© iStock

Vroegtijdige opsporing van Alzheimer in zicht?

In de nabije toekomst wordt het wellicht mogelijk om de eiwitten die verantwoordelijk zijn voor de ziekte van Alzheimer al in een vroeg stadium te detecteren door middel van een bloedanalyse.

De ziekte van Alzheimer sluimert doorgaans jaren in de neurale netwerken vooraleer de eerste symptomen van dementie zich aandienen. Eenmaal de diagnose gesteld, is de aandoening onomkeerbaar. Vandaar dat het huidige onderzoek focust op vroegtijdige opsporing, om zo de aftakeling van de hersencellen te kunnen verhinderen.

Beta-amyloïd en tau

In biologisch opzicht herken je de ziekte van Alzheimer aan de gelijktijdige aanwezigheid in de hersenen van plaques bèta-amyloïdeiwit en kluwen tau-eiwit. Ophopingen van deze eiwitten kunnen worden opgespoord via twee technieken. “Een ruggenmergpunctie wordt vandaag enkel verricht bij een patiënt met cognitieve stoornissen”, verduidelijkt Bernard Hanseeuw (prof. neurologie UCL, neuroloog UZ Saint-Luc). “En tau- en amyloïdspecifieke PET-scans zijn dermate duur en worden niet terugbetaald door de ziekteverzekering, dat we ze enkel inzetten voor researchprogramma’s.”

Voorkomen kan helaas niet

“Zolang we moeten wachten op de eerste symptomen om een ruggenmergpunctie uit te voeren, blijft preventie onmogelijk”, betreurt professor Hanseeuw. “Via een vrij eenvoudige routinecontrole bij de huisarts kunnen nagaan of iemand al dan niet een risico loopt op de ziekte, zou uiteraard veel oplossen.”

Sinds 2018 wordt een bloedanalyse naar voren geschoven om de ziekte vroegtijdig – tot 20 jaar eerder – te detecteren. “Uit studies blijkt dat zo’n bloedanalyse almaar performanter wordt en op termijn net zo doeltreffend belooft te worden als een ruggenmergpunctie of een PET-scan”, geeft de neuroloog enthousiast mee. “Enkele Belgische ziekenhuizen zijn gestart met de aankoop van het eerste apparaat dat dergelijke bloedanalyses kan uitvoeren en SIMOA heet, vooralsnog uitsluitend voor onderzoeksdoeleinden.”

Helaas wordt het volgens de neuroloog niet mogelijk om op basis van een bloedonderzoek vooraf te voorspellen of iemand ooit alzheimer krijgt. “Net zoals we niet met zekerheid kunnen zeggen dat mensen met een te hoge cholesterol een hartinfarct zullen krijgen. De aanwezigheid van amyloïd plaques wijst op een risico, maar een absolute voorspellende waarde heeft ze niet.”

“Momenteel is de monitoring beperkt in de tijd: we spreken van vijf tot tien jaar. Het enige wat we vandaag kunnen stellen, is dat ongeveer 15 tot 20% van de mensen met amyloïd plaques in de hersenen, die geen cognitieve symptomen hadden, alzheimer kreeg. De overige 80 tot 85% vertoonde vijf jaar na de PET-scan nog altijd geen symptomen van dementie. We veronderstellen dat we bij hen uiteindelijk wel alzheimer zouden vaststellen, mochten we hen 20 jaar lang volgen, maar zeker weten doen we dat vandaag niet.”

Nieuwe vooruitzichten

Dat iedereen makkelijk een bloedanalyse kan laten doen, opent nieuwe perspectieven. Vandaag bestaat er al medicatie om de amyloïd plaques af te breken, maar of die medicatie ook belet dat een patiënt dement wordt, valt niet te controleren. Het lijkt erop dat de voordelen van zo’n behandeling in dat opzicht eerder beperkt zijn. In de nabije toekomst zal men aan de hand van bloedanalyses evenwel kunnen nagaan hoe het gesteld is met de klinische doeltreffendheid van anti-amyloïd medicatie bij het voorkomen van alzheimer.

Partner Content