Dagboek van mijn pensioen

Gedurende een jaar, vanaf dag 1 van deze nieuwe fase in zijn leven, hield Ludo Hugaerts voor Plus Magazine een pensioendagboek bij. In het maartnummer wordt dit becommentarieerd door psycholoog Jean-Baptiste Dayez, auteur van een grootschalige studie over de manier waarop gepensioneerden in het leven staan. Hier leest u de volledige versie van het dagboek.

Een jaar geleden vierden we met de nodige grappen en verrassingen het vertrek van onze eerste gepensioneerde: Ludo Hugaerts, journalist, 65 jaar en half. Maar we lieten hem niet vertrekken zonder een laatste verzoek: gedurende een jaar een dagboek bijhouden van zijn gevoelens en belevenissen als pas gepensioneerde.En dat deed hij. Een waardevolle getuigenis.Want wie kan er beter emoties beschreven dan iemand die ze zelf heeft beleefd ? Ludo schreef meermaals artikels over de voorbereiding op het pensioen, over de relaties binnen koppels na het pensioen enz. Hij wist dus heel goed waar hij voor stond. Maar wanneer we zijn dagboek lezen, beseffen we dat dit er hem niet voor heeft behoed om blindelings in een aantal valstrikken te trappen waar hij zijn lezers zo vaak voor gewaarschuwd had en waarvan hij zich dus terdege bewust was. Van theorie naar werkelijkheid is soms een grote stap...

Meer dan eens blijkt duidelijk dat deze gepassioneerde journalist heimwee heeft. Dat niet alle dagen even gemakkelijk zijn. Welke plaats bekleedt hij nu in de maatschappij? Hoe kan hij zijn nieuwe leven zinvol maken? Een jaar later, na de nodige omzwervingen, Koestert Ludo opnieuw nieuwe projecten, heeft hij een evenwicht gevonden. Maar hij blijft zich de vraag stellen: is een mens wel gemaakt om niets te hoeven doen?

1 januari

Opa, spelen!!! Op de eerste ochtend van mijn pensioen word ik zonder medelijden gewekt door mijn twee kleinzoons. Ze wonen in Helsinki, maar logeren tijdens de kerstvakantie met hun ouders bij ons. Hun ma en pa slapen hun oudejaarsavondroes nog uit, terwijl ik heel enthousiast aan een Legobouwwerk begin. Misschien is 1 januari toch niet de beste dag om een pensioen te starten...

3 januari

Met een klein hartje keer ik terug naar het werk om mijn bedrijfswagen en de sleutels in te leveren. Het gaat snel en zakelijk, maar ergens heel diep voelt het aan alsof ik een stuk van mijn leven verlies. Een tweede schok volgt wanneer ik mijn collega’s nieuwjaar ga wensen. Ik zie dat collega Olivia “mijn” bureau heeft ingenomen. Dit was jarenlang mijn stek, mijn territorium, mijn stukje privacy. Ik ben nog maar een paar dagen met pensioen en het lijkt al alsof ik hier nooit ben geweest. Toegegeven, ik wist dat vooraf, maar nu ik het met eigen ogen zie, steekt het toch. Maar ik laat niets merken, ik doe stoer en houd het kort. Ik heb me immers voorgenomen mijn oud-collega’s niet te overvallen met verrassingsbezoekjes. Uit eigen ervaring weet ik dat een bezoek van een gepensioneerde collega meestal nogal gênant is.

4 januari

Vanaf nu zijn mijn vrouw en ik weer aangewezen op één enkele auto – onze eigen sedan van 14 jaar oud. Het wordt dus puzzelen om onze vierwieler te delen. Al zie ik haar in het verkeer geregeld kijken naar kleine stadsautootjes met een blik van “dat zou iets voor mij zijn”.

5 januari

Om het pensioen te “vieren” vertrekken we voor een week naar ons dorpshuisje in de buurt van Carcassonne. Het vieren bestaat vooral uit het schilderen van plafonds en muren. Een vakantiehuis in het zuiden lijkt een droom voor velen die stoppen met werken, maar ik ervaar het op dit moment alleen als extra werk.

