Koken kan uw leven veranderen

Nog nooit waren er zoveel culinaire programma’s op de televisie, kookboeken verkopen als warme broodjes en kooklessen zitten vol. Wat maakt koken zo boeiend dat we er verslaafd aan geraken?

Ik bekijk zo veel kookprogramma’s als ik maar kan, want ik wil zo veel mogelijk bijleren“, reageert Rosette Ghyselinck uit Evergem op onze lezersoproep. “Genoeg, genoeg!”, meent Emma Donni uit Maasmechelen. ” Wie het nu nog niet kan, zal het nooit kunnen!”

Uw meningen over kookprogramma’s op de buis zijn duidelijk verdeeld (*), maar niemand kan naast de huidige kookhype kijken. Begin oktober waren er alleen al op de Vlaamse zenders in één week 34 uitzendingen te zien die met koken te maken hadden. En het derde boek van Piet Huysentruyt was enkele dagen na de publicatie al een bestseller.

Voor steeds meer mensen is koken een passie waarvoor ze veel geld en tijd over hebben. “De verklaring is bijna freudiaans”, zegt Paul De Boeck met een monkellachje. Hij is hoogleraar psychologie (tot voor kort aan de K.U.Leuven, nu in Amsterdam) én zelf hobbykok. “Wie kookt, combineert het Arbeiten en het Lieben van Sigmund Freud. Je schept iets en je geeft tegelijk iets aan anderen. Die combinatie gebeurt bovendien op een sociale manier (eten is een groepsgebeuren) en met allerlei bewuste of onbewuste processen. Je moet gestructureerd en geconcentreerd werken, je moet discipline en geduld opbrengen, je bent creatief bezig en je krijgt tijdens het werken ingevingen. En als je exotische dingen klaarmaakt, leer je tegelijk een andere cultuur of een verre bestemming kennen.”

Oké voor Freud, maar dit alles kun je toch van veel hobby’s zeggen? En toch zijn er geen 34 tv-programma’s over beeldhouwen of fotograferen. “Dat komt omdat koken net iets verder gaat”, antwoordt de psycholoog. “Koken doen we niet meer om een basisbehoefte te dekken, maar voor het pure plezier, net als mode. Maar bij koken spreken we minstens drie zintuigen aan.”

HOBBYKOK FILIP DE MAN IS BIJNA KLAAR MET KOKSOPLEIDING

“Na mijn pensioen: een restaurant op een woonboot”

“Wie had ooit gedacht dat ik nog een nieuwe carrière als kok zou opbouwen? Toch gaat het er nu van komen”, zegt Filip Deman (57) uit Groot-Bijgaarden. “Ik ben marktonderzoeker bij C&A en in ons bedrijf is het een traditie dat kaderleden op hun 60ste met pensioen gaan. Ik wil op dat moment verhuizen naar een woonboot. Zo kan ik twee passies combineren: varen en koken. Op de boot wil ik enkele dagen per week op aanvraag koken voor kleine gezelschappen. Méér niet, want het moet plezierig blijven. Na mijn scheiding was ik wel verplicht te gaan koken voor mijn twee dochters en mijn zoon. Ik vond er plezier in en gaandeweg begon ik aan meer ingewikkelde gerechten. Uiteindelijk heb ik me samen met mijn zoon ingeschreven voor een koksopleiding in het volwassenenonderwijs van Elishout in Anderlecht. In februari zal ik mijn diploma op zak hebben. Op mijn vrije zaterdag werk ik in een restaurant op de Brusselse Vismarkt en op zondag kook ik voor familie en vrienden. Vroeger volgde ik recepten maniakaal op, nu werk ik vrijer en creatiever. Mijn grootste overwinning vind ik echter dat ik al mentaal kan proeven. Zonder te eten, weet ik op voorhand welke combinaties lekker zullen zijn en welke niet.”

Ik kook, dus word ik graag gezien!

