© GETTY IMAGES

Leven zonder koelkast

Uit pure gewoonte bergen we voedingswaren in de koelkast op, die daar eigenlijk niet thuishoren. Het is perfect mogelijk om je koelkast rationeler te gebruiken. Eigenlijk kan je zelfs zonder!

Wie van ons heeft nog nooit gesakkerd op zijn koelkast omdat ze te klein was? Meestal zit het toestel na de wekelijkse boodschappen vol en wanneer we gasten verwachten propvol. We zijn geneigd om bijna alle versproducten in de koelkast te stoppen: fruit en groenten, zuivelproducten, bereide gerechten, sauzen, eieren, charcuterie, vlees, vis... We kunnen het ons nauwelijks anders voorstellen.

“Een koelkast is handig, erg handig! In die mate zelfs dat we er automatisch gebruik van maken en niet meer nadenken over wat er precies in thuishoort”, beaamt Renaud De Bruyn, voedingsdeskundige bij Ecoconso, een vzw die ijvert voor consumptiegedrag dat zowel het milieu als onze gezondheid ontziet. “Nochtans hebben veel voedingswaren daar niets te zoeken en is het zinloos en contraproductief om ze in de koelkast te bewaren.”

De komkommerparadox

Dat is onder meer het geval voor de meeste hele vruchten en groenten, die je evengoed – en soms zelfs beter – buiten de koelkast bewaart. “Neem nu een komkommer. Die kan je heel makkelijk bij kamertemperatuur bewaren. Leg je hem in de koelkast, dan is hij al na een paar dagen slap en gaat hij er onappetijtelijk uitzien. Bananen worden in de koelkast dan weer sneller zwart”, somt Renaud De Bruyn op. “Ook sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong kan je zonder probleem buiten de koelkast bewaren, op voorwaarde dat je ze binnen een redelijke termijn consumeert. Eieren zijn daar een mooi voorbeeld van, althans de eieren die bij ons worden geproduceerd. Want, in tegenstelling tot de VS, worden ze hier niet gewassen, zodat het organische membraan dat rond de schaal zit en besmetting door bacteriën tegengaat, intact blijft. Droge, al dan niet gerookte, charcuterie is, voor je ze gaat versnijden, eveneens goed tegen milde temperaturen bestand. En dat geldt ook voor diverse kaassoorten.” Je kan sommige voeding optimaal bewaren door ze aan lucht bloot te stellen of door enkele praktische ingrepen te doen (zie kadertje).

Enkel de meest fragiele voedingswaren – vers vlees en verse vis, een geopende melkverpakking, maaltijdrestjes, versneden groenten, bereide gerechten... – hebben nood aan echte koeling. Maar meestal beslaan die producten slechts een klein deel van je koelkast. Vandaar dat sommigen de koelkast resoluut hebben gebannen, om te besparen of om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. En als je de vele bloggers mag geloven, is dit niet eens een gewaagd avontuur. Op voorwaarde dat je graag kookt (je moet vacuümverpakte maaltijden vaarwel zeggen), je een aantal gewoontes omgooit (goed plannen om maaltijdrestjes te vermijden), minder vlees eet of vegetariër wordt en opnieuw aanknoopt met enkele technieken van weleer.

Net als vroeger

Om voeding te bewaren, zijn er huishoudelijke alternatieven die kunstmatig koelen overbodig maken, van een eenvoudig botervlootje, over bokalen, tot een provisiekast in de kelder. De mens heeft het duizenden jaren zonder koelkast moeten stellen. Zelfs onze grootouders hadden er nog geen en toch aten ze geen rot voedsel. Dat men in de middeleeuwen ‘adellijk’ vlees (gerijpt op het randje van het rotte af, waardoor het een uitgesproken smaak krijgt) at, is bijvoorbeeld een hardnekkige mythe, waar niets van aan is. Het is die vaststelling die kok en voedingshistoricus Pierre Leclerc deed besluiten geen nieuwe koelkast te kopen toen zijn oude toestel het in het voorjaar van 2018 begaf.

Het zat hem niet echt mee: het werd een bloedhete zomer. “Toch heb ik nooit problemen ondervonden. Zelfs bij 30°C bewaarde ik mijn potjes yoghurt bij kamertemperatuur. Die bleven perfect eetbaar. Idem voor de boter in het botervlootje, al was die wel erg slap. Deze twee producten zijn van origine al bewaartechnieken voor melk. En drankjes op kamertemperatuur, daar wen je snel aan. Ze lessen de dorst zelfs beter.”

Blijft het probleem van de verse voeding die wél koeling vergt. “Ik heb er een gewoonte van gemaakt om meteen na de boodschappen alle maaltijden voor een hele week klaar te maken. Ik steriliseer alles in individuele porties in bokalen [n.v.d.r.: bij steriliseren worden inhoud én recipiënt gekookt, het basisprincipe van inmaken] en open ze naarmate ik ze nodig heb. De techniek van steriliseren moet je wel goed beheersen. Doe je het verkeerd, dan kunnen zich ziekteverwekkende bacteriën vormen.”

Koelkast buiten?

Blijft de vraag of we bereid zijn om dit risico te nemen. Willen we verzaken aan kleine geneugten zoals saignant gebakken vlees, een fris biertje, sushi, een kant-enklare maaltijd? “Tenzij je voedingswaren inslaat naarmate je ze nodig hebt voor je maaltijden en geen voorraad meer aanlegt, blijft een koelkast een noodzaak”, erkent Renaud De Bruyn. “Je kan ze wel rationeler gebruiken zodat een tafelmodel volstaat.” Vermijd bijvoorbeeld impulsaankopen van bederfbaar voedsel, zoals al die bokalen met sausjes die je één keer gebruikt en daarna nooit meer.

Rationeel koelkastgebruik, een handleiding

  • De algemene stelregel luidt: bewaar voedsel dat niet per se in de koelkast moet, op een droog plekje, uit de zon en bij niet te hoge temperaturen. De kelder of een ruimte die ’s winters niet wordt verwarmd, is een ideale opslagplaats. Hoewel dit niet hoeft als je de levensmiddelen binnen de week opeet. In de meeste gevallen en in ons klimaat vormt de omgevingstemperatuur geen probleem.
  • De meeste vruchten – zoals appels en peren – bewaren beter als ze elkaar niet raken, als je de soorten niet mengt en als je ze uitspreidt in open kratjes met latjes die voor een goede verluchting zorgen en schimmels tegengaan. En ook dit is geen must als je de vruchten binnen enkele dagen na aankoop opeet. “Maar het is wel een prima tip voor wie een appelboom heeft of veel fruit in één keer koopt”, benadrukt De Bruyn. “Op die manier kan je appels een pak langer bewaren. Ook al gaan ze er na verloop van tijd wat anders uitzien, ze blijven eetbaar en bruikbaar voor appelmoes.”
  • Wortelgewassen – wortels, rapen, pastinaak e.d. – bewaren beter en langer in een koele kelder onder een ietwat vochtig laagje zand. Radijsjes bewaar je ondersteboven, met het loof in een kom water.
  • Op kamertemperatuur vermijd je dat boter ranzig wordt door een waterbotervlootje of een bretoens vlootje te gebruiken. Het water beschermt de boter tegen oxidatie.
  • En tot slot nog dit: “Alles wat niet gekoeld wordt verkocht, kan je buiten de koelkast bewaren, zolang je de verpakking niet opent.”

Partner Content