Gebrekkige therapietrouw bij behandeling van hoge bloeddruk

Morgen, 17 mei, is het Wereldhypertensiedag. Extra aandacht wordt gevestigd op een veel voorkomend probleem in de behandeling van hoge bloeddruk: de therapietrouw, of het al dan niet goed opvolgen van de behandeling.

Naar schatting slaagt slechts 30% van de Belgische hypertensiepatiënten erin hun bloeddruk onder controle te krijgen. Dat betekent dat het overgrote deel van de patiënten – ongeveer 70% – de gewenste bloeddrukwaarden niet bereikt, ook al krijgen ze doeltreffende geneesmiddelen voorgeschreven.

Deze resultaten zijn deels te verklaren door een slechte naleving van de behandeling, een vaak gezien fenomeen bij vooral chronische ziekten in het algemeen en bij hypertensie in het bijzonder, waarvan het belang helaas onderschat wordt. De Belgische Cardiologische Liga en het Belgisch Hypertensie Comité willen zowel patiënten als artsen op dit probleem wijzen en hen aanmoedigen om ervoor te zorgen dat de patiënten zich meer en actiever betrokken voelen bij hun verzorging.

Waarom is het belangrijk om hypertensie te behandelen?

Wanneer specifieke aanpassingen in de levensstijl (meer lichaamsbeweging, gezondere voeding, minder zout- en alcoholverbruik, stoppen met roken enz.) niet voldoende zijn om de bloeddruk te normaliseren, krijgen hypertensiepatiënten een geneesmiddelenbehandeling voorgeschreven door hun arts. Daarmee wil men het risico op een cerebrovasculaire beroerte, hartinfarct, hartfalen en nierinsufficiëntie beperken. Het is klinisch bewezen dat dit risico bij hypertensiepatiënten aanzienlijk daalt wanneer ze erin slagen hun bloeddruk onder controle te krijgen. Behandelingen tegen hypertensie beperken:

  • het risico op een cerebrovasculaire beroerte met 35 tot 40%;
  • het risico op een hartinfarct met 20 tot 25%;
  • het risico op hartfalen met 50%;
  • het risico op nierinsufficiëntie met 50%.

Deze resultaten worden echter enkel gehaald wanneer de medicatie regelmatig en op vaste tijdstippen genomen wordt, in de voorgeschreven dosis en op lange termijn. Met andere woorden: een goede opvolging van de voorgeschreven behandeling is een conditio sine qua non om de bloeddruk doeltreffend te controleren en zo cardiovasculaire complicaties van hypertensie te vermijden.

Het probleem van een slechte opvolging van de behandeling

De experts gaan ervan uit dat in België, net als in de overige Europese landen, slechts 30% van de hypertensiepatiënten erin slaagt hun bloeddruk onder controle te houden met geneesmiddelen. Dat betekent dat 70% van de hypertensiepatiënten een te hoge bloeddruk heeft, ook al kregen ze één of meerdere bloeddrukverlagende geneesmiddelen voorgeschreven.

Hoe vallen deze teleurstellende resultaten te verklaren?

Volgens de experts is het probleem deels te wijten aan een verkeerde inname van de geneesmiddelen. Veel patiënten vergeten namelijk vaak hun geneesmiddelen in te nemen, nemen ze onregelmatig in of stoppen na een tijd definitief met de behandeling.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is deze therapieontrouw een typisch probleem van chronische ziekten. Het fenomeen komt inderdaad voor “in alle situaties waarbij een patiënt zichzelf geneesmiddelen moet toedienen, ongeacht de aard van de ziekte”. Hetzelfde rapport van de WGO meldt dat slechts 50% van de chronische ziekten in de ontwikkelde landen hun behandeling correct volgt. En daar is hoge bloeddruk ook geen uitzondering.

