Anouk Buelens-Terryn

Niet zomaar rugpijn

Anouk Buelens-Terryn
Anouk Buelens-Terryn Dokter Anouk Buelens-Terryn is huisarts in opleiding en schrijft over wat haar raakt.

Een beetje verbouwereerd staar ik de man tegenover mij aan. Hij heeft sinds een drietal weken rugpijn. Op zich geen bijzondere klacht. Het merendeel van mijn patiënten blijft dan passief in de zetel wachten tot de pijn wegebt, waarmee ironisch genoeg de last net toeneemt. Niet bij deze man. Hij is actief aan de slag gegaan. Van wandelen, zwemmen, warme infrarood- sauna’s tot het raadplegen van een chiropractor: hij deed het allemaal. Zonder baat. En dat is niet wat je zou verwachten. Beweging, warmte en massage zouden de spieren van zijn rug net moeten relaxen.

Morgen heeft hij een nieuwe afspraak bij de chiropractor, maar omdat de pijn stilaan niet te harden is, besloot hij toch maar langs de spoed te gaan. Toevallig zit ik daar tijdens een ziekenhuisfase van mijn opleiding. Op zich was zijn idee om een chiropractor te raadplegen niet slecht, maar beter nog had hij zich eerst laten onderzoeken om zeker te zijn dat een spierproblematiek de oorzaak van zijn klachten is. Daar ben ik immers op dit moment niet meer zo zeker van. Want hij vertelt me dat er opstoten zijn die hem doen kronkelen van de pijn. Niet echt typerend voor een lumbago. Bovendien blijkt hij geen enkele bewegingsbeperking te hebben wanneer ik hem onderzoek, maar is zijn nierregio links wel bijzonder gevoelig.

Dat ik een vrouw ben, vormt een drempel voor zijn verdere verhaal, maar hij raapt toch de moed bijeen.

Omdat ik stilaan meer aan een niersteen of -ontsteking denk, laat ik hem in een urinepotje plassen. Even later blijkt er echter geen aanwijzing te zijn voor deze diagnoses. Ik zit opnieuw met mijn handen in het haar. Dit verhaal voelt niet pluis. Ik klik wat door zijn dossier, op zoek naar iets dat ik mis in dit verhaal. Plots kom ik een korte notitie tegen van de triageverpleegkundige. Mijn mannelijke collega noteerde dat de patiënt bij aankomst kort vermelde dat hij een gezwollen teelbal heeft.

Daarop spring ik opnieuw zijn spoedbox binnen. Ik pols of hij nog andere klachten heeft dan die rugpijn. Hij kijkt weg en bloost. Dat ik een vrouw ben lijkt een drempel te vormen voor zijn verdere verhaal, maar uiteindelijk raapt hij de moed bijeen. Die gezwollen, pijnloze teelbal heeft hij ook al enkele weken. Maar omdat die niet pijn doet, is dat niet zo erg, toch? Het is echter net dat aspect dat bij mij de alarmbel doet afgaan. Nadat ik hem nogmaals mag onderzoeken, stuur ik hem naar de dienst beeldvorming voor een echografie van zijn teelbal.

Wat ik vreesde wordt daar ook bevestigd: deze man heeft teelbalkanker. De pijnlijke nierregio blijkt voort te komen uit een uitzaaiing die de afvoer van de linker nier belemmert. Voordat ik het slechte nieuws ga meedelen, bel ik de uroloog van wacht om me te informeren over de verdere gang van zaken. Deze is zo patiëntvriendelijk dat hij beslist om langs te komen om mee de vragen van de patiënt te beantwoorden. Er zal snel met een behandeltraject moeten worden gestart, maar dankzij de collegiale specialist voelt hij zich in goede handen. Wanneer ik ’s avonds vertrek na mijn shift, zit hij in de cafetaria. Druk in gesprek met vrienden, maar met een opgestoken hand wanneer hij mij ziet passeren. Hij lijkt er moed in te hebben.

Partner Content