© getty images

Urineverlies: droog kan ook

Urineverlies komt zeer veel voor, vooral na de menopauze. Nochtans bestaan er oplossingen. En dan hebben we het niet over het giga-aanbod aan incontinentiemateriaal. Of hoe goede gewoonten helpen om het droog te houden.

“Elke vrouw die vaginaal bevallen is, heeft urineverlies of krijgt er vroeg of laat mee te maken, maar niet alle vrouwen ondervinden er echt hinder van of ervaren het als een probleem”, zegt gynaecoloog dr. Jean-Luc Squifflet (UZ Saint-Luc, Brussel). Toch blijft het ook een taboe. De markt van het incontinentiemateriaal boomt en de reclame laat je als vrouw al snel geloven dat urine-incontinentie een probleem is dat je moet wegstoppen, dat je in je eentje moet zien te regelen. Nochtans valt er preventief heel veel te doen. Prioriteit nummer één is bekkenbodemtraining na de bevalling. Dankzij die oefeningen kan je voorkomen dat je op lange termijn last krijgt van inspanningsincontinentie (stressincontinentie) – urineverlies bij het lopen, lachen, hoesten of iets zwaar optillen – of het risico erop beperken.

Menopauze en aandrangincontinentie

Wanneer de menopauze zich aandient, steekt een andere vorm van incontinentie – aandrangincontinentie of urge-incontinentie – de kop op, soms in combinatie met inspanningsincontinentie. Aan de basis van aandrangincontinentie ligt een overactieve blaas: die trekt onvrijwillig samen omdat de signaaloverdracht tussen je hersenen en de spieren van je blaas verstoord is. In dat geval voel je vaak – meer dan acht keer per etmaal – een dringende en onbedwingbare drang om te plassen, waardoor je soms al urine verliest nog voor je het toilet haalt. Speur jij, wanneer je ergens voor het eerst bent, ook altijd meteen naar het kleinste kamertje? Dan heb je misschien wel aandrangincontinentie. Ouderdom, angst, bepaalde behandelingen, maar ook infecties kunnen deze vorm van incontinentie in de hand werken. “Er bestaan namelijk ook pijnloze urineweginfecties, met net aandrangincontinentie als enige symptoom”, licht dokter Jean-Luc Squifflet toe.

“En het tekort aan hormonen door de menopauze werkt dergelijke infecties in de hand. Vandaar dat we in eerste instantie vaak nagaan of we het aantal infecties – en dus ook het urineverlies – kunnen verminderen met behulp van hormoonsubstitutie. Ook veenbessensap drinken kan helpen om urineweg- infecties te voorkomen.” De antioxidanten in veenbessen (cranberry) hebben namelijk tot gevolg dat de E.colibacterie minder goed vasthecht aan de urinewegwand, waardoor het risico op een blaasontsteking afneemt.

Oplossing op maat

Zelfs lichte incontinentie kan al een serieuze impact hebben op je zelfvertrouwen, je sociale en affectieve leven. Maar ook op je gezondheidstoestand in het algemeen, omdat je geneigd bent er minder buiten te gaan of minder te sporten uit angst voor een ongelukje. Nochtans bestaan er, ongeacht de vorm van incontinentie (inspannings-, aandrang- of gemengde incontinentie), vandaag tal van tools om de symptomen terug te dringen of te doen verdwijnen. Klassieke bekkenbodemtraining (kegeloefeningen) wordt vandaag aangevuld met technieken zoals biofeedback, waarbij de contracties van je perineum (de spieren onder je bekkenbodem) zichtbaar worden gemaakt dankzij elektrische registratie via een vaginale sonde. Bij elektrostimulatie worden de spieren rond je urinebuis dan weer verstevigd met behulp van een elektrode die in de vagina wordt ingebracht.

Bij aandrangincontinentie kunnen geneesmiddelen uitkomst bieden. “Antispasmodica die inwerken op de overactieve blaas bestaan al lang, maar hebben soms bijwerkingen – sommigen veroorzaken bijvoorbeeld nachtmerries”, licht Jean-Luc Squifflet toe. “Vandaag zijn er geneesmiddelen die even efficiënt werken, maar zonder bijwerkingen. Ze worden vaak toegediend in patchvorm.”

Soms is er bij inspanningsincontinentie bekkenbodemchirurgie mogelijk. De meest courante techniek bestaat erin de urinebuis te ondersteunen met een netje. Deze ingreep vindt plaats via vaginale weg, doorgaans in dagkliniek.

Wacht nie te lang

“Een mirakeloplossing is er niet. Wat niet wegneemt dat je absoluut een specialist moet raadplegen zodra de incontinentie een impact begint te hebben op je mobiliteit en fysieke activiteiten. En kan die specialist je niet helpen, ga je naar een andere... Ik krijg patiënten over de vloer die de moed kwijt zijn en in een vicieuze cirkel zijn beland. En wanneer ze dan eindelijk een oplossing aangereikt krijgen, hebben ze spijt dat ze daar niet tien jaar eerder werk van hebben gemaakt”, aldus Squifflet. “Trouwens, zowel kinesitherapie als medicatie hebben het enorme voordeel dat je er niks mee te verliezen hebt. Baat het niet, dan schaadt het niet. Anders dan bij een operatie zijn er geen risico’s aan verbonden of is er geen kans op complicaties. Vandaar dat we eerst de simpele dingen proberen.”

Hoe voorkomen?

Goede gewoonten helpen om urineverlies te voorkomen en minder ongemak te ervaren.

  • Drink niet te veel, maar ook niet te weinig: sterk geconcentreerde urine kan je blaas prikkelen en zo aandrangincontinentie uitlokken.
  • Stop met roken om het risico op chronische hoest te beperken.
  • Spring matig om met alcohol en koffie want die irriteren de blaas.
  • Hou je gewicht onder controle. Overgewicht zet extra druk op je blaas en de omliggende spieren.
  • Voorkom constipatie. Het rectum ligt achter je blaas, zodat geblokkeerde stoelgang druk kan uitoefenen op je blaas en aldus urineverlies veroorzaken. Bovendien kan je perineum beschadigd raken als je te hard moet persen om stoelgang te maken.
  • Neem rustig de tijd om te plassen en let daarbij op de juiste zithouding, d.w.z. met de knieën gespreid en de voeten plat op de grond, zodat je blaas vlotter helemaal leeg kan lopen. Bij onvolledige lediging van je blaas voel je al snel opnieuw plasaandrang en kan er urineverlies optreden. Bovendien kunnen de aanwezige kiemen gaan woekeren en een urineweginfectie veroorzaken.

Partner Content