13 januari

Ik ben vijf maanden na mijn wettelijke pensioen blijven doorwerken en ik heb nog niets vernomen van de Rijksdienst voor Pensioenen. Ik bel de RVP en geraak vlot binnen. Een vriendelijke man vertelt me dat ik op 31 januari mijn eerste pensioen zal ontvangen. Maar omdat ze mijn bankrekening niet kennen, zal ik een assignatie krijgen waarmee ik mijn pensioen kan afhalen in een postkantoor. Ik geloof mijn oren niet en geef snel mijn bankrekening op. Voor het eerst verneem ik ook het nettobedrag van mijn pensioen. Dat blijft weliswaar ? 900 onder mijn laatste salaris, maar al bij al valt het nog mee. De pensioenbonus zorgt voor een extraatje. Langer werken loont toch (een beetje).

14 januari

Nog een symbolische daad: de wekkerradio en de verwarmingsthermostaat stonden nog altijd afgesteld op de tijden waarop ik vroeger opstond. Ik pas ze aan. Voortaan floept de radio pas om 7.45 uur aan.

17 januari

Groot leedvermaak! Het autosalon zorgt voor de eerste megafiles van het jaar naar Brussel. En ik hoef er niet in! Ik vertel mijn gevoel op Facebook en krijg prompt een vermanend antwoord van een oud-collega. Je mag best wat meer meeleven met de werkende mensen die je pensioen betalen, schrijft ze. Ik houd me in om te antwoorden dat mijn leedvermaak nog veel verder gaat: ik hoop op een ochtend wakker te worden en vanuit mijn warme bed te horen dat alles stil staat door sneeuw en ijs. Helaas zit dat er deze winter niet in.

21 januari

De eerste dag die ik helemaal doorbreng met te passen op kleindochter Pixie, inmiddels 1,5 jaar oud. Alle clichés kloppen. Als je op zo’n kind past, kan je niets anders doen. Maar moet dat ook?

23 januari

Ik betrap mezelf erop dat ik toch in mijn agenda kijk, hoewel die helemaal leeg is voor vandaag en morgen. ’s Avonds beken ik: ik heb vandaag niets gedaan. Ergens héél diep vanbinnen knaagt een schuldgevoel.

31 januari

Om half elf belt een vrouwelijke postbode aan. Ik had de assignatie voor mijn eerste pensioen verwacht, maar in plaats daarvan heeft ze een plastic zakje mee met contant geld, inclusief 1 en 2 eurocentjes. Mijn eerste pensioen wordt dus uitbetaald zoals ik dat indertijd nog bij mijn schoonvader heb gezien. Ik weet niet goed welke houding aan te nemen. Om niet met de traditie te breken, geef ik haar schutterig een fooi, maar achteraf hoor ik dat ik haar ook een jenevertje had moeten aanbieden. Op mijn vraag vertelt ze dat ze contant pensioengeld op nog een aantal adressen moet brengen.

3 februari

Het is maandag en dat is nu een vaste opa- en omadag geworden. We passen op de kleindochter en op deze manier kunnen haar ouders het geld voor de crèche uitsparen. Dat betekent dat we die dag vroeger moeten opstaan. Ik ben het bijna niet meer gewoon, want op andere dagen durven we gerust tot 8.30 uur in bed blijven en pas om 9.30 uur naar de badkamer trekken om ons klaar te maken voor de dag. Decadent!

17 februari

Met het uitzonderlijk zonnige weer dat we beleven slaat het syndroom weer toe. Dat wil zeggen: ik voel me opnieuw schuldig dat ik niets doe. En dus begin ik aan de voorjaarsopruiming van de tuin. Het werk kost me al bij al vijf dagen. Vroeger moest dat allemaal in één weekend gebeuren. I count my blessings.

21 februari

Rita, “onze” redactiesecretaresse, stuurt me nog wat persoonlijke mails door en meldt dat mijn professioneel e-mailaccount eind februari afgesloten wordt. Hoewel ik dat vooraf wist, geeft het toch een wrang gevoel.

3 maart

Terug thuis na een weekje bij de kleinzoons in Helsinki. Een paar dagen later besef ik dat ik in een behaaglijke routine aan het vervallen ben. Lang ontbijten, de krant lezen, de e-mails checken, pas dan naar de badkamer voor het ochtendtoilet. Ik luister zelfs niet meer naar de ochtendfiles. Help, ik wil een actieve 65-plusser blijven, geen uitgezakte sofaligger.

