© GETTY IMAGES

Hypochondrie: ‘Is het erg, dokter?’

’t Zijn harde tijden voor hypochonders: ze horen en lezen van alles over Covid-19 en raken bij het minste kuchje of banale snotneus in paniek. Maar waar komt die overdreven angst voor ziekten eigenlijk vandaan?

Hypochondrie of ziektevrees is een stoornis die zich vlot leent tot satire en sinds De Ingebeelde Zieke van Molière het mikpunt is van spot en een bron van ergernis. Velen zien hypochonders – mensen die zich overmatig zorgen maken over hun gezondheid – als weirdo’s met een ongegronde angst. En vandaag, met Covid-19, een ziekte met op het eerste gezicht banale symptomen, die gevaarlijk en zelfs dodelijk kan zijn, slaan hypochonders helemaal tilt.

Al decennia lang is een goede gezondheid het allerhoogste goed. Daar kan je ook op televisie en het internet niet meer omheen. Een Franse studie heeft becijferd dat het aantal vragen op tv rond gezondheid tussen 1995 en 2008 is verachtvoudigd. En toename die sindsdien niet meer is gestopt. Je hoeft maar even te zappen of je botst wel op een mediagenieke dokter die medisch advies verstrekt of ernstige aandoeningen uitlegt.

Iedereen hypochonder

Omdat hun entourage vaak een diepe zucht slaakt telkens hypochonders met een ‘verontrustende droge hoest’ of ‘symptomen van een CVA’ komen aanzetten, zwijgen de meesten over hun angst. Maar die is er wel. “Ik ervaar bijna altijd en overal een vage angst”, vertelt Christine (48, schuilnaam). “Al in mijn tienerjaren had ik voortdurend het gevoel dat ik ernstig ziek zou worden en vrij jong zou sterven. Nu, vele jaren later, is me nog niets ergs overkomen, dat weet ik ook wel, maar toch blijf ik ervan overtuigd dat het op een dag mis zal gaan. En dus denk ik bij het minste kwaaltje meteen aan het allerergste scenario. Elke keer opnieuw.”

Hypochondrie is dan ook meer dan gewoon bang zijn om ziek te worden. “Het is een irrationele angst dat je een ernstige aandoening hebt opgelopen”, zegt Anne-Françoise Meulemans (huisarts en psychotherapeut, coördinator bij CentrEmergences). “Typisch voor hypochonders is dat ze voortdurend bang zijn voor een slechte prognose, een ernstig letsel of zelfs de dood. En dus hechten ze aan elk symptoom buitensporig veel belang.” Neem nu een verkoudheid die aansleept. Een hypochonder zal zich grote zorgen maken, niet zozeer over de verkoudheid op zich, maar over een veel ernstigere onderliggende aandoening, waarop die verkoudheid kan wijzen. Hypochonders beseffen vaak zelf niet dat ze hypochonder zijn. Ze vinden dat het lot hen niet gunstig gezind is en focussen op de gezondheidsproblemen die ze naar hun gevoel wel degelijk hebben.

Als je de DSM-IV, hét referentiehandboek over psychische aandoeningen, mag geloven, kampt bijna 7% van de bevolking met hypochondrie. “Toch is er geen reden om hypochonders met de vinger te wijzen”, vindt Anne-Françoise Meulemans. “We zijn allemaal in zekere mate hypochonder. De meeste mensen gaan naar de dokter omdat ze ongerust zijn. Mensen die we als hypochonder bestempelen, zijn gewoon ongeruster dan de anderen. Maar daar hoeven ze zich niet schuldig over te voelen.”

Hypochondrie gaat vaak gepaard met een angstig karakter. “Zoals bij iedereen met angstgevoelens, gaat er achter de klachten een toestand van permanente angst schuil. En afhankelijk van de gebeurtenissen die je pad kruisen, wordt die angst heviger of minder.” Hypochonders zijn zich daar niet van bewust, maar ze tobben meer over hun gezondheid in een stressvolle context, dan pakweg tijdens hun vakantie. “Het is alsof er constant een zwaard van Damocles boven je hoofd hangt, maar je je daar sterker van bewust bent in destabiliserende omstandigheden.” Sommigen worden pas op latere leeftijd plots hypochonder. “Er zijn mensen die in totale ontkenning leven en nooit een dokter raadplegen, omdat ze zich onsterfelijk wanen en het gewoonweg niet bij hen opkomt dat ze ziek kunnen zijn. Tot ze van de ene op de andere dag beseffen dat dat niet klopt en heel erg bang worden.”

