© GETTY IMAGES

Slaapapneu: steeds meer oplossingen op maat

Wanneer je ademhaling ’s nachts tot 30 keer per uur stopt, kan het niet anders of je sleept je door de dag en je kan je niet langer concentreren. Vijf tot tien procent van de Belgen kampt met slaapapneu, maar veel van deze slechte slapers weten dat niet en worden dus niet behandeld.

Als slaapapneu de krantenkoppen haalt, is dat door het toenemend aantal mensen dat met een slaapmasker onder de wol moet. In 2017 stond de teller al op 102.000 terugbetaalde toestellen. Een opmars die (nog) niet lijkt te stoppen. “Het syndroom werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1976. Vandaag is het de meest gediagnosticeerde aandoening in slaapcentra en beschikken we over doeltreffende behandelingen”, beaamt prof. Johan Verbraecken, Slaapcentrum UZA.

Bij slaapapneu stopt je ademhaling minimum tien seconden tijdens je slaap of bij het inslapen. De gevolgen zijn divers. De zuurstoftoevoer naar verschillende organen, zoals je hart en longen, stokt. Dat zuurstoftekort en de CO2-stapeling die ermee gepaard gaat, zijn echte wekprikkels. “Maar meestal ontwaak je zo vluchtig, dat je het niet beseft. Dat verklaart waarom veel apneulijders denken dat ze goed hebben geslapen, hoewel ze zich moe uit bed hijsen”, legt prof. Verbraecken uit.

Apneu kan verschillende vormen aannemen. “Meest frequent is de obstructieve apneu, waarbij je luchtwegen door een obstakel worden belemmerd. Je keelholte raakt (deels) afgesloten omdat het zachte weefsel in de keelwand uitzakt of je tong naar achteren zakt. Je ademweerstand verhoogt en er gaat minder of geen lucht naar je longen. Die (gedeeltelijke) obstructie van je keel geeft turbulentie van de luchtstroom. Je weke verhemelte gaat trillen, met snurken tot gevolg (99%). Daarnaast is er de centrale apneu, waarbij de impulsen vanuit je hersenen naar je ademhalingsspieren wegvallen. Dat kan onder meer het gevolg zijn van hartfalen of opioïde pijnstillers. Soms gaat het om een combinatie van beide vormen. Apneu kan ook samenhangen met insomnia, moeilijk in- of doorslapen, vroegtijdig ontwaken. Door slaapapneu te behandelen raken die problemen soms van de baan.”

Weinig klachten

Eigenaardig genoeg signaleert veruit de meerderheid van de mensen met slaapapneu geen klachten. Dat verklaart allicht mee de aanzienlijke onderdiagnose. Maar als apneu niet wordt ontdekt en dus onbehandeld blijft, kan dat op lange termijn ernstige gevolgen hebben voor je gezondheid. “Het zuurstoftekort kan uitmonden in hart- en vaataandoeningen, zoals ritmestoornissen, verhoogde bloeddruk tot zelfs een infarct of hartstilstand. Apneu doet ook je aantal uren diepe slaap en droomslaap fors krimpen, met overdag geheugenverlies en concentratiestoornissen tot gevolg, naast een minder goede fysieke recuperatie”, preciseert prof. Verbraecken.

Amper één op zes apneulijders ervaart klachten. Dat is de groep die bij een slaapcentrum aanklopt. “Typische symptomen zijn slaperigheid overdag, oververmoeidheid tot zelfs problemen om een voertuig te besturen, ochtendhoofdpijn en nachtelijk zweten. Door het zuurstoftekort ontstaat overprikkeling van je zenuwstelsel, wat tot hevig transpireren kan leiden. Ook vaak moeten opstaan om te plassen hoort bij apneu. Dat komt omdat je ademhalingsstop een verhoogde druk op de binnenwand van je hart veroorzaakt. Daar wordt een eiwit aangemaakt dat vochtafdrijvend werkt. Het gevolg is dat je nieren meer urine produceren en je blaas zich vult. Sommigen mensen moeten om het uur richting toilet. Maar zweten en veelvuldig plassen worden vaak toegeschreven aan de hogere leeftijd, de menopauze of prostaatproblemen, waardoor apneu wordt gemist.”

Partners en apps

De partner is vaak de eerste die alarm slaat. “Die signaleert, naast snurken, dat de apneulijder plots stopt met ademen of hevig naar adem hapt. Daarnaast worden ook apps en smartphones ingezet om snurk- en slaapklachten te registreren. Ze zijn kwalitatief niet altijd top, maar kunnen soloslapers wel op een mogelijk probleem wijzen.”