11 maart

Mijn eerste project staat nu helemaal op papier. Samen met mijn fietsmaat Frank wil ik in mei van Gent naar Carcassonne fietsen in negen etappes en één rustdag. Onze respectieve echtgenotes zijn bereid ons te helpen en als bezemwagen te fungeren. Aan de hand van detailkaarten zijn de etappes uitgeschreven, telkens zo’n 110 tot 120 km per dag. Het komt er nu op aan twee tot drie keer per week te trainen en kilometers te vreten, maar met het prachtige voorjaarsweer kost dat weinig moeite.

18 maart

Aperitiefgevaar! De voorbije weken hebben we zowel ’s middags als ’s avonds aan de aperitief gezeten en zowel bij de lunch als het avondmaal een fles wijn ontkurkt. Gevaarlijk. Ik wil niet de volgende gepensioneerde met een drankprobleem worden.

22 maart

Niet te geloven, de maand maart is nog niet gedaan en ik ben al klaar met het vele voorjaarswerk in de tuin. Ik vraag me af hoe ik dat klaarspeelde toen ik nog werkte. Toen moest al dat werk op zaterdag gebeuren, weer of geen weer. Maar blijkbaar lukte dat toen ook.

26 maart

Het is zo ver. Anne-Laure en ik hebben voor het eerst woorden gehad in de keuken. We liepen zichtbaar in elkaars weg. Ik: “Waarom moet je altijd net op dezelfde plaats in huis zijn als ik?”. Zij: “Het was gemakkelijker toen je nog werkte”. Ik kook graag en sinds 1 januari heb ik onbewust “haar” plaats ingepalmd. Er is maar één oplossing: vooraf afspreken wie wanneer kookt.

8 april

Op een oefenrit met Frank is hij zwaar ten val gekomen door een put in het fietspad. Een ambulance heeft hem naar het ziekenhuis gebracht en het verdict was hard: een gecompliceerde breuk aan een elleboog en een breuk aan de linkerheup. Na de operatie wacht nog harder nieuws: de revalidatie zal maanden duren en het is zelfs de vraag of hij ooit nog zal willen of kunnen fietsen. Een rot gevoel, vooral omdat de val gebeurde onder een stralende zon terwijl we beiden genoten (“wow, zo leuk kan pensioen zijn!”). Toch neem ik vlug een besluit: ik ga mijn fietstocht naar Zuid-Frankrijk alleen wagen, zij het met Anne-Laure als zeer geliefde bezemwagen.

13 april

Vorig jaar mocht ik 25 lezers van Plus Magazine begeleiden op hun fietsavontuur op de Mont Ventoux. Vandaag hebben negen deelnemers elkaar teruggezien op een reünietocht in Riemst. Er is zo iets als een vriendschapsband tussen ons gegroeid. Eén van de deelnemers stelt voor in 2015 een fietsvakantie op Majorca voor onze groep voor te bereiden. Doen!

15 april

Chris Goidts, een deelnemer aan ons Ventoux-fietsavontuur, belt me op met het nieuws dat hij bereid is me te vergezellen op de eerste etappes van mijn fietstocht naar Carcassonne. Hij moet eind mei in de Provence zijn, waar hij met een aantal buren heeft afgesproken opnieuw de Mont Ventoux te beklimmen. Hij wil tot centraal Frankrijk met me mee fietsen en dan op zijn eentje afslaan naar het zuidoosten.

3 mei

Op mijn vele eenzame oefenritten gaan mijn hersenen – vaak ongewild – mijn leven tot nu toe overdenken. Wat zou ik nu niet meer of anders doen, als ik de kans kreeg? Welke stommiteiten zou ik vermijden? Had ik, zoals eerst de bedoeling was, leraar klassieke talen moeten worden? Dan had ik op mijn 60ste kunnen stoppen met werken en genieten van een veel royaler pensioen. Uiteindelijk sluit ik dat – zinloze -gepieker af met de slogan: het is zoals het is en het wordt zoals het wordt.