Woody Allen, de hypochonder die zijn stoornis grappig weet te verpakken.
Woody Allen, de hypochonder die zijn stoornis grappig weet te verpakken.© BELGAIMAGE

De rode lijn

Hypochondrie kan ook worden uitgelokt of aangescherpt door een trauma, zoals een sterfgeval in je entourage. “Papa heeft altijd al hypochondrische trekjes gehad”, vertelt Anne-Sophie. “We wisten dat zijn eigen vader jong gestorven was en dat zijn ongerustheid daar wellicht mee te maken had, maar eigenlijk was het veel erger dan we vermoedden. De dag waarop papa even oud werd als zijn vader toen die overleed, is hij de hele dag in bed blijven liggen, in de volle overtuiging dat ook hij die dag zou sterven aan een aneurys-maruptuur. Zonder er iets over te zeggen, had hij de datum nauwgezet uitgerekend en zelfs rekening gehouden met schrikkeljaren. Toen hebben we aangedrongen dat hij hulp zou zoeken.”

Hypochondrie wordt een ziekte zodra de stoornis jou en/of je entourage verhindert om normaal te functioneren. “Waar de grens precies ligt, valt moeilijk te bepalen”, aldus dokter Meulemans. “Laten we een rode lijn trekken: zodra de hypochondrie in die mate allesoverheersend, verlammend of obsessioneel wordt, dat je bij de minste klacht of de geringste angst op het internet gaat zoeken naar welke aandoening je hebt. Het internet is een zegen maar ook een vloek: als patiënt vind je er veel extra informatie, maar ben je van nature angstig, dan zal je op het internet vooral veel extra redenen vinden om bang te zijn.”

Er bestaan technieken waarmee hypochonders rustiger worden (zie hierboven), maar de beste raad is: probeer niet om je angst de kop in te drukken. “Als je huisarts aardig en mild is en je niet veroordeelt, hoef je toch niet bang te zijn om hem te raadplegen? Het is belangrijk dat je het gevoel hebt dat je dokter naar je luistert en je klacht ernstig neemt. Niet alleen omdat een hypochonder wel degelijk echt ziek kan zijn – je ontsnapt nu eenmaal niet aan kwalen waarvan ook de rest van de bevolking last heeft -, maar ook omdat je op die manier je hypochondrie kan aanpakken. Heeft je huisarts een goede algemene kijk op je gezondheidstoestand en ook aandacht voor je mentale welzijn, dan zal hij niet voor elke klacht meteen een pilletje voorschrijven. Hij zal daarentegen een behandeling opstarten om je angstgevoelens te temperen. Een behandeling die trouwens niet per se ingrijpend is en waarbij soms lichte medicatie en eventueel ook psychotherapie worden ingezet.”

Hét geheim om opnieuw rust te vinden schuilt wellicht in het aanvaarden dat je als hypochonder net zo goed ziek kan worden als iemand anders, maar daarom niet méér risico op een aandoening loopt. “Hoe zwaar hypochonder je ook bent, het impliceert niet stelselmatig dat je ook werkelijk gezondheidsklachten krijgt.”

4 tips om hyponchondrie te counteren

  1. Ga altijd naar de dokter als je je zorgen maakt, al was het maar om te vermijden dat een echt gezondheidsprobleem onbehandeld blijft. Maar scheelt er niets, laat je angst dan niet langer nodeloos toenemen en ga eventueel in therapie. Word je door je arts afgewimpeld? Ga dan op zoek naar een dokter met meer luisterbereidheid.
  2. Noteer in een schriftje alle ernstige ziekten die je denkt (gehad) te hebben. “Stel je vast dat je nu al voor de 38ste keer kanker hebt opgeschreven, dan kan dat je helpen om te relativeren”, meent dr. Meulemans. “Terugdenken aan een periode met veel stress en zorgen, die achteraf ongegrond bleken, helpt om de angst terug te dringen.”
  3. Ontspan! Typisch voor opstoten van hypochondrie is dat die zich vaker voordoen in een stressvolle situatie. Trek dus tijd uit voor jezelf en voor activiteiten die je prettig vindt. Elke bezigheid die je ontspant, is een goede. “Dagelijks een halfuurtje wandelen volstaat vaak al om je een pak opgewekter te voelen.”
  4. Hoed je voor informatie die je op het internet vindt. “Word je daardoor nóg banger, dan ga je beter naar je huisarts! Maar als je vooral extra informatie vindt, dan kan het internet geen kwaad.”

Partner Content