© FRANK BAHNMÜLLER

Carl De Keyzer: ‘Een goede foto moet niet mooi zijn’

Carl De Keyzer hoort al 25 jaar tot het meest selecte clubje fotografen ter wereld. Wij zochten de Vlaamse Magnumfotograaf op.

We mogen op de koffie in zijn kasteel in Melle. Lupa, de witte herdershond des huizen begroet ons als eerste. De goedlachse fotograaf probeert hem te bedaren. In het Red Star Line Museum in Antwerpen loopt zijn tentoonstelling Higher Ground. De foto’s tonen hoe de wereld er zou uitzien indien we met zijn allen in het hooggebergte moeten leven, omdat de zeespiegel stijgt door de klimaatopwarming.

Het is al je tweede fotoproject over de klimaatopwarming. Houdt die je sterk bezig?

Toch wel. Na onze prachtige zomer zijn we geneigd ons niet druk te maken over het klimaat, want wij hebben de indruk dat ons weer beter wordt. Maar er komt extremer weer, meer overstromingen en orkanen. Higher Ground is natuurlijk fictie. Maar overstromingen bij de kusten voor Europa, zoals in mijn reeks Moments before the Flood zijn niet ondenkbaar. We zien rampen in het nieuws, maar denken altijd dat ons hier, op het oude beschermde continent Europa, niets kan overkomen. Dat wij hier knus zitten.

Ik ben vaak ziek van de stress wanneer ik op reis moet vertrekken. Liefst van al blijf ik thuis.

Hoop je met je foto’s iets te veranderen?

Ik ben maar een klein radertje, een fotograaf die de werkelijkheid reduceert tot twee dimensies. Je mist ook veel dingen. Je bent net te vroeg of net te laat met je foto. Maar ik heb wel altijd een geëngageerde blik. Mijn foto’s gaan altijd over machtsstructuren: religie, communisme, kolonialisme. De natuur kan je daar bij rekenen. Want dictators kunnen verdwijnen, maar de natuur is de ultieme kracht waartegen we machteloos staan. Ik geloof niet dat de wereld zich op tijd zal bezinnen. Het is al vijf voor twaalf. Begin trouwens maar een keer alles af te schaffen wat vervuiling veroorzaakt. Ik geeft toe dat ik zelf een zware ecologische voetafdruk heb. Ik vlieg vaak en voor de meeste opdrachten heb ik een auto nodig. Oorspronkelijk maakte ik dingen over België. Maar dat was onvoldoende om van te leven. Mijn vriendin en ik zijn wel allebei vegetariër. Ik ben heel gevoelig voor dierenleed.

Je fotografeert zelden dieren.

Da’s waar, maar bijna was mijn carrière anders gelopen. Als kind spendeerde ik veel tijd op de boerderij van mijn grootouders en daardoor heb ik een sterke band met dieren. Ik koos er dus voor om diergeneeskunde te gaan studeren. Maar na drie maanden heb ik opgegeven. Op aanraden van mijn kotvrienden werd het fotografie.

Je hoort bij de top. Wat maakt van iemand een goeie fotograaf?

Een persoonlijke visie hebben. Dat vind ik belangrijker dan esthetiek of techniek. Je moet je persoonlijkheid in je beelden leggen. Ik probeer een mooie compositie te maken, maar het beeld ondersteunt de inhoud. Je visie evolueert natuurlijk met de jaren. En de wereld verandert voortdurend. Dat is het mooie aan fotografie. Je kan elk jaar foto’s wijden aan hetzelfde thema met telkens ander resultaat.

Dus in je foto’s zien we wie je bent als mens.

Absoluut. Ik heb het altijd over machtssystemen opgedrongen aan mensen. En de visuele impact daarvan. Want elk systeem heeft zijn eigen propaganda, symbolen, architectuur. Dat zie je heel duidelijk in religie, in het communisme, maar ook in het kapitalisme. Al merken wij dat niet zo, omdat we daar zelf deel van uitmaken. En het gebeurt nog te weinig dat Aziaten of Afrikanen ons fotograferen. Meestal zijn wij het die met een soort koloniale blik naar andere culturen kijken. Visueel is dat makkelijk. Maar je moet je daar wel bewust van zijn.

Vanwaar die fascinatie voor onderdrukking?

Ik vind onmacht het ergste wat er is. Ik heb er vaak nachtmerries over. Die angsten komen altijd terug. Ze zitten in mijn dromen en mijn foto’s. Misschien is het wel begonnen met de kerk, in de jaren ’60 nog een machtig instituut. Ik had het daar zeer moeilijk mee. Al sinds ik acht ben geloof ik niet meer, maar ben opgegroeid in West-Vlaanderen en moest twee tot drie keer per week naar de mis. Dat voelde aan als een beklemming, overmacht.

Maakt die persoonlijke benadering dat je lid kon worden van Magnum?

Vroeger was fotografie bijna ambachtelijk. Na een reportage van drie maanden, bracht ik evenveel tijd door in mijn donkere kamer. Je kon het verschil maken met een mooie afdruk. Daar gaat het nu niet meer om. Digitale fotografie heeft alles versneld. De inhoud en ideeën zijn nu effectief belangrijker.