18 mei

Onder een stralende en soms bloedhete zon heb ik de eerste etappe (Gent – Le Cateau-Cambrésis, 125 km) erop zitten – de laatste 55 km vergezeld van twee buren-vijftigplussers die solidair wilden zijn. Eén van hen is 57 en had moeite om te volgen (“mijn pijp is uit!”), ook al reden we niet meer dan 22-23 km/uur. Dat gaf me veel ongepast leedvermaak want ik ben acht jaar ouder en voelde me bij aankomst nog redelijk fit – ondanks de verbrande bovenarmen en forse zadelpijn.

21 mei

Wat een geweldig gevoel wanneer ik in de vierde etappe in Sully over de Loire fiets. Het gaat tot nu toe prima. Ik volg hoofdzakelijk kleinere, departementale wegen met nauwelijks verkeer. Géén afzonderlijke fietspaden – in dat opzicht is Frankrijk een ontwikkelingsland – maar de auto’s en vrachtwagens steken me altijd met een ruime bocht voorbij. Ik heb me nog geen moment onveilig gevoeld. Bovendien zijn de wegen meestal perfect geasfalteerd en dat is een aangenaam verschil met vele fietspaden in België. Chris Goidts rijdt vanaf de tweede etappe met me mee, maar hij wordt achtervolgd door de wet van Murphy. Op drie ritten is hij al vier keer lek gereden. Hij is nu door Anne-Laure opgehaald en naar een garage gebracht. Wat boffen we dat zij bezemwagen en EHBO wil zijn! Ze heeft mijn zonnebrand en gevoelig achterwerk verzorgd met de juiste zalf, ze is me al één keer uit een plensbui komen redden en ze heeft Chris al vier keer gedepanneerd. Elke avond schrijf ik een kort verslagje op mijn Facebookpagina. Sommige vrienden blijken me elke dag met de kaart te volgen.

27 mei

Om 14.45 uur ben ik ons Zuid-Franse dorp binnengefietst en heb ik mijn bestemming heelhuids en zonder één technisch defect bereikt. De voorlaatste rit (Figeac-Albi) heb ik moeten annuleren wegens aanhoudende regen, dus die moet ik ooit nog ’s overdoen. Maar verder verliepen de etappes zo goed als rimpelloos. De gevreesde bergen bleken in werkelijkheid vooral lange, maar niet zo steile hellingen te zijn. Ik heb vele tientallen kilometers gefietst door bossen of over kaarsrechte, op- en neerdeinende wegen. In de laatste 25 kilometer daalde de weg voortdurend en ben ik in volle vaart naar beneden gesuisd in een euforische wie-doet-mij-nog-watstemming.

28 mei

Platte rust. Ik lees met plezier de felicitaties op Facebook en haal mijn nieuwsachterstand in (er waren per slot van rekening belangrijke verkiezingen op 25 mei). Ben ik nu een zogenaamde “nieuwe gepensioneerde”? Niet meer in de zetel vóór de buis maar een fietstocht van 900 km? Wifi zoeken om de laptop te kunnen gebruiken en skypen met de kleinkinderen? Het verschil met de generatie vóór mij is groot en dat geeft een verdraaid goed gevoel.

2 juni

Terug thuis slaat dat gevoel om. Met alle overnachtingen en avondmaaltijden in restaurants onderweg is de Franse fietstocht behoorlijk duur uitgevallen. Ik heb er blijkbaar nog niet mee leren leven dat mijn pensioen een pak lager ligt dan mijn laatste salaris. De tering naar de nering zetten, dat valt de “nieuwe gepensioneerde” blijkbaar iets moeilijker dan gedacht.

10 juni

Dochter Eva meldt goed nieuws over haar controlebezoek bij de gynaecoloog. Normaal moet ze begin juli bevallen van haar tweede kind (en ons vierde kleinkind). De baby (het wordt een jongen, zeggen de echo’s) lag in stuitligging, maar heeft zich nu gekeerd in de beste houding voor een natuurlijke bevalling. Het valt me op hoe ik de jongste dagen daarmee bezig ben geweest. Ben ik indertijd voor mijn kinderen een afwezige vader geweest en probeer ik dat nu goed te maken met mijn kleinkinderen?

