© iStock

Laat je hormonen niet verstoren

Hormoonverstoorders zie je niet, maar ze zijn overal: in je huis, je kasten, op je bord. Hoe gevaarlijk ze precies zijn, valt moeilijk te meten. Je blijft dus beter uit hun buurt.

Van de shampoo waarmee je ’s morgens je haar wast, tot de lunch die je opwarmt in de magnetron, over het blikje frisdrank, de manicure en het aperitiefje in je onkruidvrije tuin: hormoonontregelaars zitten werkelijk overal! De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) definieert deze stoorzenders als ‘exogene stoffen of mengsels die een of meer functies van het hormoonstelsel verstoren en daardoor een schadelijke invloed hebben op de gezondheid van het individu, zijn nageslacht of deelpopulaties’.

Toen de chemische industrie na WOII een hoge vlucht nam, raakten hormoonverstoorders wijdverspreid. Ze zitten in plastic, in pesticiden, in sommige farmaceutische en cosmetische agentia, maar ook in solventen en smeermiddelen. Natuurlijke en synthetische hormonen (oestrogenen, testosteron, progesteron) vormen een andere, zij het beperktere, groep hormoonontregelaars. Zij worden ingezet als behandeling (anticonceptie, hormoonsubstitutie, hormoontherapie) en hebben een indirecte impact, nadat ze door mens en dier zijn uitgescheiden en zo in het milieu terechtkomen.

Kanker, diabetes, een lager IQ...

Eerste aantijging? Hormoonontregelaars worden ervan verdacht een impact te hebben op het voortplantingsstelsel: endometriose, baarmoederfibroom en borstkanker bij vrouwen, urogenitale misvormingen, verminderde spermakwaliteit, onvruchtbaarheid en teelbalkanker bij mannen. “Onvruchtbaarheid bij mannen is wat mij betreft het meest frappante voorbeeld, ook al zijn daar nog andere factoren mee gemoeid”, vindt professor Alfred Bernard (toxicoloog, UCL). Hij publiceerde onder meer over de impact van chloor in zwembaden op de toekomstige vruchtbaarheid van jongetjes. “Tijdens lezingen zeg ik soms dat mannen vandaag nog maar één teelbal hebben. Ik bedoel daarmee dat hun vruchtbaarheid met bijna 50% is afgenomen, wat toch wel verontrustend is voor de toekomst van de mensheid.”

Chloor in zwembaden zou de vruchtbaarheid van jongetjes beïnvloeden.
Chloor in zwembaden zou de vruchtbaarheid van jongetjes beïnvloeden.© ISTOCK

Sinds een paar jaar wordt hormoonontregelaars ook een schadelijke invloed op de ontwikkeling van de hersenen aangewreven. Ze zouden een rol spelen bij ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), autisme en zelfs bij een laag IQ. “Je zou dit inderdaad in verband kunnen brengen met een vroege blootstelling – nog tijdens de zwangerschap – aan hormoonontregelende stoffen, met name plastics. Al is er een verschil tussen de seksen: omwille van hormonale interacties zijn jongens gevoeliger voor de cognitieve gevolgen dan meisjes”, legt professor Alfred Bernard uit.

Tot slot zouden hormoonontregelaars via diverse mechanismen ook een invloed hebben op obesitas en diabetes. “Erg vette en zeer rijke voeding maakt je vatbaarder voor diabetes type 2, maar stelt je tegelijkertijd ook meer bloot aan vervuilende stoffen in je voeding, in industriële producten, in plastic verpakkingen, op de binnenkant van conserven, enz.”, licht de specialist toe.

Hormoonverstorende stoffen mogen dan lang niet de enige schuldigen zijn, ze maken wellicht toch deel uit van de factoren die ervoor zorgen dat sommige aandoeningen vaker voorkomen dan vroeger. Het wantrouwen tegenover hormoonontregelaars is trouwens ontsproten aan de parallel die er is tussen de toename van ziekten die een link hebben met het hormoonstelsel en de stijgende productie van synthetische chemicaliën door de industrie. Volgens de Verenigde Naties ligt het volume aan stoffen dat de scheikundige industrie produceert vandaag bijna 300 keer hoger dan in 1970!

Delicaat proces

Bestuderen hoe giftig hormoonontregelaars zijn blijft voor wetenschappers echter een uitdaging van formaat: tot op heden werden nog maar 1.300 stoffen bestudeerd of 1% van alle hormoonverstoorders. Deze stoffen bestuderen is moeilijk, omdat ze qua schadelijkheid niet lijken te voldoen aan de criteria die toxicologen hanteren: met name dat de dosis de giftigheid bepaalt. In het geval van hormoonontregelaars zouden de laagste doses weleens de grootste impact kunnen hebben of een effect kunnen hebben dat haaks op dat van de hoogste doses staat. Wetenschappers spreken van niet-monotone effecten.

Zo heeft het team van dokter Jean-Pierre Bourguignon bijvoorbeeld aangetoond dat een hoge dosis bisfenol A de puberteit vervroegt, terwijl een zeer lage dosis ze net uitstelt. Probleem is dat de regelgeving vandaag blijft uitgaan van klassieke dosis-respons studies. Komt daarbij nog dat hormoonontregelende stoffen ook onderling kunnen ageren. Dat wordt het cocktaileffect genoemd. “Naarmate we meer kennis verwerven, stellen we vast dat een hele reeks chemicaliën echt gevaarlijk zijn. Maar dit bewijzen voor één welbepaalde stof is erg moeilijk omdat we worden blootgesteld aan mengsels van verschillende laaggedoseerde stoffen, terwijl de meeste wetenschappelijke gegevens – net als de industrie overigens – uitgaan van één stof tegelijk”, licht dokter Jean-Pierre Bourguignon toe.