Ik ben sinds 1994 aandeelhouder van Magnum, wij vormen een coöperatieve. Maar ach, je moet wat geluk hebben. Elk jaar dienen zich ongeveer 800 documentairefotografen aan. Er worden er maximum drie genomineerd en dan duurt het nog vijf jaar voor ze lid worden. Maar dat is dan voor het leven. Magnum is vooral prestigieus en opent deuren. We zijn nu eenmaal de bekendste groep fotografen ter wereld. Noord-Korea heb ik kunnen bereizen omdat ik lid ben van Magnum. Je moet zelf investeren in je projecten. Maar eens je werk klaar is en je geeft het aan Magnum, kun je er zeker van zijn dat het een week later bij alle grote tijdschriften en musea ter wereld ligt.

Je hebt meer dan 100 landen bezocht. Welke plek is je het meest bijgebleven?

Rusland. Toen ik mijn loopbaan startte, was dat de grote vijand. Het communisme was de baarlijke duivel. Dat fascineerde mij. Het was er zoals in Noord-Korea nu: je kon er enkel binnen onder begeleiding. In 2000 keerde ik terug en plots mocht je overal rondreizen. Die bevrijding was onwaarschijnlijk. Ik heb toen die ‘vijand’ leren kennen, ben acht maanden in Siberië gebleven, heb er vrienden gemaakt, een fotoclub gesticht, les gegeven. Dat was een ongelooflijke tijd. Het landschap is fantastisch en de ijzige winter toch charmant, met de vele wodkafeesten ( lacht). Het is er trouwens niet altijd koud. In Siberië heb je zes maanden lang een zomer van 30 graden. Ik sprak geen Russisch en toch lukte het om goed te communiceren. Rusland lijkt nors en onvriendelijk. Het ziet er grijs uit, de huizen zijn onverzorgd en er is veel armoede. Maar als je een beetje aan die laag krabt, komt er ongelooflijk veel boven. Fotografisch is dat erg interessant. Hapklare, eenvoudige beelden, daar staan de magazines en kranten al vol van. Ik wil een beeld waar je een aantal seconden moet naar kijken en je afvragen: Wat zie ik nu? Wat is de bedoeling?

Klopt het dat je eigenlijk niet graag reist?

Mijn eerste grote reis was India. Wat heb ik daar afgezien! Het was er snikheet, de hotels waren slecht en ik had nauwelijks geld. Ik was toen van plan nooit meer te reizen. En fundamenteel is die schrik voor het reizen gebleven, al weet ik nu wat ik kan verwachten en permitteer ik mij al eens een beter hotel. Maar ik kan echt ziek zijn van de stress voor een reis. Koorts, misselijkheid, iedere keer ik mezelf weer eens aandoe te vertrekken, bang voor wat mij weer gaat overkomen. Naar de VS ben ik met vrouw en kind gereisd. Maar vaak reis ik alleen. Ik ben natuurlijk liefst van al thuis. Want de gebieden die ik bezoek zijn moeilijk. Je weet dat het één grote ellende wordt van het begin tot het einde ( lacht). Maar ik kan nog niet op rust. Met fotografie verdien je nu eenmaal niet zoveel als met een schilderij bijvoorbeeld.

Je woont hier wel in een mooi kasteel.

Maar dat heb ik niet verdiend met fotograferen! Mijn vriendin, die ik negen jaar geleden leerde kennen, en ik hadden allebei al een huis dat we goed hebben kunnen verkopen. We hebben dit kasteel uit 1820 gekocht van kunstenaar Wim Delvoye, nu onze buur. Het was een ruïne en de tuin bleek volledig overwoekerd met rozen en bramen, een beetje zoals in Doornroosje. Een jaar lang heb ik alleen maar hier gewerkt. Doornroosje hebben we niet gevoden (lacht)

Higher Ground, tot 27/1/2019 in Red Star Line Museum, Antwerpen. www.redstarline.be

Carl De Keyzer: 'Een goede foto moet niet mooi zijn'
© FRANK BAHNMÜLLER

TIJDLIJN

Geboren in Kortrijk op

27/12/1958

Carrière

1982 -1989

Studeert af als fotograaf aan KASK Gent. Richt fotogalerie XYZ op en trekt wereldvermaarde fotografen aan. Docent aan KASK.

1987

Eerste fotoboek over India. Internationale doorbraak. Nog 17 fotoboeken/expo’s waaronder Homo Sovieticus (1989), God Inc (1992, god en nationalisme in VS), East of Eden (1996, Rusland na communisme), Zona (2003, Russische goelags), Congo Belge (2010), Moments before the flood (2012) en Higher Ground (2016). Werk wordt tentoongesteld in musea over de hele wereld.

Sinds 1994

Lid van internationaal fotocollectief Magnum.

Privé

Relatie met model en fotografe Eva Rossi

Vader van Ken en Otto

Partner Content