Dat apneu in de lift zit, kan niet los worden gezien van de toename van overgewicht of obesitas, een van de voornaamste risicofactoren. “De meerderheid van de apneupopulatie heeft een te hoge BMI. De vetmassa nestelt zich ook in en tussen de spiercellen rond je keelholte, waardoor die vernauwt, wat druk zet op je ademhaling. Hoe meer vet rond je halsstreek, hoe groter de kans dat je keel dichtvalt. Slaapmiddelen, alcohol en opioïde pijnstillers versterken dat proces.” Ook levensstijlfactoren doen een duit in het zakje. “Roken doet de slijmvliezen in je keel en neus zwellen, waardoor je meer door je mond ademt en meer kans hebt op apneu.”

Zo’n 15% heeft een gezond gewicht. Dan spelen er vaak anatomische afwijkingen, zoals grote amandelen, een onderkaak die erg naar achteren staat, enz. Bij hen kan een chirurgische ingreep soms helpen. Maar soms wordt er ook geen oorzaak gevonden voor de apneu.

“De eerste stap in de behandeling van slaapapneu is altijd een aanpassing van de levensstijl: gewicht verliezen, stoppen met roken, meer bewegen en minder alcohol drinken, zeker ’s avonds. Ook ruglig vermijden, eventueel met behulp van een trilalarm, kan helpen. Bij beginnende of lichte apneu kunnen deze ingrepen het probleem oplossen of minstens verbeteren.”

Maskers en mondbeugels

Helpt dat niet of onvoldoende, dan is een CPAP-masker de meest succesvolle behandeling. Het toestel is met de jaren efficiënter, kleiner en stiller geworden, wat de bedpartner zeker toejuicht. Het masker blaast tijdens de nacht voortdurend lucht in je neus en je keel via een kleine compressor. Dat zorgt voor overdruk, waardoor je keel niet langer toeklapt en je ademhaling vrij blijft circuleren. “In het begin is het wat wennen, maar de meeste mensen ervaren snel een forse verbetering. Voor wie geen CPAP-masker verdraagt of wil gebruiken, zijn mondbeugels een alternatief. Ze worden over je tanden geschoven en houden je onderkaak naar voren, waardoor je tong minder makkelijk naar achteren zakt tijdens het slapen. Maar bij ernstige apneu zijn de resultaten wisselend.”

Een kleine groep met complexe slaapapneu heeft nood aan meer ondersteuning. “Het BiPAP-masker blaast niet alleen lucht door je neus, het helpt je ook actief uitademen. Overdruk en onderdruk in je keel wisselen elkaar af. En voor erg hardnekkige apneu is er het ASV-masker, waarbij een computer op maat van de patiënt de juiste hoeveelheid lucht in- en uitblaast. Sommige patiënten die niet geholpen zijn met een masker, komen in specifieke gevallen in aanmerking voor een tongzenuwpacemaker. En voor mensen die ondanks de behandeling overdag met slaperigheid blijven kampen of CPAP weigeren, is er medicatie op komst die slaperigheid overdag aanpakt.”

Mark De Quidt (68) “Ik stond elke ochtend doodmoe op”

“Het heeft ruim tien jaar geduurd voor ik de diagnose en een behandeling kreeg. En ik ben geen uitzondering. Bij heel wat lotgenoten duurt het nog steeds erg lang voor slaapapneu wordt vastgesteld, en dat terwijl de impact op je leven enorm is en de gevolgen vaak blijvend. Elke ochtend sleurde ik mezelf doodmoe uit bed en sleepte me doorheen de dag. Rijden met de auto werd onverantwoord. Na verloop van tijd kreeg ik ook geheugenproblemen en concentratiestoornissen. Dat leidde tot spanning tussen wat ik overdag kon en moest doen, waardoor ik mijn job kwijtraakte. Er volgden tal van medische onderzoeken naar de oorzaak van mijn vermoeidheid. Omdat ik me van geen slaapprobleem bewust was en ook geen partner had die dat kon signaleren, werd daar niet aan gedacht. Tot ik uiteindelijk toch een slaaponderzoek onderging en de apneu aan het licht kwam. Een keerpunt! Sindsdien ga ik met een CPAP-masker onder de wol en spring ik fit uit bed. Zo’n energie heb ik in geen 20 jaar gevoeld. Dat masker zet ik intussen met evenveel gemak op als ik een pyjama aantrek. Maar mijn geheugen en concentratievermogen zijn blijvend aangetast. Die schade kan niet worden hersteld, maar gelukkig is de achteruitgang nu afgeremd.”

Partner Content