© GETTY IMAGES

Staptherapie verhelpt etalagebenen

Krampen in de onderbenen waardoor je niet lang kan stappen, is typisch voor zogeheten etalagebenen. Een levensstijlaandoening die je kan aanpakken met een aangepaste staptherapie.

Perifeer arterieel vaatlijden – beter bekend als etalagebenen of rokersbenen – komt vaak voor en is het gevolg van slagadervernauwing in de benen. “In het begin merk je daar niets van, maar naarmate een groter deel van de slagader dichtslibt, stroomt er minder zuurstofrijk bloed richting de beenspieren. Wanneer die spieren een inspanning moeten leveren, zoals wandelen, stijgt hun zuurstofbehoefte. En wanneer de zuurstof de spieren onvoldoende bereikt, ontstaan er klachten”, verduidelijkt kinesitherapeut Bruno Zwaenepoel van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Kinesitherapeuten.

De bekendste pijnklacht is stekende krampen in de kuiten of bovenbenen. Maar ook vagere klachten, zoals gevoelsstoornissen of tintelingen, zijn courant. Na een korte pauze trekt de pijn weer weg en kan je, afhankelijk van het stadium van de aandoening, weer 100 tot 500m verder stappen vooraleer de klachten zich herhalen. “Omdat je zo vaak halt houdt, lijkt het alsof je telkens bij een winkelraam stopt. Vandaar de benaming etalagebenen. Doordat rust de pijn laat verdwijnen wijten veel mensen hun probleem onterecht aan het stappen zelf”, vult collegakinesitherapeut Fons De Schutter aan.

Levensstijl aanpassen

Slagadervernauwing is een traag proces en neemt toe met de leeftijd. Sommige mensen hebben er genetisch meer aanleg voor en mannen hebben er iets meer last van dan vrouwen, maar de voornaamste boosdoener is je levensstijl. Zo is bijna de helft van alle mensen met etalagebenen een roker. Roken zorgt voor ontstekingsreacties in de bloedvaten, waardoor zich sneller ophopingen of plaques vormen, die op termijn je slagaders doen dichtslibben. “Ook te weinig beweging, een hoge bloeddruk, diabetes, een te hoge cholesterol, ongezonde voeding en overgewicht werken dit in de hand. Het betekent wel dat je zelf al heel wat kan ondernemen om de oorzaak en de gevolgen van je etalagebenen aan te pakken”, benadrukt Bruno Zwaenepoel.

De internationale wetenschappelijke richtlijnen voor de behandeling van etalagebenen bevelen aan om te starten met bewegingstherapie onder begeleiding van een kinesitherapeut, en liefst één met een extra opleiding tot claudicatiotherapeut. Op die manier kan je een ingreep uitstellen of zelfs voorkomen. “In de praktijk wordt in ons land nog veel te weinig gebruik gemaakt van deze aanpak. Vandaar dat we samen met de overheid een proefproject zijn gestart, dat zich specifiek richt op mensen met etalagebenen”, zeggen Bruno Zwaenepoel en Fons De Schutter.

Oefentherapie verhelpt pijnklachten, maar lost de vernauwing zelf niet op. “Op beeldvorming zie je dat er weinig verandert in de slagader zelf. Maar door te bewegen, groeien er nieuwe collaterale bloedvaatjes rondom de verstopte slagader. Die fungeren als een soort bypass en voorzien je beenspieren van de nodige zuurstof. Door te bewegen verbetert bovendien je spiermetabolisme. Je spieren leren efficiënter omspringen met de zuurstof die ze krijgen, waardoor je langer kan doorstappen zonder of met minder klachten.” Dat in actie komen tegelijk helpt om je gewicht op peil te houden en je algemene gezondheid te verbeteren, is intussen mooi meegenomen.

Maar hoe start je met wandelen, wanneer uitgerekend deze activiteit je pijn bezorgt? Fons De Schutter: “De staptraining vraagt coaching, want dat geeft je veel meer kans op volhouden en slagen. Mensen met etalagebenen kampen vaak met beweegangst omdat ze vrezen dat de vernauwing hun pezen of spieren beschadigt. Door hen correct te informeren over de oorzaak van hun pijn nemen we die ongerustheid weg, zodat ze wel durven doorstappen, zelfs als dat wat afzien betekent. De kinesitherapeut fungeert als een soort coach, die je motiveert en samen met jou overloopt in welke mate je je levensstijl concreet kan aanpassen.”

Hoe de ideale oefentherapie er moet uitzien, was recent onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. “Een combinatie van verschillende trainingsvormen, zoals kracht-, weerstands- en intervaloefeningen, waarbij zowel aan je conditie als aan je spierfunctie wordt gewerkt, geeft de beste resultaten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een loopband, stepper, krachttoestellen enzovoort. De training start intensief met drie sessies per week, aangevuld met oefeningen thuis. Al na twee weken merk je resultaat. De eerste drie maanden boek je de grootste vooruitgang, maar het hele traject kan een jaar duren. Nadien komt het erop aan te blijven bewegen om die winst te behouden.”

Ingreep

Werpt deze aanpak onvoldoende vruchten af, dan kan een ingreep bij de vaatchirurg soelaas bieden. Daarbij wordt meestal via je lies een ballonnetje in de dichtgeslibde slagader geschoven om die open te maken. Daarna kan een stent worden geplaatst om het bloedvat permanent open te houden. Deze aanpak geeft sneller resultaat, maar je moet hem eveneens combineren met levensstijlaanpassingen en beweegtherapie om herval te voorkomen.

Proefproject

Patiënten met etalagebenen kunnen momenteel instappen in een proefproject gefinancierd door de overheid, waarbij ze een jaar lang therapie kunnen volgen zonder remgeld te betalen. Kinesitherapeuten die een speciale opleiding tot claudicatiotherapeut volgden, nemen aan dit project deel. Meer weten?

www.claudicatiocare.be

Partner Content