© BELGAIMMAGE

50 jaar na de brand in de Innovation

Waar was jij op 22 mei 1967? Veel kans dat je dat nog weet. Die dag ging in Brussel warenhuis Innovation in de vlammen op. Minstens 251 mensen lieten het leven. 50 jaar later blikken overlevenden terug op dat inferno, waarvan de oorzaak een mysterie blijft.

“Dit was het 11 september moment van onze generatie. Geen 55-plusser die dat uit zijn geheugen heeft gewist. Meer nog. Bijna iedereen die je er nu over aanspreekt, heeft nog zo zijn eigen Inno-verhaal”, vertelt Geert De Vriese, die samen met Frank Van Laeken dit drama en de pijnlijke nasleep ervan minutieus reconstrueerde in een meeslepend boek.

50 jaar na de brand in de Innovation
© BELGAIMMAGE

Voor mij kwam de ramp in mijn leven door het leven dat werd weggerukt. Eduard Selleslagh, mijn grootoom, was die dag een van die vele bezoekers van het bekende Inno selfservice restaurant. Dat hij uitgerekend die maandag daar ging tafelen kan je toeval of brute pech noemen. Als verzekeringsagent bezocht hij ’s maandags normaal klanten, maar de jaarlijkse dorpskermis deed hem voor één keer zijn plannen aanpassen waardoor hij toch naar kantoor trok in Brussel. Toen hij die avond niet terugkeerde en het nieuws over de brand langzaam doorsijpelde, haastte de familie zich richting hoofdstad, waar ze net als vele honderden anderen de ziekenhuizen afliepen. Tussen hoop en vrees. Toen ze zijn wagen mét parkeerboete onder de ruitenwisser ontdekten, enkele straten verderop, drong het stilaan door dat mijn oom ’s middags op de verkeerde plek was gaan lunchen. Zijn trouwring met inscriptie, die pas veel later bij het puinruimen opdook, is het enige dat ooit van hem werd teruggevonden. Hoe mijn grootoom en de vele anderen die zich toen in de selfservice bevonden precies aan hun einde zijn gekomen, kunnen we niet meer achterhalen.

Overlevingsinstinct

50 jaar na de brand in de Innovation
© Sophie Nuytten

Wie wel nog weet wat er zich in die laatste fatale momenten heeft afgespeeld, is Pierre Maerckx (89 jaar), toen verantwoordelijk voor de administratieve diensten bij Inno. Hij herinnert zich die momenten van een halve eeuw terug alsof het gisteren was. “Net als elke middag was ik in het restaurant toen plots iemand riep Il y a le feu. Mijn collega die veiligheidsverantwoordelijke was, is meteen gaan kijken maar wij bleven nog even verder eten. Tot plots alle lichten uitvielen en je geen hand meer voor je ogen zag. Gelukkig kende ik de plek als mijn broekzak, waardoor ik me op de tast een weg naar de keuken kon banen. Ik wist dat er daar een noodladder tegen de gevel hing, maar ik vergiste me van raam. Toen ik rechtsomkeer wilde maken zag ik plots dat in heel het restaurant een dikke, warme, zwarte rookwalm hing. De mensen die daar zo-even zaten te lunchen, hingen voorover gebogen op de tafels, het hoofd tussen de handen, bewegingsloos. Ik geloof dat ze al dood waren. Hoe het kwam begrijp ik nog altijd niet, maar ik bleef helder en beredeneerd denken. Ik heb alles heel bewust gedaan en beleefd. Mijn overlevingsinstinct nam het over. Ik ben op de lopende band voor het vaatwerk gesprongen. Zo slaagde ik erin om een raampje te openen om wat verse lucht te kunnen inademen. Beneden op straat zag ik lijken van mensen die waren gesprongen.

50 jaar na de brand in de Innovation
© BELGAIMMAGE

Collega’s die buiten stonden riepen me toe dat ik moest wachten. De brandweer komt, hielden ze me voor. Achter mij stond een dame met wie ik net nog gesproken had. Zij had haar hoofd naar binnen gedraaid en kreeg de hete rookwalm vol over zich heen. Toen ik haar riep, reageerde ze niet meer. Ik draaide me om en keek recht in haar glazige ogen. Ik wilde haar reanimeren maar toen ik haar zwartgeblakerde lippen schoonmaakte met mijn zakdoek, kwam haar huid mee los. Toen even later de ladder van de pompiers aan het raam verscheen, heb ik hen gevraagd om die dame niet te vergeten maar ze stuurden mij naar beneden. Ik heb die ladder gegrepen, vastberaden ze niet meer lost te laten tot ik beneden was. Achteraf heb ik gehoord dat die vrouw het niet gehaald heeft. Daar heb ik nachten van wakker gelegen. Tot mijn huisarts mij op het hart drukte dat ze al overleden was en ik niets had kunnen doen. Dat heeft me gerustgesteld en zo kon ik weer verder. Ik zie haar ogen tot vandaag nog steeds voor mij.”

