© Getty Images/iStockphoto

Als grootouders hun kleinkinderen opvoeden

Situaties waarin grootouders permanent de opvoedingstaak overnemen en vervangouders worden van hun kleinkinderen, komen vaker voor dan we denken. Maar is het ook de beste oplossing?

Robert heeft een familiebedrijf in de bouw. Toen zijn vrouw om het leven kwam bij een verkeersongeval stond hij voor alles alleen in. Voor het beheer van de zaak én voor de zorg voor zijn jonge kinderen David en Ylka. Zijn ouders hebben toen voorgesteld om voor de kinderen te zorgen tot die op eigen benen konden staan. Sindsdien wonen David (nu 6) en Ylka (nu 4) bij oma (59 jaar, brugpensioen) en opa (62 jaar, werkt halftijds). Elke zondag komt Robert langs om tijd door te brengen met zijn kinderen en te overleggen met zijn ouders.

Anders dan grootouders die nu en dan op de kleinkinderen passen, gaat het hier over kleinkinderen die permanent bij hun grootouders verblijven en over grootouders die vervang-ouders worden. Soms ten gevolge van dramatische omstandigheden of probleemsituaties. Denk aan ouders die om het leven zijn gekomen, aan tienerzwangerschappen of aan echtscheidingen die uit de hand lopen. De ouders kunnen in de marginaliteit terecht zijn gekomen, een gevangenisstraf uitzitten, alcohol- of drugsproblemen hebben of in een psychiatrische instelling verblijven. Het toe- zicht over hun kinderen kan hen zijn ontnomen, waarna de jeugdrechter de kinderen bij de grootouders heeft geplaatst.

Vaker dan we denken

Toch hoeft de reden lang niet altijd dramatisch te zijn. Grootouders kunnen ook vervangouders worden als praktische oplossing in familiale omstandigheden zonder conflicten. Denk maar aan alleenstaande ouders die door hun werksituatie (zelfstandige, een beroep met veel reizen...) of een handicap niet voor hun kinderen kunnen zorgen zolang die nog klein zijn.

Wanneer grootouders hun kleinkinderen grootbrengen, doen ze dat uit liefde en met grote overgave. Dikwijls is er een informele regeling met de ouder(s) of met de rest van de familie, maar soms kan het aangewezen zijn de rol als vervangouders officieel te maken (lees ook: Informeel of officieel?).

Door die informele regelingen bestaan er geen exacte cijfers over het aantal grootouders in België dat permanent voor de kleinkinderen zorgt. Maar het komt vaker voor dan we denken. Dat kunnen we onder meer afleiden uit de officiële cijfers over de pleegzorg. Het jongste jaarverslag van Pleegzorg Vlaanderen meldt dat familiepleegzorg in 41% van de gevallen gebeurt door de grootouders (2010).

Meeste kans op een warm nest

“Wanneer grootouders de rol van opvoeders voltijds overnemen van de ouders is dat voor het kind vrijwel altijd een positieve zaak en een betere oplossing dan opname in een instelling of in een niet-familiegebonden pleeggezin”, zegt kinderpsychologe Klaar Hammenecker. “Tussen grootouders en kleinkinderen bestaat een heel sterke en loyale biologische band. De onbaatzuchtige liefde tussen beiden staat het dichtst bij de relatie tussen ouders en kinderen. Daarom kunnen zowel ouders als grootouders aan kinderen makkelijk fouten en misstappen vergeven. Andere familieleden (ooms, tantes) en pleegouders zijn minder tolerant. De kans op een warm en liefdevol nest is dus groter bij de grootouders.”

Als vervangouders hebben grootouders zelfs twee unieke troeven meent de psychologe. Ze kunnen gewoonlijk veel meer tijd in de kinderen investeren en ze krijgen een herkansing als opvoeders: “Toen ze hun eigen kinderen opvoedden, waren ze misschien te vaak afwezig op cruciale momenten. Die fout kunnen ze goed maken met hun kleinkinderen en dat zullen ze met veel toewijding doen.”

Dat kinderen zich meestal goed voelen wanneer ze door hun grootouders worden grootgebracht, wordt ook bevestigd door de Vlaamse en de Franstalige kinderrechtencommissarissen. Die hebben al moeten bemiddelen in schrijnende gevallen waarin een kind door de jeugdrechter verplicht werd terug te keren naar zijn vader of moeder, nadat het jarenlang opgevoed werd door de grootouders. De kinderen in kwestie wilden dat niet en kwamen soms in een instelling terecht.

Opvoeden is meer dan liefde geven

Toch is er een voorwaarde voor dit succes: grootouders moeten beseffen dat ze dan in de eerste plaats opvoeders en pas daarna grootouders zijn. Van grootouders wordt normaal alleen verwacht dat ze hun kleinkinderen doodgraag zien en van hen genieten. Maar wanneer ze een ouderlijke taak krijgen, verandert dat.

“Opvoeden is meer dan liefde geven”, legt Klaar Hammenecker uit. “Opvoeden betekent grenzen stellen, neen durven zeggen, kinderen voor hun verantwoordelijkheid plaatsen en knopen doorhakken. Dit betekent bijvoorbeeld dat grootouders de school moeten kiezen en kinderen mogen verplichten zich aan bepaalde regels te houden (kamer opruimen, eerst huiswerk en dan pas televisie, meehelpen bij het dekken of afruimen van de tafel...).”