Toch is het vooral de sociale dimensie die verslavend kan werken. Paul De Boeck: “Als Kim Clijsters wint, wordt ze bewonderd maar ze geeft niets tastbaars weg. Als wij lekker gekookt hebben, geven we wél iets tastbaars weg en daarvoor krijgen we zowel dankbaarheid als bewondering in ruil. We kopen als het ware liefde en respect af. We worden graag gezien en eigenlijk is dat alles dat een mens nodig heeft. Juist in deze crisistijd hebben we meer dan ooit behoefte aan warme contacten. Met koken scoor je hoog op de sociale ladder, zelfs als je geen prater of grapjas bent. Alleenstaanden kan ik alleen maar aanraden lid te worden van een kookclubje waarvan de leden om beurten bij elkaar komen eten. Ik denk dat veel mensen kooklessen eerder volgen om meer waardering van anderen te krijgen dan voor hun eigen plezier.”

“We dromen allemaal”

Dat hobbykoks opkijken naar sterrenchefs, is niet abnormaal, meent de professor-hobbykok. “Idolen zijn zo oud als de mensheid. In sport, in mode, in muziek en nu ook in koken vertonen we allemaal imitatiegedrag. Een jongen die een T-shirt van Ronaldo draagt, weet waarschijnlijk dat hij nooit een topvoetballer zal zijn, maar dat belet hem niet daarvan te dromen. Zo ook dromen tal van hobbykoks ervan ooit met een eigen restaurant of bed & breakfast te starten, zelfs al weten ze diep in zichzelf dat ze nooit een professional zullen zijn. En ze schrijven zich massaal in voor koksopleidingen in het volwassenenonderwijs. Misschien kunnen we eens investeren in tv-series over loodgieters, metselaars, bejaardenhelpers of ingenieurs. Wie weet helpen ze de tekorten in deze knelpuntberoepen oplossen!”

CLAUDIA ALLEMEERSCH ZIT IN DE FINALE VAN ‘DE BESTE HOBBYKOK VAN VLAANDEREN’

“Koken vanuit de buik”

“Het is waar dat ik grote bewondering heb voor driesterrenchefs als Sergio Herman en Peter Goossens. Ze zijn met niets begonnen en hebben zich opgewerkt door nooit tevreden te zijn over zichzelf”, meent Claudia Allemeersch (43) uit Roeselare. Zij is één van de deelnemers aan het tv-programma De beste hobbykok van Vlaanderen. “Ik ben een strever, maar aan de andere kant heeft mijn deelneming me nederig gemaakt. Ik vond mezelf tot nu toe een verdienstelijke hobbykok en ik was trots op mijn kookboeken en mijn Agafornuis. Maar nu weet ik dat ik heel wat productkennis en basistechnieken mis. In de vismijn heb ik het verschil tussen vers en écht vers leren kennen. Ik heb geleerd dat je smaak krijgt door in elk gerecht iets zuurs, iets bitters, iets zouts, iets zoets en iets krokants te combineren. En dat ik moet koken vanuit de buik, zonder terug te vallen op een kookboek. Vroeger was ik vies van een verse vis, nu begin ik al plezier te krijgen in het fileren. Ook als ik de wedstrijd niet win, wil ik voortaan nog meer tijd besteden aan het koken. Niet voor anderen, maar voor mijn eigen plezier. Weet u, ik werk in de zaak van mijn man en tot nu toe was de aandacht op hem gefocust. Nu sta ik in de schijnwerpers en dat is prettig. Een beroepskok wil ik nooit worden, want dan zou koken een verplichting zijn en dat gaat ten koste van de creativiteit.”

Nieuw levensdoel... of uitlaatklep?

Nog méér kookpsychologie is te zien in Julie & Julia, de nieuwe film met Meryl Streep, die deze maand uitkomt in de Belgische bioscopen. Hij vertelt het waargebeurde verhaal van Julia Child en Julie Powell. Julia Child was de eerste Amerikaanse vrouw die een diploma behaalde aan de kookschool Le Cordon bleu in Parijs. Haar passie voor de Franse keuken schreef ze uit in My Life in France, dat in de V.S. uitgroeide tot een cultboek. Ze was een kleurrijke, grappige en excentrieke figuur die in haar populaire tv-uitzendingen mensen als geen ander kon enthousiasmeren.