Blinde oriëntatie

Anderen maakten al even huiveringwekkende taferelen mee. “Het meest frappante verhaal dat ik tijdens mijn onderzoek optekende, is dat van een vrouw die in het tumult haar zoontje was kwijgeraakt”, vertelt Geert De Vriese. “Wanneer ze in het gewoel toch zijn handje terugvindt, rept zich met de kleuter naar buiten. Buiten op de stoep merkt ze tot haar ontzetting dat ze een onbekend meisje bij de hand heeft. Later zou blijken dat haar eigen zoontje in de brand is gebleven.”

50 jaar na de brand in de Innovation
© BELGAIMMAGE

Ook voor Pierre Maerckx kwam het besef van wat hij had meegemaakt pas later, thuis. “Ik had mijn vrouw vanuit een winkel verwittigd dat ik veilig was. Tijdens de brand had ik geen seconde aan haar of mijn zonen gedacht. Maar toen ik haar terug zag, welden de emoties op. Ik heb haar stevig omhelsd en ben lang beginnen huilen. Alsof ik al die tijd in de brand niets gevoeld had, zelfs de brandwonden aan mijn benen niet. De volgende dag ben ik gewoon weer gaan werken. Met enkele overlevenden hebben we in een café vergaderd om te overleggen wat we konden doen. Toen drong stilaan door hoeveel collega’s er nooit meer zouden terugkeren. Van psychologische hulp zoals vandaag was toen geen sprake. Ik heb alles stilletjes in mijn eentje verwerkt en gelukkig kon ik er thuis over praten. Onder de collega’s werd er nadien weinig over gesproken maar er was wel een bijzondere band gegroeid door wat we samen hadden meegemaakt.”

50 jaar na de brand in de Innovation
© BELGAIMMAGE

Nachtmerries

Tot vandaag laat de brand bij Pierre sporen na. “Overal waar ik kom, in het theater, de bioscoop, in een hotel op reis, ga ik altijd eerst na waar de nooduitgangen zijn. Nadien sluit ik mijn ogen en tracht ik me blindelings te oriënteren richting de uitgang. Als het licht uitvalt, hoop ik zo de uitweg te vinden. Ik ben ook claustrofobisch geworden. Wij waren immers omsingeld door die hete rook en konden alleen via het venster ontkomen. Hoor ik nu een verdacht geluid of ruik ik iets raar, dan stap ik prompt op. Voorstelling of niet. Ik dacht dat ik de enige was die hier nog steeds mee kamp, maar een collega vertrouwde me onlangs toe dat hij er sinds de brand exact dezelfde rare gewoonten op nahoudt.”

Rik Geens
Rik Geens© Sophie Nuytten

Voor brandweerman Rik Geens (71) was deze vlammenzee zijn eerste opdracht na drie maanden opleiding. “Als groentje rukte ik destijds mee uit. En toen ik op mijn 65ste met pensioen ging, bleek ik de laatste actieve pompier die de Inno-brand nog had meegemaakt. Wij kwamen als een van de eerste teams in de Nieuwstraat aan, maar al gauw werd duidelijk dat het vuur toen al in volle hevigheid woedde. Binnen zag ik hoe één roltrap was blijven draaien. Daar lagen lichamen op die naar boven bleven rollen en tegen elkaar aanduwden, maar wij konden niets meer voor hen doen. We konden zelfs onze ladder niet meer tegen de muur zetten om mensen te redden, omdat de gevel gloeiend heet was. Alles verliep in een complete chaos. Op een bepaald moment werden we naar de achterzijde van de Inno geroepen om daar te blussen, vanop het dak van een achterliggend gebouw. Tot onze majoor riep dat we ons direct uit de voeten moesten maken. Nog geen vijf minuten later is dat hele gebouw waarin zich het restaurant bevond voor onze neus ingestort. Ik stond hevig te trillen op mijn benen. Een collega bevond zich toen nog op een ladder om te blussen. Die raakte totaal verkrampt toen hij zag hoe dat gebouw bovenop hem dreigde te vallen. We zijn toen op de ladder moeten klimmen om hem te bevrijden. Bij de instorting van het restaurant schoot me plots te binnen dat ook mijn vader hier ’s middags vaak kwam eten. Maar ik kon hem natuurlijk niet bereiken. Pas de volgende dag toen ik thuiskwam, hoorde ik dat mijn pa die dag geen honger had en voor één keer op kantoor was gebleven. Puur geluk.”