Het belang van een goede opvolging van de behandeling

Het zelf opvolgen en naleven van de behandeling (therapietrouw en ‘adherentie’) verwijst naar de mogelijkheid van een persoon om een behandeling met geneesmiddelen te volgen zoals de arts het heeft voorgeschreven. Men spreekt doorgaans van een bevredigende therapietrouw wanneer ? 80% van de voorgeschreven dosissen daadwerkelijk door de patiënt genomen worden binnen een bepaalde observatieperiode. Meestal verkiest men de term “adherentie” boven “therapietrouw” omdat dit laatste woord suggereert dat de patiënt de instructies van de arts blindelings volgt, terwijl het net belangrijk is om de patiënt bij zijn eigen verzorging te betrekken. Het niveau van het zelf opvolgen van de behandeling kan geëvalueerd worden aan de hand van verschillende technieken. Zo kan men patiënten vragen om bepaalde vragenlijsten in te vullen of om elektronische pillendoosjes te gebruiken.

Gebrekkige opvolging door de patiënt zelf, in het bijzonder bij chronische ziekten zoals hypertensie of diabetes, is een frequent probleem dat echter onvoldoende gekend is bij het grote publiek en dat onderschat wordt door de patiënten en zelfs door het medisch corps.

Een slechte adherentie heeft ernstige gevolgen. Enerzijds slaagt een niet te verwaarlozen deel van de bevolking er op die manier niet in om zijn bloeddruk onder controle te krijgen, met een hoger risico op cardiovasculaire complicaties tot gevolg. Omdat de behandeling niet de gewenste resultaten heeft, worden er bovendien vaak bijkomende geneesmiddelen voorgeschreven, die nutteloos zijn en zelfs gevaarlijk kunnen zijn als ze plots allemaal samen worden ingenomen.

Welke factoren spelen een rol bij een slechte adherentie of therapietrouw?

Een behandeling correct opvolgen is niet zo gemakkelijk als op het eerste gezicht lijkt. Talrijke factoren spelen een rol, zoals het aantal in te nemen geneesmiddelen, het aantal dosissen per dag, de bijwerkingen van de behandeling, de aanwezigheid van andere aandoeningen, het gebrek aan informatie over de ziekte enz. Bovendien heeft hypertensie meestal geen duidelijke symptomen. De patiënt voelt niet noodzakelijk de gevolgen als hij/zij de geneesmiddelen vergeet in te nemen, wat de naleving van de verdere behandeling natuurlijk niet bevordert.

Anderzijds dient opgemerkt te worden dat adherentie een dynamisch fenomeen is, dat kan variëren in de tijd en naargelang de omstandigheden. Zo ziet men vaak een tijdelijke verbetering in de zelfopvolging enkele dagen voor een doktersbezoek of stelt men vast dat de patiënt ’s avonds of in het weekend (“drug holidays”) net vaker zijn geneesmiddelen vergeet te nemen, met soms dramatische gevolgen.

Wat is de oplossing?

Verschillende elementen kunnen de kans op een goede therapietrouw vergroten:

? De betrokkenheid van de patiënt bij zijn verzorging is doorslaggevend. Aangezien de patiënt uiteindelijk de enige verantwoordelijke is voor een regelmatige inname van de geneesmiddelen, is het belangrijk dat hij/zij betrokken wordt bij de medische beslissingen en de opvolging van zijn/haar ziekte. Zo kan men er op aandringen dat de patiënt zelf zijn/haar bloeddruk meet, in samenspraak met de arts.
? Vervolgens is een goede relatie tussen arts en patiënt uiteraard belangrijk. In plaats van de patiënt verwijten te maken wanneer deze de geneesmiddelen vergeet te nemen, dient de arts de patiënt in te lichten over de risico’s van een slechte opvolging van de behandeling, en dienen ze samen naar middelen te zoeken om de naleving in het dagelijkse leven te vergemakkelijken (bijvoorbeeld, het nemen van de geneesmiddelen associëren met een dagelijkse activiteit zoals het tandenpoetsen).
? De behandeling vereenvoudigen (bijvoorbeeld minder dagelijkse dosissen door geneesmiddelen met een langdurigere werking voor te schrijven of tot minder verschillende geneesmiddelen komen door vaste geneesmiddelencombinaties te gebruiken), vooral bij personen die meerdere behandelingen volgen voor verschillende ziektes (bv. hypertensie en diabetes).
? Meer gebruik maken van methodes om de naleving van de behandeling te evalueren en/of aan te moedigen (bijvoorbeeld met elektronische pillendoosjes).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content