19 juni

Het WK-voetbal is begonnen. Als ik wil kan ik nu naar elke wedstrijd kijken. Zelfs midden in de nacht en dan uitslapen. Gepensioneerden hebben de luxe om de actualiteit van dichter bij te volgen dan werkenden, maar voelen ze daar ook behoefte aan? Kleindochter Pixie heeft het in elk geval voortdurend over “Fel-lai-ni”. De Rode Duivelsgekte spaart niemand.

26 juni

Ik ben begonnen aan de laatste huiselijke klus die ik had laten liggen tot mijn pensioen: het afschuren en herschilderen van al het buitenschrijnwerk. Tegelijk overvalt me het besef dat ik nadien geen enkel project meer heb. Het idee rijpt om in september een cursus te volgen en/of vrijwilligerswerk te doen. Ondanks alle mooie ervaringen in de voorbije maanden kan ik het schuldgevoel niet van me afschuiven dat ik mijn dagen doorbreng met alleen maar zaken als tuinieren, fietsen, koken, klussen, op de kleindochter passen, aperitieven en televisiekijken. Zou dat het echte zwarte gat zijn? Niets hoeven te doen en dat eigenlijk niet willen?

8 juli

Gisteren, drie minuten vóór middernacht, is Miel geboren, ons vierde kleinkind. Door een toeval hebben we dat letterlijk van heel dichtbij meegemaakt. De kleindochter lag sinds een dag in het ziekenhuis om onderzoeken te doen naar haar kortademigheid. Een paar uur na haar opname kreeg onze dochter weeën. Terwijl wij op de achtste verdieping van het ziekenhuis bij Pixie bleven, kon onze schoonzoon één verdieping lager meemaken hoe zijn vrouw beviel van een flinke zoon van 3,6kg. Moeder en baby maken het uitstekend en wij pendelen tussen de twee verdiepingen. Ik ben blij dat ik deze periode zo intens en van dichtbij kan beleven. Onze dochter is altijd een rebelse en vrijgevochten vrouw geweest, maar nu zie ik haar bezig als een zeer zorgzame en liefdevolle moeder. Misschien is ook dat een voordeel van het pensioen: tijd krijgen om je eigen kinderen beter te leren kennen.

14 juli

Buurvrouw Lieve vraagt ons om tijdens haar vakantie op het huis te letten en de planten water te geven. Ze zegt dat ze echt uitkijkt naar haar vakantiereis. Zelf heb ik helemaal geen vakantiegevoel, ook al hebben we al prachtige zomerdagen gehad. Ik voel evenmin behoefte aan een reis. Ik ben blij dat ik het relaxen op het terras kan afwisselen met de Tour de France en met hulp aan de kersverse ouders.

22 juli

Het valt me de jongste dagen op dat Anne-Laure en ik nog altijd vaak tegen elkaar botsen als we net op hetzelfde moment op dezelfde plaats in huis willen zijn. Ik maak er een grappig bedoelde opmerking over (“Misschien moeten we verhuizen naar een groter huis, zodat we niet altijd in elkaars weg lopen”), maar ik krijg een zure tirade als antwoord. “Vroeger deed ik mijn zin in het hele huis”, zegt ze, “jij verzorgde alleen de tuin. Nu heb je alle ruimte ingepalmd. Je wilt zelfs alle dagen koken. Ik voel me soms een buitenstaander.” Ik ben geschrokken, maar ik besef nu dat we nog altijd geen afspraken hebben gemaakt over wie wat doet in huis en wat ieders privé-ruimte zou kunnen zijn.

3 augustus

Veel mensen moeten morgen weer aan de slag na hun vakantie. Ik herinner me mijn eigen blues op de laatste vakantiedag. Daar heb ik nu geen last van. Er zijn zo van die dagen dat een pensioen zalig aanvoelt.

15 augustus

Heb je al een nieuwe auto gekocht? Die vraag kreeg begin januari geregeld te horen. Blijkbaar moet wie op pensioen gaat een nieuwe auto kopen. Ik heb me acht maanden verzet tegen dat cliché, maar nu zal het er noodgedwongen toch van komen. Met onze auto zijn we namelijk 50 km onder Parijs gestrand op weg naar het zuiden. De koppeling was helemaal defect. Omdat de auto boordevol zat met onder meer een fiets en omdat het de eerste dag was van een driedaags weekend (alle garages dicht), hebben we daar de beslissing genomen om ons terug naar huis te laten slepen. Achteraf bekeken een foute keuze, want dit heeft een klein fortuin gekost. De auto is 15 jaar oud en de kosten voor herstel zijn niet in verhouding. En dus moeten we nu diep in onze spaarboek graaien voor een nieuwe vierwieler. Nog een goede les: nooit vertrekken zonder reisbijstandsverzekering.

