© GETTY IMAGES

Maculadegeneratie: er snel bij zijn loont

Een wazige vlek in het midden van het gezichtsveld. Met dat vertekende beeld leven mensen met maculadegeneratie. Er op tijd bij zijn is een must.

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie of LMD komt frequent voor en staat hoog op de prioriteitenlijst van het wetenschappelijk onderzoek. En die inspanningen werpen nu stilaan vruchten af. “De aandoening begint na 50, maar treft op zeer hoge leeftijd uiteindelijk iedereen”, weet oogarts en professor oogheelkunde Robert Kuijpers (UZ Brussel). De macula (gele vlek) is een onderdeel van het netvlies dat ervoor zorgt dat je scherpte en details waarneemt. “Die plek is onderhevig aan slijtage door veroudering, waardoor ze steeds minder goed functioneert.

Nat of droog

Maculadegeneratie is eigenlijk een verzamelterm voor een boel varianten. Een belangrijk onderscheid is dat tussen de droge en de nattere vorm. Bij de eerste verdwijnen de cellen stilaan uit de macula en gaat je gezichtsvermogen langzaam achteruit. De natte vorm, waarbij kleine abnormale bloedvaatjes onder de macula groeien, evolueert een pak sneller. Die bloedvaatjes lekken vocht, waardoor op zeer korte tijd – dagen tot weken – een vertekening en vlekken centraal in je gezichtsveld opduiken.” Die snelle achteruitgang zorgt ervoor dat de nattere vorm doorgaans vlugger wordt opgemerkt. De klachten lopen uiteen van waziger zien, meer nood aan licht, tot minder kleuren waarnemen en rechte lijnen die vervormen.

“Toch gaat nog veel tijd verloren tussen die eerste symptomen en de behandeling. Voor natte LMD beschikken we over behandelingen, maar hoe sneller er wordt ingegrepen, hoe succesvoller. Deze oogaandoening genezen kan (nog) niet, maar we kunnen verdere aftakeling afremmen en het zicht zelfs opnieuw verbeteren”, benadrukt prof. Kuijpers. Dat gebeurt via inspuitingen in het oog met medicatie (ranibizumab anti VEGF) die de ongewenste vaatgroei aanpakt en ervoor zorgt dat de vaatjes stoppen met lekken. “De meeste mensen reageren gunstig op deze behandeling, maar ze heeft als nadeel dat ze belastend is. Je moet elke maand bij het ziekenhuis langs voor een nieuwe infiltratie. Vandaar dat volop wordt gezocht naar toepassingen die drie tot vier maanden doorwerken.”

“Voor de droge vorm is er vandaag geen geneesmiddel, maar een tijdige diagnose blijft zinvol omdat je via het juiste advies, zoals gerichte verlichting en een aangepaste tablet, je zicht toch kan verbeteren.” Andere beloftevolle onderzoekspistes zijn een chip in het oog inplanten om het zicht te herwinnen, maar ook stamceltherapie.

Eten voor je ogen

Aan sommige risicofactoren zoals je leeftijd, je genen of een lichte iriskleur, kan je weinig verhelpen. Op andere risicofactoren, zoals roken, heb je wel vat. “De impact van stoppen met roken is zelfs groter dan je familiale aanleg. Wie blijft roken, krijgt de oogaandoening gemiddeld 20 jaar eerder en de behandeling heeft minder effect”, weet prof. Kuijpers.

Maar ook door op je voeding te letten kan je je ogen een grote dienst bewijzen. Die duidelijke link tussen maculadegeneratie en voeding is in talloze studies bevestigd. “In het oog bevinden zich specifieke antioxidanten zoals luteïne, zeaxanthine en carotenoïden die we uit voeding moeten opnemen omdat het lichaam ze niet zelf aanmaakt. Ze zitten onder meer in groene groenten en vette vis. Deze antioxidanten en vitaminen kan je ook als voedingssupplementen innemen maar hun effect is lager. Wellicht hebben ook andere stoffen in onze voeding mee een impact op de conditie van onze ogen. Wie gewoon gezond eet en geen aanwijsbare tekorten aan antioxidanten heeft, hoeft geen supplementen te slikken. Want te hoge doses vitaminen kunnen schadelijk zijn.”

Martine (62) leeft met LMD Ik kijk meer met mijn geheugen

“Waar ik naar kijk, dat kan ik niet zien. Mensen bekijken me vreemd als ik dat zeg. Tot ik hen uitleg dat ik hun ogen niet kan zien, wanneer ik er recht naar kijk. Richt ik mijn blik op hun voorhoofd, dan ontwaar ik die ogen weer wel. Maar je kijkt helemaal niet naar mijn ogen, krijg ik dan te horen. Dat is net het probleem. Intussen heb ik voor de meeste alledaagse zaken mijn eigen strategieën ontwikkeld om die wazige vlek te ontwijken. Bij een verkeerslicht kijk ik eerst een beetje om mij heen tot ik ergens het overstekende figuurtje ontwaar en dan hou ik mijn blik er net boven, tot het op groen springt. Om een tekst te lezen, laat ik mijn ogen een soort dansje maken. Ik ga naar rechts, lees twee letters, maar ik heb de drie vorige gemist. Dan schuif ik even terug naar links om die resterende letters in beeld te krijgen. Vermoeiend is dat wel. In mijn eigen huis, waar ik alles weet staan, kijk ik grotendeels via mijn geheugen. Dat lukt zolang er niets verandert. Eigenaardig genoeg zie ik aan de randen van mijn gezichtsveld sommige zaken haarscherp, zoals een haarspeld op de grond of het aanrecht waar nog vuil op ligt. Tot grote hilariteit van mijn man, die dat met zijn normaal zicht niet opmerkt!”

Partner Content