Je vindt ook hormoonverstoorders op de binnenkant van conserven.
Je vindt ook hormoonverstoorders op de binnenkant van conserven.© ISTOCK

Over de generaties heen

Een mens zou van minder paranoïde worden. Of op zijn minst een stuk waakzamer. “We moeten focussen op de periodes van verhoogde gevoeligheid, van de zwangerschap tot de puberteit. Hormoonontregelaars hebben namelijk vooral een impact op organismen in ontwikkeling”, aldus professor Alfred Bernard. De problematiek belangt dus vooral zwangere vrouwen aan, want tijdens de zwangerschap zet de foetus een hele reeks aanpassingsmechanismen in gang waarbij hormonen betrokken zijn. De foetus is dus bijzonder gevoelig voor stoffen die de werking van hormonen kunnen verstoren. Daarbij komt nog dat de lever en de nieren van een foetus nog niet optimaal werken en moeite hebben om stoffen uit te scheiden die het kind in wording beter kwijt zou zijn.

De chemische industrie produceert vandaag 300 x meer synthetische chemicaliën dan in 1970.
De chemische industrie produceert vandaag 300 x meer synthetische chemicaliën dan in 1970.© ISTOCK

“Ook op volwassen leeftijd kunnen sommige aandoeningen de opname van bepaalde stoffen beïnvloeden. Bij diabetes type 2 bijvoorbeeld zal het verstoorde metabolisme ervoor zorgen dat bepaalde stoffen minder vlot worden uitgescheiden. En bij sommige bejaarden kan een verminderde leverfunctie de opname van bepaalde hormoonontregelaars in de hand werken”, verduidelijkt professor Alfred Bernard.

Wat bepaald niet in het voordeel van hormoonverstoorders pleit, is dat ze soms een impact hebben over de generaties heen, zoals werd aangetoond bij di-ethylstilbestrol. Dit synthetische oestrogeen werd in de jaren ’40 en ’50 aan zwangere vrouwen toegediend om een miskraam te voorkomen, maar bleek uiteindelijk bepaalde gynaecologische kankers en onvruchtbaarheid bij de dochters van deze vrouwen in de hand te werken. En zelfs vandaag zijn de gevolgen nog voelbaar bij de kleinkinderen. “Deze stoffen zijn in staat om wijzigingen aan te brengen aan het epigenoom, d.w.z. de manier waarop een gen tot expressie komt in een bepaalde chemische omgeving”, legt dokter Jean-Pierre Bourguignon uit. Sommige studies ramen de kost van aandoeningen waarbij hormoonontregelaars mogelijk een rol spelen op 160 miljard euro, enkel voor de Europese Unie. In afwachting van een strengere wetgeving, kan je dus maar beter waakzaam zijn!

Bij diabetes type 2 zorgt het verstoorde metabolisme ervoor dat je bepaalde stoffen minder vlot uitscheidt.
Bij diabetes type 2 zorgt het verstoorde metabolisme ervoor dat je bepaalde stoffen minder vlot uitscheidt.© ISTOCK

Zo beperk je de blootstelling aan hormoonverstoorders

Bij de schoonmaak

  • Gebruik zo weinig mogelijk ontsmettingsmiddelen en antibacteriële producten om je huis te poetsen. Geef de voorkeur aan onderhoudsproducten uit grootmoeders tijd: marseillezeep en zwarte zeep voor de vloeren, azijn voor de ramen, bicarbonaat om nare luchtjes te verdrijven en het sanitair, de kookplaten en de gootsteen te reinigen.
  • Verlucht elke dag je woning, een kwartiertje ’s ochtends en een kwartiertje ’s avonds.
  • Gebruik geen sfeerparfums, geurkaarsen en luchtverfrissers.

In je keuken

  • Werk zoveel mogelijk met verse producten en mijd kant-en-klaargerechten, voedsel uit blik en andere industriële bereidingen.
  • Gebruik vaatwerk in glas, roestvrij staal en keramiek.
  • Vermijd plastic verpakkingen. Heb je in je kast nog bakjes met een PC-label (polycarbonaat) of een 7 in een driehoekje, gooi ze dan weg: ze bevatten bisfenol A.
  • Warm kant-en-klaargerechten niet op in hun schaaltje, doe alles eerst op een bord.
  • Drink liever drankjes uit glazen flessen dan uit plastic flessen of blikjes.
  • Eet niet te vaak roofvissen zoals tonijn en zwaardvis.
  • Gebruik een waterkoker in inox en niet eentje in plastic.

In je badkamer en kleerkast

  • Douchegel, deodorant, shampoo, make-up: gebruik minder cosmetica en/of geef de voorkeur aan producten met een ecolabel.
  • Was nieuwe kleding voor je ze draagt, de meeste kleding is behandeld met vlamvertragers.

In je tuin

  • Gebruik geen pesticiden, plant bodembedekkers en lok lieveheersbeestjes naar je tuin.

Partner Content