Huisdieren en hygiëne

Honden, katten, konijntjes,... Dat de vriendschap van een huisdier een zegen is voor onze gezondheid, is onbetwistbaar. Toch duikt af en toe een vraag op over de hygiënische regels waaraan we ons moeten houden.

1. Kan het kwaad dat de kooi van mijn parkiet in de keuken staat?

Ja, zowel voor de parkiet als voor u! Contact met de uitwerpselen van parkieten en papegaaien kan bij de mens ornithose (ook psittacose of papegaaienziekte genoemd) veroorzaken. Dit kan leiden tot luchtwegeninfecties en zelfs tot longontsteking. Wat uw parkiet betreft: hij is niet goed bestand tegen bak- en braadluchtjes.

2. Mijn dochter heeft een ratje maar ik heb altijd gehoord dat ratten vieze ziektes overbrengen...

Het klopt dat ratten ziektes overbrengen maar dan gaat het om wilde ratten en – wat bijvoorbeeld de pest betreft – specifiek over vlooien op die ratten in bepaalde gebieden van de wereld (niet bij ons). De ratten die hier in dierenwinkels verkocht worden, zijn al generatieslang in kooien gekweekt. Dit geldt ook voor muizen, hamsters, cavia’s en fretjes.

3. Onze poes slaapt dolgraag op het voeteneinde van ons bed. Houdt dat risico’s in?

Voor wie niet allergisch is aan kattenhaar of huisstofmijt is er op zich geen probleem. Alles hangt dan af van de persoonlijke voorkeur en de hygiënische opvattingen. Uiteraard is het dan belangrijk dat de poes geen vlooien heeft maar de meeste mensen behandelen hun kat preventief tegen vlooien.

4. Waterschildpadden lijken me nog de beste huisdieren: ze zijn proper en ze komen niet buiten.

Omdat ze in het water leven, lijken waterschildpadden schoon maar dat klopt niet. Exotische dieren zoals schildpadden en reptielen zijn vaak drager van salmonellasoorten die erg lang overleven. Een tijdje geleden werd nog een baby besmet door een slang die nochtans al maanden voor de komst van de baby uit het huis weggehaald was. Vandaar dat afgeraden wordt dergelijke dieren te houden in de buurt van kinderen, jonger dan vijf jaar en van mensen met een verminderde immuniteit. Die laatste groep moet alle contact met dergelijke dieren vermijden, maar ook andere mensen wassen beter hun handen na contact met het dier, de kooi of het terrarium. Reptielen en schildpadden horen niet in de keuken of in de buurt van voedsel thuis en ze vrij laten rondlopen in huis is uit den boze.

5. Is het veilig om de eieren van mijn ganzen en kippen te eten?

Als ze vers gebruikt worden en lang genoeg op een temperatuur van meer dan 55°C verhit, is er geen probleem. Eventuele salmonellakiemen zijn dan onschadelijk gemaakt. In rauwe bereidingen (tiramisu, bavarois,...) is het risico groter. Vandaar dat bijvoorbeeld in rusthuizen enkel gepasteuriseerde eieren uit een brik worden gebruikt. De eieren bij particulieren worden nooit gecontroleerd, dus kunt u nooit zeker zijn dat er geen salmonellabesmetting is. Al wat u kunt doen, is voorzichtig zijn en er rekening mee houden dat in een versgelegd ei slechts weinig bacteriën zitten. Die vermenigvuldigen zich met de tijd en na 21 à 22 dagen – als het eigen beschermingsenzym van het ei opgebruikt is – kunnen we spreken van een explosie van bacteriën.

6. Een heleboel huisdieren hebben wormen. Zijn die niet gevaarlijk voor de mens?

Zowat alle huisdieren dragen wormen en de ene is al wat gevaarlijker dan de andere. De varkenslintworm kan veel schade toebrengen bij de mens, net als de vossenlintworm. Maar dat zijn geen huisdieren. Katten en honden, schapen en geiten kunt u ontwormen. Enkel voor katten en honden die nooit buiten komen en altijd blikvoer of droge korrels eten, is dit overbodig.

7. Met de regelmaat van een klok is er hier een myxomatoseplaag die zowel wilde als tamme konijnen besmet. Kunnen mensen daar ook ziek van worden?

De overtuiging dat myxomatose kan overgedragen worden op de mens, is ontstaan in Oceanië. Nadat de overheid daar in 1950 het myxomatose- virus verspreidde om de konijnenplaag in te dijken, brak in een van de betrokken regio’s een encephalitis-epidemie (hersenontsteking) uit bij de mensen. Het was puur toeval, want uit onderzoek bleek dat de ziektes niets met mekaar te maken hadden. Myxomatose is geen zoönose, wat wil zeggen dat konijnen de ziekte niet overdragen op mensen. Overigens ook niet op honden. Wel wordt het virus door insecten van wilde op tamme konijnen overgedragen, maar die kunnen daartegen gevaccineerd worden.

8. Ik krijg hier vaak stadsduiven in de tuin en ben bang dat ze ziektes overbrengen. Hoe zit dat?

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10 procent van de menselijke gevallen van ornithose (zie ook vraag 1) ver-oorzaakt is door duiven. Natuurlijk is het risico het grootst bij duivenmelkers, maar iedereen die geconfronteerd wordt met duivenuitwerpselen in de vorm van fijn stof, kan ermee besmet raken. Daarnaast kunnen duiven salmonella verspreiden en schimmelsporen die eveneens maag- en darminfecties kunnen veroorzaken. Op die manier kan een drinkbak voor de hond waaruit ook duiven drinken, een infectiebron worden.

9. Mag mijn hond mij in het gezicht likken?

Het is beter dat u dat niet toelaat. De mondholte van de hond bevat enorm veel bacteriën en daartussen zitten er soorten die ook bij de mens infecties van (vooral) maag en ingewanden kunnen veroorzaken. Niet elke hond is daarmee besmet maar u kunt het gevaar nooit helemaal uitsluiten. Erger nog is het, als u gebeten wordt door een kat of hond want dan kunnen er bacteriën gaan woekeren tussen de huid en de spieren en dat is heel moeilijk te behandelen. Bij honden die door een soortgenoot gebeten werden, veroorzaakt een dergelijke besmetting niet zelden de dood.

10. Ik hoor soms pleidooien voor het toelaten van honden in rusthuizen. Houdt dat geen gezondheidsrisico in voor verzwakte mensen?

Als de hond gezond is en gevaccineerd, regelmatig ontwormd en goed afgericht, en als hij nooit buiten los loopt en uitsluitend voer uit blik of droogvoer krijgt, is het risico beperkt. Meer zelfs, de nadelen wegen dan niet op tegen de voordelen. Uit onderzoek is immers gebleken dat het strelen van een hond de hartslag doet dalen en dat mensen er rustig van worden. Een hond kan heel goed stemmingen aanvoelen en daarop reageren. Een hond als gezelschapsdier is dus een belangrijke troef tegen de stress, en dat overigens niet alleen in rusthuizen.

(Met dank aan prof. Kurt Houf, faculteit dierengeneeskunde UGent)

Partner Content