25 augustus

De keuze is gevallen op een echte bompa-auto: vrij hoge stoelen, ruim plaats voor de kleinkinderen, een grote koffer, cruise control, parkeercamera, automatische ruitenwissers, dito lichten en nog flink wat snufjes voor de veiligheid en het comfort. De garagist heeft ons in afwachting van de levering een vervangwagen beloofd, maar ondertussen doen we het al dagen zonder auto. Nog nooit zo vaak met de bus en de tram gereden. Boodschappen doen we met de fiets of te voet. En als we op de kleindochter moeten passen, wordt ze gebracht. Eigenlijk best handig. Hebben we die nieuwe auto wel nodig? Op de bus en de tram zaten we vrijwel uitsluitend tussen collega-gepensioneerden.

1 september

Heel bewust een uitgebreid ontbijt genomen. Op de radio hoor ik reportages over terug-naar-school en weer-aan-de-slag. En ook alle files zijn terug. Maar ik hoef niet. Zalig.

4 september

Onze vaste postbode is net met pensioen. Op zijn 60ste heeft hij blijkbaar al recht op een volledig pensioen. Een paar geleden vertelde onze achterbuurman dat hij per 1 oktober mag stoppen met werken. Hij is 54, werkt aan de haven en kan profiteren van een speciale regeling voor dokwerkers. Toen ik hem zei dat ik 54 jaar wel heel vroeg vond, antwoordde hij wrevelig dat hij al werkt sinds zijn 16de en dat die regeling nu eenmaal bestaat. Ik gun het hem en de postbode van ganser harte, maar ben ik dan zo dom geweest om nog een aantal maanden door te werken na mijn 65ste? Als er zovele uitzonderingen en achterpoortjes blijven bestaan, komt er van langer werken in dit land weinig in huis.

6 september

Een kleine veertig gasten komen naar de babyborrel die wij aanbieden voor de geboorte van Miel. Ontspannen en gezellig, dat zeker, maar het valt me op dat de generaties hun eigen apartheid houden. Ik zie tafeltjes met dertigers en andere tafeltjes met vijftig- en zestigplussers. De dertigers hebben allemaal baby’s of jonge kinderen bij zich en praten vooral daarover – en over hun werk. De tweede groep heeft het over hun kleinkinderen en hun kwaaltjes, fietstochten en voorbije reizen. Naarmate de cava vloeit, komen de generaties elkaar wel tegen op het springkasteel. Ik zie mijn eigen vrouw – 68 jaar – springen, vallen en veel plezier hebben.

14 september

Ik plaats een foto van ons bezoek aan het Street Food Festival in Gent op Facebook. Ik schrijf er iets bij over het hippe publiek en de trendy locatie. Dochterlief wijst me meteen facebookig terecht: pa, die locatie is helemaal niet meer trendy. Tot nu toe dacht ik dat ik de nieuwste trends in de samenleving redelijk goed volgde, maar nu slaat voor het eerst de Grote Schrik toe: ben ik nog wel mee? Of al compleet passé?

17 september

Helemaal met het openbaar vervoer naar mijn vroegere redactie geweest omdat ik nog iets op moest halen. Ik had er een beetje schrik voor, maar de ontvangst was hartelijk en zichtbaar gemeend. Misschien heb ik het verkeerd voor en hoeft een bezoek aan je vroegere collega’s niet noodzakelijk gênant te zijn.

24 september

Het navigatiesysteem van onze nieuwe auto geeft een waarschuwingssignaal voor flitspalen, ook wanneer de gps niet aanstaat. Tiens,sinds 1 januari nog geen enkele keer geflitst of een snelheidsboete gekregen. En dat terwijl ik er vorig jaar nog vier moest incasseren.

