In onze samenleving staat lactose (melksuiker) met stip op één als het om voedselintolerantie gaat. Ruim 10% van de bevolking zou lactose-intolerant zijn. Dat uit zich in spijsverteringsproblemen (opgeblazen gevoel, buikpijn en diarree) na het nuttigen van melk en bepaalde zuivelproducten (room, zachte kazen, enz.). Die problemen manifesteren zich wanneer de lactose in de dikke darm belandt, zowat anderhalf tot twee uur na de maaltijd. De oorzaak is gekend. Een lactosemolecule is opgebouwd uit twee delen: een glucosemolecule en een galactosemolecule. De lactose kan enkel verteren als beide delen van elkaar worden gescheiden door toedoen van lactase, een enzym dat wordt afgescheiden in de dunne darm. Maar bij sommige volwassenen vermindert de lactaseproductie of valt ze stil. De lactose komt dan ongesplitst in de dikke darm terecht, waardoor de darmflora wijzigt en de lactose slecht wordt verteerd. "Lactoseintolerantie is erfelijk bepaald. Je kan stellen dat wij mensen niet gemaakt zijn om melk te drinken zoals we dat in onze samenleving gewend zijn. Vandaar dat sommigen geen melk verdragen", klinkt het bij dr. Catherine Reenaers (gastro-enteroloog, CHU Luik). Gelukkig is het vrij makkelijk om lactose van het menu te schrappen zonder risico op tekorten. "Wie lactose-intolerant is, kan zonder problemen yoghurt en harde kazen eten", aldus nog de specialiste.
...
Iedereen intolerant voor gluten en lactose?
Lactose- en glutenintolerantie lijken fors in opmars. Modefenomeen of reëel probleem?

In onze samenleving staat lactose (melksuiker) met stip op één als het om voedselintolerantie gaat. Ruim 10% van de bevolking zou lactose-intolerant zijn. Dat uit zich in spijsverteringsproblemen (opgeblazen gevoel, buikpijn en diarree) na het nuttigen van melk en bepaalde zuivelproducten (room, zachte kazen, enz.). Die problemen manifesteren zich wanneer de lactose in de dikke darm belandt, zowat anderhalf tot twee uur na de maaltijd. De oorzaak is gekend. Een lactosemolecule is opgebouwd uit twee delen: een glucosemolecule en een galactosemolecule. De lactose kan enkel verteren als beide delen van elkaar worden gescheiden door toedoen van lactase, een enzym dat wordt afgescheiden in de dunne darm. Maar bij sommige volwassenen vermindert de lactaseproductie of valt ze stil. De lactose komt dan ongesplitst in de dikke darm terecht, waardoor de darmflora wijzigt en de lactose slecht wordt verteerd. "Lactoseintolerantie is erfelijk bepaald. Je kan stellen dat wij mensen niet gemaakt zijn om melk te drinken zoals we dat in onze samenleving gewend zijn. Vandaar dat sommigen geen melk verdragen", klinkt het bij dr. Catherine Reenaers (gastro-enteroloog, CHU Luik). Gelukkig is het vrij makkelijk om lactose van het menu te schrappen zonder risico op tekorten. "Wie lactose-intolerant is, kan zonder problemen yoghurt en harde kazen eten", aldus nog de specialiste.Tal van mensen die last hebben van lactoseintolerantie klagen ook over glutenintolerantie en omgekeerd. Is er een link tussen beide? "Circa 10% tot 15% van de bevolking ondervindt spijsverteringsproblemen als ze te veel FODMAP (Fermenteerbare Oligosachariden, Disachariden, Monosachariden en Polyolen) eet, een letterwoord dat slaat op voeding die heel veel suikerderivaten bevat. Dat is ook het geval voor gluten en lactose, die overigens allebei erg fermenteerbare bestanddelen zijn", legt dr. Catherine Reenaers uit.FODMAP komen voor in sommige vruchten zoals appel, peer, perzik, meloen..., maar ook in bepaalde groenten zoals asperge, prei, biet, kool, artisjok, selder... en in graansoorten: rogge, haver, tarwe, gerst. Een verstoorde darmflora die slecht FODMAP verdraagt, heeft dus vaak ook moeite met gluten- en lactoserijke voeding. "Toch is er geen rechtstreeks verband, want mensen die geen FODMAP verdragen, eten probleemloos speltbrood, hoewel dat gluten bevat." Als het gaat om echte lactose-intolerantie door lactasedeficiëntie bestaat er trouwens geen rechtstreeks verband met glutenintolerantie. Omgekeerd hebben mensen met echte glutenintolerantie (zonder FODMAP-intolerantie) vaak niet alleen spijsverteringsproblemen, maar ook algemenere klachten zoals gewrichtspijn en vermoeidheid.Glutenintolerantie of -overgevoeligheid treft vandaag 5% tot 10% van de bevolking. Gluten komt voor in diverse graansoorten en in de producten die ermee bereid worden zoals brood, deegwaren, pizza, quiche... Gluten is een veelgebruikt bindmiddel en is dus ook aanwezig in tal van industriële producten: bouillonblokjes, spekreepjes, chocolade, surimi, enz.Maar opgelet: wie glutenintolerantie zegt, zegt niet noodzakelijk coeliakie! Bij deze autoimmuunziekte valt het organisme lichaamseigen weefsel of stoffen aan, in dit geval de darmwand. Coeliakie komt slechts bij 1% van de bevolking voor. De diagnose wordt