Het kan echter gebeuren dat grootouders uit medelijden (“dat arme kind ziet zijn ouders nauwelijks”) te veel toelaten en bijna de slaaf van hun kleinkinderen worden. Ze hebben toch tijd om alle rommel op te ruimen, niet waar? Het gevaar wordt dan groot dat de kinderen opgroeien tot verwende nesten met weinig sociale feeling en respect. Een ander gevaar loert wanneer de ouders zich schuldig hebben gemaakt aan criminele feiten of onverantwoord gedrag. Als grootouders kan je dan in de verleiding komen om je boosheid of bitterheid af te reageren op de inwonende kleinkinderen.

Hulp zoeken mag!

Net als echte ouders zijn vervangouders niet perfect. Ook zij moeten alert zijn voor alarmsignalen die het kind kan uitsturen. Hyperkinetisch of zwaar grensoverschrijdend gedrag, slecht slapen gedurende lange tijd, een blijvend gebrek aan eetlust: het kunnen allemaal signalen zijn dat het kind zich niet goed in zijn vel voelt.

“In zulke gevallen mogen grootouders niet aarzelen om professionele hulp te zoeken”, benadrukt Klaar Hammenecker nog. “Ze kunnen zich bijvoorbeeld wenden tot een centrum voor algemeen welzijnswerk of een centrum voor leerlingenbegeleiding. Zelf heb ik al grootouders begeleid die te maken kregen met confronterende vragen van hun kleinkind en niet wisten hoe te antwoorden.”

Grootouders moeten zich evenmin schuldig voelen als de opvoedingstaak na een aantal jaren te zwaar wordt. Een internaat in de week kan dan een goede oplossing zijn, zegt de psychologe. Internaten zijn tegenwoordig weer hip en de grootouders krijgen dan een hele schoolweek ademruimte, maar zijn in het weekend en tijdens de schoolvakanties volop vervangouders.

Vijf leefregels

En als u het zelf zou moeten doen? Geen paniek, als u ooit zelf vervangouder zou moeten worden voor uw kleinkind(eren). Volgens onze kinderpsychologe kunnen deze basisregels u helpen om op de juiste opvoedingskoers te blijven:

– Wees open voor de leefwereld van de kleinkinderen. Die is anders dan die van uw kinderen destijd (twee generaties verschil!). Het is vandaag bijvoorbeeld normaal dat ze uren bezig zijn met hun gsm en chatsessies. Doe moeite om de jonge modetrends te volgen en bij te blijven met hun favoriete idolen en bezigheden. Zeg dus vooral nooit “hier ben ik te oud voor”. Kinderen die ouderwets gekleed gaan, zullen door hun klasgenootjes ongenadig worden gepest.

– Bouw een goed contact uit met de ouders van klasgenoten. Of nog beter: word lid van het oudercomité. Ook dat zal helpen om bij te blijven met de leefwereld van kinderen vandaag. Veel informatie vindt u verder in Klasse voor Ouders,een magazine dat alle schoolkinderen in het Nederlandstalige onderwijs mee naar huis krijgen. Het vertelt wat er in de lessen gebeurt en volgt de jongerentrends.

– Houd indien mogelijk voeling met de ouder(s). Als opvoeders zult u de eindbeslissing moeten nemen over zaken als schoolkeuze, zakgeld of uitgaansuren. Maar u zult een groter draagvlak krijgen als u zulke beslissingen eerst overlegt met de ouders. Of als u de ouders minstens informeert over de beslissingen. Wanneer de ouders sporadisch contact hebben met hun kind, kunnen ze uw beslissingen ondersteunen en krijg het kind geen loyauteitsconflict.

– Leg aan uw kleinkind de situatie uit.Vertel wat er met mama en/of papa gebeurd is. “Ik ben jouw oma, maar ik zorg voor jou als een mama, omdat mama het niet kan.”

– Sta niet toe dat uw kleinkind u mama of papa gaat noemen.Uw kleinkind zal dat misschien spontaan doen, maar dat is niet gezond. Kies liever voor een koosnaam. U bent zijn/haar mama of papa niet en het schept voor iedereen verwarring. En als u uw kleinkind gaat afhalen aan de schoolpoort, bestaat de kans dat een klasgenootje zegt: “Is uw mama al zo oud?”

Informeel of officieel?

Wanneer het grootbrengen door de grootouders in goede verstandhouding met de ouders of de familie gebeurt, dan is er niets mis met een informele regeling. Anders is het wanneer grootouders vervangouders worden in probleemsituaties of wanneer de oorspronkelijke informele regeling door één van de partijen betwist wordt. Grootouders kunnen dan problemen krijgen wanneer ze bijvoorbeeld hun kleinkind bij hen willen domiciliëren of inschrijven in een school. De notarissen raden grootouders in dat geval aan om een officiële regeling te vragen (rechtstreeks of via een advocaat) aan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De grootouders kunnen een van volgende statuten vragen:

  • Toezicht over het kind
  • Voogdij (formele voogdij of pleegvoogdij)
  • Pleegouderschap
  • De jeugdrechter zal beslissen welk statuut het meest aangewezen is voor alle partijen.

Meer informatie vindt u in de gratis gids ‘ Grootouders en hun kleinkinderen.... ook een juridische relatie’. Deze brochure van de Koning Boudewijnstichting en de Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat, kunt u afhalen bij uw notaris of downloaden via www.kbs-frb.be.

Partner Content