30 september

Vorige nacht is een jeugdvriend overleden. Dat hakt er diep in. Ik zou heel triest kunnen worden over een deel van mijn leven dat aan het verdwijnen is, maar net op dit moment zijn we op vakantie met een groep van vijftien vrienden in een grote vakantiewoning in Zeeland. Er wordt samen gekookt, veel geaperitiefd en vooral veel gelachen. Negen maanden na mijn eerste pensioendag geeft dat weerwerk en een gerust gevoel: zo wil ik graag blijven ouder worden.

17 oktober

Net een weekje Ardennen achter de rug met dochterlief en de twee kleinkinderen. Was het leuk? Ja. Was het vakantie? Zeker niet, want we zijn echt zéér moe.

12 november

Nog nooit zo vaak de tram, de bus en de trein genomen als in de voorbije maanden, maar – lap!- De Lijn schaft vanaf september 2015 het gratis vervoer voor 65-plussers af. Het lijkt een billijke maatregel, maar het zal zeker tot gevolg hebben dat we weer vaker de auto nemen.

1 december

In de voorbije maanden zijn we al meer dan ons lief is overvallen door onverwachte overlijdens in onze familie- en vriendenkring. Nu komt daar nog de plotselinge dood van zanger Luc De Vos bovenop. Anne-Laure kent de familie goed: een zus van Luc was een collega van haar. Ik betrap me er ook op dat ik vaker de overlijdensberichten in de krant lees. Als de overledene (veel) vroeger geboren is dan ikzelf, lucht me dat op. Maar als zij of hij even oud is als ik of jonger, dan is dat telkens een brutale confrontatie met mijn leeftijd en met mijn eindigheid. Ik probeer dan heel snel aan iets anders te denken.

16 december

Als dochterlief ’s morgens vroeg belt met de boodschap “ik heb een vraagje”, dan weten we hoe laat het is. De voorbije week stond die telefoon bijna niet stil en hebben we bijna elke dag en soms ook ’s avonds op de kleinkinderen gepast. Ziekte van de onthaalmoeder, avondvergaderingen, thuiswerk van dochterlief omwille van de stakingsdag, het kwam allemaal samen. Het werd wat van het goede te veel, maar we hebben niet neen durven zeggen. We hebben indertijd zelf kort na elkaar twee kinderen gekregen en waren altijd blij als we voor de last minute opvang een beroep op familie konden doen.

25 december

Tijdens het kerstfeest bij ons thuis een discussie gehad met de schoonzoon. Als we tussen nu en vijf jaar niet alle fossiele brandstoffen verbieden, is de klimaatverandering niet meer terug te draaien, vindt hij. Toen ik antwoordde dat dit niet realistisch was (bijna iedereen, ook hij, rijdt nog met een ‘fossiele’ auto), kreeg ik een vriendelijk-beschuldigende blik terug. In zijn ogen zijn de babyboomers degenen die ons milieu om zeep hebben geholpen. En dus zouden we nu, als nieuwe gepensioneerden, het voorbeeld moeten geven. Blijkbaar krijgt onze generatie de zwarte piet van alles toegeschoven: de overheidsschuld, niet langer willen werken, overconsumptie, profiteren van de sociale zekerheid, de klimaatopwarming... No way!

30 december

Tijd voor een bilan van één jaar pensioen. Ik heb kunnen genieten van mooie gevoelens en belevenissen. Geen files meer. Volop de overrompelende liefde voor kleinkinderen gekoesterd. Fietstochten gemaakt zonder op de tijd te moeten letten. Geen gezondheidsproblemen gehad. Na de eerste moeilijke maanden, waarin we in elkaars weg liepen (vooral in de keuken), is er een soort van nieuwe genegenheid tussen mijn vrouw en mezelf gegroeid. Nooit (of toch bijna nooit) geen stress meer. Maar ook vaak te weinig stress en te veel rust. Er kwamen steeds meer dagen dat ik helemaal niets om handen had en het schuldgevoel niet kon weglachen. Een mens is blijkbaar niet gemaakt om niet te werken. Conclusie: ik heb nu genoeg gerust. Opdracht voor het tweede jaar: actiever worden en tegelijk de mooie gevoelens van het eerste jaar behouden. Vrijwilligerswerk of een bijverdienste zoeken. Een nieuw project uitwerken. Langer bij de kleinzoons in Helsinki verblijven. Fietsen naar Berlijn. In elk geval iets dat méér zin geeft aan mijn leven.

Partner Content