In 2002 besloot Julie Powell, een jonge vrouw met een gelukkig gezin maar een ongelukkig beroepsleven, zich in een avontuur te storten: in 365 dagen de 524 recepten uit het boek van Julia Child bereiden en haar ervaringen elke dag bijhouden op een blog. Tegen alle verwachtingen in begonnen duizenden internetgebruikers haar belevenissen te volgen. Julia kookte zich een weg uit haar dipje, vond een nieuw levensdoel en schreef er ook een boek over.

In Julie & Julia komen de twee kookheldinnen tot leven in een film gerealiseerd door Nora Ephron (scenariste van Sleepless in Seattle en When Harry met Sally). Amy Adams kruipt met frisse vastberadenheid in de huid van Julie Powell. Meryll Streep vertolkt de veelzijdige rol van de populaire Julia Child. Haar kookpassie heeft nog een andere psychologische grond. Ze kan geen kinderen krijgen en koken is haar uitlaatklep geworden. Hierin kan ze haar energie en haar verdriet afreageren.

Allemaal naar de les!

Op p. 26 leest u het getuigenis van Claudia Allemeersch, één van de hobbykoks uit de VTM-serie De beste hobbykok van Vlaanderen. Sinds 1992 heeft ze een klein fortuin besteed om cursus te volgen in bekende restaurants als Comme Chez Soi, ’t Convent, Maison Vandamme, La Cravache, Pegasus, Bistro Novo of Hostellerie Le Fox. Van sommige betere restaurants wordt gefluisterd dat ze momenteel méér geld verdienen met hun kooklessen dan met hun reguliere klanten.

Een nieuwe trend zijn lessen in kookateliers of kookwinkels. “Het is waar dat we steeds meer cursisten krijgen”, zegt Carlo de Pascale van Mmmmh!, een bedrijfje dat in Antwerpen en Brussel kooklessen op topniveau aanbiedt. “Onze kookruimte in Brussel is pas geopend in 2007, maar we hebben ze al moeten uitbreiden. Zelf ben ik een fervent verdediger van de vrijetijdskeuken. Dit wil zeggen: koken als onthaasting en om jezelf een plezier te doen.”

Stress opbouwen om te ontstressen: als koken op die manier ons leven kan veranderen, is het nog niet zo’n slecht idee...

PETER GEENS NOEMT ZICHZELF KOOKGEK

“Het is pure ontspanning”

“Inderdaad, koken heeft mijn leven veranderd”, lacht Peter Geens (45), eindredacteur bij het maandblad Ik ga Bouwen. “Mijn weekends staan helemaal in het teken van koken. Boodschappen doen op de markt, gerechten voorbereiden, fonds trekken. En werken in de tuin waar ik kruiden, groenten en vergeten soorten als koolrabi en aardperen kweek. Als student heb ik op kot Italiaans gekookt en gewokt, maar een jaar of vier geleden realiseerde ik me dat ik nooit de basis van de Frans-Belgische keuken geleerd had. Ik heb me toen ingeschreven voor de koksopleiding in Elishout. Dit schooljaar ben ik gestart met mijn derde module. Let wel, je bent niets met die opleiding als je thuis niet veel oefent. Daarom heb ik gespaard voor professionele messen, pannen van Le Creuset, een gasfornuis met twee ovens en zes pitten en een bijkeuken. Koken is pure ontspanning. Groenten versnijden, vleesballetjes draaien, daar kan ik fysiek van genieten. Het kookproces zelf – hoe ingrediënten in één gerecht samenvallen – blijft me fascineren. En de waardering van je gasten doet natuurlijk deugd. Ik ben zelfs al een beetje snob geworden: ik ga steeds minder uit eten omdat ik vind dat ik het vaak beter – en goedkoper – kan!”

Partner Content