De therapie start met inzicht krijgen in hoe je brein werkt en je bewust worden van je piekergedachten. Er zijn verschillende ingangspoorten om die gedachtestroom te doorbreken.
...

De therapie start met inzicht krijgen in hoe je brein werkt en je bewust worden van je piekergedachten. Er zijn verschillende ingangspoorten om die gedachtestroom te doorbreken. "Niet alles werkt voor iedereen even goed. Het eerste niveau is anders leren doen. Merk je dat je weer aan het piekeren slaat, sta dan op en ga wandelen of pak een klusje aan. Dat zorgt voor afleiding waardoor je automatisch een stukje loskomt van je gedachten." Het tweede spoor is anders leren denken, waarbij je kritisch leert kijken naar je eigen gedachten en een onderscheid leert maken tussen oplossingen die helpen en oplossingen die niet helpen. "Wanneer een collega je niet begroet, denk dan niet meteen: wat heb ik verkeerd gezegd. Die gedachte helpt je niets vooruit. Dat kan je doorbreken door de feiten te observeren en je gedachten anders te leren formuleren. In plaats van te geloven dat het aan jou ligt, kan je ook veronderstellen dat die collega misschien een rotdag heeft, en die gedachte vervolgens leren loslaten. Door te oefenen met kleine gedachten word je daar steeds sterker in." Het derde niveau draait om acceptatie en aandachtsoefeningen, waarbij mindfulnesstraining wordt ingezet. Daarbij leer je dat gedachten van voorbijgaande aard zijn. Laat ze zijn en geef ze niet te veel aandacht, zodat er meer ruimte komt voor positieve elementen, zoals stilstaan bij dankbaarheid om wat allemaal goed loopt. Een positief dagboek waar je elke avond in optekent wat voor goeds je die dag hebt opgemerkt, kan ondersteunen. "Als je ooit angsten had, blijf je er gevoelig voor. Vermoeidheid of de pandemie kunnen die angst opnieuw triggeren, maar omdat je over de tools beschikt om ertegen in te gaan, ben je beter gewapend. Sinds de corona-crisis zijn wel meer mensen hervallen, precies omdat de zaken die voor hen belangrijk zijn en die hen afleiden, zoals vrijwilligerswerk of sporten, zijn weggevallen." Soms is een combinatie nodig van psychotherapie en medicatie. "Dat is het geval wanneer de gegeneraliseerde angststoornis zo dominant aanwezig is, dat therapie alleen onvoldoende werkt. Of wanneer je zelf de voorkeur geeft aan medicatie. Belangrijk om weten is dat psychotherapie een blijvend effect heeft, terwijl de angst kan terugkeren wanneer je met je medicatie stopt", legt psychiater dr. Hannelore Tandt (UZ Gent) uit. Twee groepen angstremmende geneesmiddelen komen in aanmerking. "De antidepressiva die hiervoor worden ingezet, zijn de vormen die vooral inwerken op serotonine, een neurotransmitter in de hersenen die invloed heeft op je stemming en je emoties. De antidepressiva zorgen ervoor dat de serotonineconcentratie verhoogt, wat een gunstige invloed heeft op je angstgevoelens. Dergelijke medicatie moet je wel langdurig nemen. Pas na zes tot acht weken kan je bij angststoornissen het effect ervan beoordelen. Daarnaast worden soms ook benzodiazepines gebruikt, die relaxerend, slaapverwekkend en angstwerend werken, maar die het grote nadeel hebben dat ze afhankelijkheid veroorzaken."