Remmingen

Een van de meest iconische beelden van de brand is die van de dame die met haar sacoche in de hand springt. Ook dat weet Rik Geens nog. “Zij had net haar cheque met haar vakantiegeld gekregen en die zat in haar handtas. Zij werd gered door een sprong in het zeildoek, maar haar handtas en het geld zijn nadien toch zoekgeraakt.”

50 jaar na de brand in de Innovation
© Photonews

Menselijk gedrag tijdens zo’n ramp houdt ons een spiegel voor en die is niet altijd even fraai. “Wat mij bij deze ramp erg heeft getroffen, is de irrationaliteit van sommige mensen in zo’n situatie. Verschillende getuigen zagen hoe mensen tijdens hun vlucht nog gauw de kassa’s leegroofden, terwijl de lijken in de straten lagen”, vertelt auteur Geert De Vriese. Ook Rik Geens kan er niet bij. “Uit een winkeltje achter de Inno waar ze dure bontmantels verkochten, liepen mensen tijdens de ramp snel naar buiten met pelsen jassen. Dat is de schaamte ver voorbij. Wat mensen doen in zo’n panieksituatie is misschien wel het ergste om te vatten. Alle remmingen vallen weg. Mensen worden eigenlijk beesten op zo’n moment. Ik heb gezien hoe ze elkaar vertrappelden om toch maar hun eigen vel te redden. Anderen sprongen uit angst voor de vlammen van metershoog naar beneden, ook al riepen wij om te wachten op vangzeilen.”

Voor een zwaar aangeslagen Rik Geens hoefde het nadien niet meer. “Toen ik thuiskwam heb ik mijn ouders verteld dat ik ontslag nam. Als ik alle dagen mensen zo moet zien omkomen, dan hoefde het voor mij niet meer. Als jonge gast zonder enige ervaring was dat toen loodzwaar om te verwerken. Uiteindelijk heeft mijn oom, die al veel langer in het vak zat, mij kunnen ompraten en doen inzien hoe uitzonderlijk deze brand was, maar ik heb er lang nachtmerries aan overgehouden. Als ik dan wakker schoot, dacht ik telkens opnieuw dat ik in die brand zat. Ook voor pompiers bestond er geen psychologische bijstand. Ik weet nog wel hoe stil het was in de kazerne de dagen nadien. Iedereen was verbijsterd dat zoiets had kunnen gebeuren in de Inno.”

50 jaar na de brand in de Innovation
© BELGAIMMAGE

Kroniek van een aangekondigde ramp

Maar kwam dit inferno echt uit de lucht gevallen? “Achteraf beschouwd was het een typische kroniek van een aangekondigde ramp. Een gevoel dat terugkeert bij heel wat drama’s in ons land, van de Herald of Free Enterprise tot het Heizeldrama. Ook in de toenmalige Inno waren de veiligheidsmaatregelen sterk ondermaats”, reconstrueert Geert De Vriese, die het lijvige gerechtelijke onderzoek doornam. Zelfs meesterarchitect Horta omschreef het door hem ontworpen gebouw met de bekende koepel jaren voor het drama als een kooi voor bezoekers.

Toch is de precieze oorzaak van de brand nooit blootgelegd. Het enige wat vast staat is dat de brand voor het eerst is waargenomen door een verkoopster in de opslagplaats voor kinderkleding. De forensische experts hielden het op de hypothese van een ontbranding van gassen tussen het plafond en het vals plafond. De voorbije jaren passeerden ook tal van complottheorieën de revue, waaronder een aanslag, maar ook die werden nooit bewezen. “Er waren toen natuurlijk minder forensische onderzoeksmiddelen dan vandaag, maar toch blijft het gevoel hangen dat alles nooit ten gronde is uitgespit en dat er meer te achterhalen viel dan de ‘noodlottige samenloop van omstandigheden’. Ook 50 jaar later blijven vele vragen open. Mogelijk komt die duidelijkheid er ooit wel. De komende jaren zullen onderzoekers via alle mogelijke wegen op zoek blijven gaan naar antwoorden.”

50 jaar na de brand in de Innovation
© Houtekiet

Meer lezen? Inferno – Geert De Vriese en Frank Van Laeken – Houtekiet – € 21,99 – isbn 9789089245441

Partner Content