gesteld na een bloedafname, aangevuld met een endoscopie en een biopsie van het bovenste deel van de dunne darm. Er is maar één enkele behandeling: voor de rest van je leven gluten schrappen van het menu. Coeliakie is dus een erg invaliderende ziekte, die gepaard gaat met ernstige complicaties (slokdarmkanker, darmkanker, maagzweren, enz.) als de patiënt zich niet aan de behandeling houdt. "We gaan ervan uit dat bij tal van mensen de diagnose niet wordt gesteld omdat ze geen enkel symptoom vertonen. Helaas wordt de ziekte bij hen pas ontdekt wanneer er complicaties opgetreden", licht de specialiste toe.Toch is de link tussen mensen met glutenintolerantie en die met coeliakie niet uit de lucht gegrepen. "Studies hebben aangetoond dat bij beide groepen vaak dezelfde voorbeschikkende genen aanwezig zijn. Het is mogelijk dat deze mensen coeliakiepatiënten in spe zijn, bij wie de ziekte niet echt doorbreekt, maar die zich toch niet goed voelen bij gluten", aldus dr. Catherine Reenaers. "Het probleem is dat er, anders dan bij coeliakie, momenteel geen tests bestaan om glutenintolerantie vast te stellen. Er is maar één manier om uit te zoeken of je glutenintolerant bent: alle gluten resoluut schrappen en die vervolgens weer op het menu zetten om na te gaan of je je echt beter voelde zonder."De specialiste waarschuwt voor de IgGantistoffentest die tal van diëtisten en voedingsartsen vandaag voorstellen. Zo'n test kost algauw ? 250 en heeft geen enkele wetenschappelijke waarde. "Er zijn diverse soorten antistoffen. Het gehalte aan IgEantistoffen geeft informatie over allergieën maar zegt niets over intoleranties. En IgGantistoffen vertellen enkel dat je lichaam in aanraking is geweest met bepaalde voedingsstoffen. Je kan dus IgG-antistoffen hebben voor banaan of kiwi, maar die vruchten toch uitstekend verdragen. Vandaag weten we geenszins vanaf welke drempel IgGantistoffen eventueel op intolerantie wijzen."Helaas schrijft een aantal weinig gewetensvolle professionals dergelijke tests toch voor, waardoor patiënten overtuigd raken dat ze intolerant zijn voor alles! "Wij krijgen hier soms patiënten over de vloer die vermagerd en neerslachtig zijn omdat ze bijna alles van het menu hebben geschrapt", aldus nog dr. Catherine Reenaers. Zij adviseert om bij een vermoeden van intolerantie systematisch raad te vragen aan een gastro-enteroloog of een allergoloog. "Die kan coeliakie uitsluiten en een aangepaste behandeling voorstellen. Want te horen krijgen dat je nooit of te nimmer meer gluten mag eten of te horen krijgen dat je voor je verteringscomfort gluten beter kan vermijden, maakt een wereld van verschil voor je sociale leven."Coeliakiepatiënten krijgen het trouwens behoorlijk op de heupen van de glutenvrije trend waar iedereen de mond van vol heeft. Het ruime aanbod aan glutenvrije producten, ook in de supermarkt, heeft het dagelijkse leven van deze patiënten een pak makkelijker gemaakt, dat klopt. Maar ze vinden het vreselijk om over één kam te worden geschoren met zij die zweren bij No Glu omdat dat in de mode is, terwijl voor coeliakiepatiënten glutenvrij voedsel een zaak van leven of dood is. "90% van alle mensen die vandaag glutenvrij eten, doet dit zonder geldige reden", stipt dr. Catherine Reenaers aan. Het zou veel zinvoller zijn om de consumptie van gluten - en in mindere mate ook die van lactose - preventief wat te matigen. "Vandaag bevat onze voeding almaar meer lactose en vooral gluten: we eten veel pizza, deegwaren, broodjes. En het is bekend dat er een link is tussen het ontstaan van intolerantie en de hoeveelheid gluten en lactose die je opneemt. In Azië eet men weinig gluten en lactose en hebben ook maar heel weinig mensen een voedselintolerantie." De opmars van voedselintoleranties valt dus wellicht ook te verklaren door onze eetgewoonten - "en dan heb ik het nog niet over het feit dat overmatig veel zetmeelhoudende voeding het pad effent voor obesitas" - maar ook door wijzigingen in onze darmflora. "Die wordt bepaald door onze omgeving: de voeding die we als kind kregen, de vaccins, de antibioticakuren, enz."Wie denkt dat een glutenvrij dieet een goede manier is om af te vallen, moeten we teleurstellen, want niets is minder waar. "Je raakt geen kilo's kwijt door glutenvrij te eten omdat je de neiging hebt gluten te compenseren met kaas, eieren enz. en omdat glutenvrije producten buitensporig veel suiker bevatten. Schrap je gluten zonder te compenseren, dan kan dat tot tekorten leiden", waarschuwt dr. Catherine Reenaers. Wil je minder gluten eten zonder meteen toe te treden tot het No Glu-kamp, dan is het verstandiger minder zetmeelhoudende producten te eten en - nog belangrijker - te zorgen voor afwisseling: nu eens aardappelen, dan weer rijst of quinoa.
Wil je dit artikel verder lezen?
Kies voor Plusmagazine