het stuur. Het was de cabrio van de gewone man", schetst trendwatcher Herman Konings het fenomeen. "Ook op het witte doek kreeg de 2pk steevast een sympathiek, wat rebels imago aangemeten." In talloze Louis De Funèsfilms hobbelt deze eend door het decor van de Provence. En zelfs James Bond redt in For your eyes only zijn hachje in een met kogels doorzeefde 2pk. Met de opkomst van meer comfortabele en snellere auto's verdween de 2pk wat op de achtergrond, tot in 1990 het licht helemaal uitging en Citroën de productie definitief stopte.Wie toen nog een van die laatste exemplaren op de kop wist te tikken, zit vandaag op rozen. Want de gewezen lowbudgetwagen is intussen een felbegeerde bolide. Voor sommige uitzonderlijk oude exemplaren lopen de prijzen zelfs op tot 75.000 euro. Maar ook wie een gewone 2pk wil, moet al gauw rekenen op 10.000 euro. Opmerkelijk als je weet dat een tweedehandse geit amper 20 jaar geleden nog voor 250 euro van de hand ging. Een financieel succes met als enige verklaring het hernieuwde verlangen naar de 2pk."Het is een wagen met een verhaal en met een smoel. Een auto die opvalt te midden het saaie wagenpark dat je nu overal ziet. Moderne auto's zijn heel erg inwisselbaar en missen een ziel. De geit staat voor een levensstijl. Mensen kopen hem niet om functionele redenen - want hij vraagt natuurlijk heel wat onderhoud - maar omwille van het emotionele aspect. De 2pk is romantiek, herinneringen aan je jeugd, aan de eerste keer. Je stapt in een soort tijdcapsule", verklaart Konings het hernieuwde succes van de 2pk. "Wie daarmee rijdt, onderscheidt zich van de rest en maakt een statement. Deze auto vertelt veel over zijn bestuurders. Zijn sympathieke imago straalt op hen af. Wie in zoiets no nonsense rijdt, kan onmogelijk een agressief of hardvochtig iemand zijn.""Nostalgie speelt bij die hernieuwde interesse zeker ook een rol", weet Dieter Pétré, die van zijn passie voor de 2pk en andere oude Citroënmodellen zijn levenswerk maakte. Hij ruilde zijn job als jurist in voor een eigen bedrijf dat zich specialiseert in het restaureren, onderhouden en verhuren van oude Citroëns. "Ik ben zelf geboren in de Citroën DS en erfde de liefde voor deze modellen van mijn ouders en grootouders. Hele beroepsgroepen brachten in de jaren '60 en '70 een groot deel van hun werkend leven in een 2pk door: van thuisverpleegkundigen tot technici van de RTT en elektriciteitsmaatschappijen. Opnieuw een 2pk besturen knoopt voor hen aan bij een mooi verleden. Maar daarnaast trekt deze auto mensen van alle leeftijden aan. Voor kinderen is het een soort droomobject en veel dertigers en veertigers zien het als een hobby. Zij hebben een 2pk om er in de weekends eens anders op uit te trekken en te ontsnappen aan de sleur. Er zijn mensen die er een hele zomer mee rondreizen, maar ook bedrijven die hem voor hun imagocampagne inzetten. En dan is er ook nog een groep die deze auto als een interessante belegging ziet. Van de 2pk, maar ook aanverwante modellen zoals de Mehari, worden alle originele onderdelen nog steeds geproduceerd. Daardoor kan werkelijk alles aan de oude wagens vandaag worden vervangen of gerestaureerd: van het motorblok tot het kleinste moertje. We zullen er dus nog heel lang de baan mee op kunnen."Dat die trage geit in deze snelle digitale tijden ook tot de verbeelding van jongeren spreekt, vindt trendwatchter Herman Konings helemaal niet onlogisch. "De 2pk past immers perfect in de huidige hype naar gas terug nemen, teruggrijpen naar het authentieke en het artisanale, waardoor ook moestuinen, plukboerderijen en vinylplaten weer hip zijn, als tegen-gewicht voor de razendsnelle technologische evoluties. De jongere generaties blijven dol op de digitale wereld, maar zijn slim genoeg om ook oog te hebben voor andere, zachte waarden. Een eigen wagen hebben hoeft voor hen niet meer. De weg opgaan in een 2pk is een belevenis voor hen. Het is slowfood for the road."Maar hoe veilig en milieuvriendelijk is het om in tijden van lage emissiezones en strengere uitstootnormen met een vervuilende oldtimer rond te hotsen? "Met 2pk's en andere oldtimers gebeuren relatief weinig ongevallen en zelden ernstige. Verkeersexperts verklaren dat onder meer door een ander rijgedrag. Zodra je in een 2pk plaatsneemt, hanteer je vanzelf een anticiperende, passieve rijstijl. Bovendien zoek je met een geit eerder rustige, kleine wegen op in plaats van snelwegen, want vlug optrekken is er niet bij. Hard rijden doe je er nooit mee", weet Dieter Pétré.Ook met de ecologische voetafdruk lijkt het nog mee te vallen. "Het is nog altijd een zeer lichte auto en daardoor is hij best wel zuinig in verbruik. Wat de uitstoot betreft zoeken we volop naar interessante alternatieven. Samen met de ingenieurstudenten van de KULeuven hebben we al enkele projecten lopen om de wagen ecologischer te maken, zonder afbreuk te doen aan zijn identiteit. De toekomst van de 2pk zou wel eens elektrisch kunnen zijn. Onder meer in Nederland en Frankrijk zijn er al succesvolle voorbeelden gerealiseerd. Het is een ideaal compromis: zijn lichte gewicht leent zich perfect voor een elektrische batterij."Een voorbeeld van optimale recyclage. Want de 2pk is een stukje industrieel erfgoed dat over 300 jaar als een bijzonder historisch voorwerp in de geschiedenisboeken zal opduiken. "Jammer genoeg is zo'n groene doorstart voorlopig niet haalbaar in ons land omdat het wettelijk kader ontbreekt, waardoor deze elektrisch aangedreven geitjes nog niet kunnen worden erkend. Plan B staat voorlopig nog in de steigers."