Zo gezond zijn okkernoten

Het mogen dan wel caloriebommetjes zijn, geregeld een handvol okkernoten heeft zeker een positieve impact op de gezondheid.

Het is niet voor niets dat er uit okkernoten olie wordt gehaald. De vruchten bestaan grotendeels uit vetten en zijn dan ook erg calorierijk: 100 gram gedroogde noten bevatten om en bij de 700 calorieën. Wie wil afslanen moet daar rekening mee houden.

Maar het gaat evenwel voor het overgrote deel om meervoudig onverzadigde vetzuren (omega 3 en 6). Geregeld een beperkte hoeveelheid noten eten – elke dag een handvol -, heeft dan ook een positieve impact op je gehalte aan bloedvetten, meer bepaald op je slechte cholesterol. Een studie doet trouwens uitschijnen dat regelmatig okkernoten eten ook de elasticiteit van de bloedvaten bevordert. Deze noten mogen dan wel rijk zijn aan vetten, ze bevatten amper koolhydraten. Hun lage glycemische index maakt hen daarom erg geschikt als tussendoortje.

Gedroogd of vers?

Gedroogde okkernoten kan je het hele jaar door kopen, maar aan het einde van de zomer en in het begin van de herfst liggen ze ook vers in de winkel. Er wordt wel eens beweerd dat het, zoals bij andere vruchten (abrikozen, druiven...), beter is om verse okkernoten te eten. Ze bevatten meer water en bijgevolg minder calorieën voor eenzelfde gewicht, omdat suikers en vetten minder geconcentreerd aanwezig zijn. Maar die bewering gaat hier niet op, want okkernoten bevatten sowieso weinig water. Na het drogen daalt hun watergehalte gemiddeld van 25% naar 5%. En of je ze nu vers of gedroogd eet, ze bezorgen je gegarandeerd veel energie.

In meer dan één opzicht interessant

Okkernoten maken deel uit van het vaak geprezen mediterrane (of Kretenzische) dieet. Ze beïnvloeden niet alleen het gehalte aan bloedvetten, ze zijn ook rijk aan mangaan en in mindere mate aan vitamine E en vitaminen uit de B-groep, kalium, zink en vezels. Daarnaast bevatten ze ook veel antioxidanten, zoals fenolverbindingen (ellagine- en galluszuur), die sterk aanwezig zijn in het fijne, bruine velletje rond de vrucht. Als de bittere smaak van dat velletje je niet stoort, heb je er dus alle baat bij om het op te eten.

Met dank aan Serge Pieters, docent dieetleer, Institut Paul Lambin.