Vrouwen langer beschermd tegen verhoogde cholesterol

Mannen moeten vaak al op dertigjarige leeftijd rekening houden met te hoge cholesterolwaarden in hun bloed. Op dit vlak hebben vrouwen meer geluk. Dankzij hun oestrogenen, hoeven zij pas na de menopauze onverbiddelijk op het rechte pad...

Oestrogeen, het vrouwelijke hormoon dat menstruatie en zwangerschap regelt, werkt ook in op het cholesterolgehalte van het bloed. Daardoor daalt de zogenaamde slechte cholesterol (LDL) en stijgt de goede (HDL), die de wanden van de bloedvaten vrijmaakt. “Zelfs als vrouwen hoge cholesterolwaarden hebben, zit daar zoveel HDL bij dat het risico op het dichtslibben van de bloedvaten zo goed als onbestaand is, tenzij het door genetische factoren of zwaar roken wordt veroorzaakt”, verduidelijkt onderzoeker Patrick Mullie (K.U.Leuven). “Mannen moeten daarentegen vaak al vanaf hun twintig, vijfentwintig jaar hun levensstijl aanpassen om geen te hoge cholesterolwaarden te hebben.”

Het verschil wordt duidelijk door een rekensommetje. “Als een totale cholesterolwaarde van 250 mg/dl wordt vastgesteld, zit daar bij de man misschien 35 mg/dl HDL bij, bij een vrouw zal dat bijvoorbeeld 70 mg/dl zijn. Om te bepalen of er een probleem is, moet je die totale waarde delen door de HDL-waarde. Dan kom je bij die man op meer dan 7, bij de vrouw op 3,5. Welnu, het risico op problemen begint bij waarden boven de 5. Dus zit die vrouw veilig, ondanks het feit dat haar totale cholesterolwaarde behoorlijk veel hoger ligt dan de grens van 190 mg/dl, die meestal wordt aangehouden.”

Nóg een verandering!

Vrouwen hebben dus een groot voordeel in vergelijking met mannen, maar na de menopauze verandert dat omdat het oestrogeengehalte in die levensfase snel afneemt. “Dat is erg lastig, omdat het sowieso al een moeilijke periode in een vrouwenleven is, emotioneel én fysiek”, stelt Patrick Mullie. “Het feit dat de kinderen het nest verlaten bijvoorbeeld, zorgt er meestal voor dat vrouwen minder beweging nemen en meer tijd vrijmaken om te genieten, dus ook om... lekker te eten. En toch moeten ze net dàn hun eet- en leefpatroon aanpassen. Dat is niet altijd makkelijk.”

In de eerste plaats komt het eropaan gezond te eten. “Het mediterrane dieet biedt daarbij een goed houvast: minstens twee keer per week vis op het menu, veel meer groenten en minder vlees, olijfolie in plaats van boter, veel fruit, donkere broodsoorten. Maar niet te véél eten is nog belangrijker. Wat je precies op je boterham legt, is minder belangrijk dan de hoeveelheid.”

Onterecht wantrouwen

Verder dénken we goed bezig te zijn als we een broodje met groente eten, maar we nemen er wel een stevige portie mayonaise bij, goed voor zo’n 150 kcal per 20 g. “Zo loopt het aantal calorieën natuurlijk snel op. En verder zijn er de tussendoortjes. Op zich zijn die nuttig: een vieruurtje zorgt ervoor dat je ’s avonds wat minder honger hebt en dan niet te veel gaat eten. Maar houd het dan bij een boterhammetje, een stuk fruit of wat magere yoghurt. En houd er rekening mee dat alles wat goede cholesterol aanlevert, ook calorieën bevat. Bij overgewicht is dit dus geen aanrader. Dat geldt trouwens ook voor andere producten die gezonde stoffen bevatten: er zit veel calcium in melk en kaas, maar ook veel calorieën. Hetzelfde geldt voor de vitamines in noten. Maar wees vooral voorzichtig met verzadigde vetten!”

Naast deze afraders, zijn er ook producten die gewantrouwd worden omwille van hun vermeende hoge cholesterolgehalte maar die in werkelijkheid onschadelijk zijn. Eieren bijvoorbeeld. De cholesterol in eigeel wordt nauwelijks opgenomen door ons lichaam, dus is een eitje op zijn tijd veel beter dan bijvoorbeeld kaas. Net als eieren hebben ook mosselen onterecht een slecht imago, terwijl ze juist arm aan cholesterol zijn!”

Een totale aanpak is nodig

Een te hoog cholesterolgehalte wordt vaak niet veroorzaakt door de voeding alleen. “Er zijn ook genetische factoren die bepalen hoeveel cholesterol iemand aanmaakt”, zegt Patrick Mullie. “Dit verklaart waarom sommige mensen zich een heleboel inspanningen op het gebied van voeding en beweging getroosten, en uiteindelijk toch bij cholesterolverlagers belanden.”

Te veel cholesterol is overigens maar één factor die het aantal cardiovasculaire aandoeningen de hoogte kan injagen. “Om het risico zoveel mogelijk te beperken is een totale aanpak nodig, met aandacht voor alle risicofactoren. Van daaruit moeten er prioriteiten gesteld worden. Zo is roken veel gevaarlijker en het is dus veel efficiënter om daar eerst mee te stoppen. Een niet-roker met een BMI van 27 en hoge cholesterol, loopt minder risico dan een roker met een BMI van 23 en lage cholesterol. Een tweede prioriteit is bewegen. Dat werkt overigens op twee vlakken want wie veel beweegt, hoeft zich minder lekkers te ontzeggen!”

Partner Content