© Getty Images/Westend61

Eten volgens je stofwisseling maakt je gezonder

Voor het eerst is er wetenschappelijk bewijs geleverd dat een gepersonaliseerd voedingspatroon, gebaseerd op je stofwisselingsprofiel tot een betere gezondheid leidt. Dit is mogelijk een belangrijke stap richting effectievere voedingsinterventies om chronische ziekten te voorkomen.

Deze conclusie is gebaseerd op jarenlang onderzoek waarbij publieke instellingen zoals Maastricht UMC+ (MUMC+) en Wageningen University & Research de krachten bundelden met diverse kennisinstellingen en bedrijven in de voedingsindustrie.

Gepersonaliseerd

In de praktijk wordt al vaak aangenomen dat gepersonaliseerde voeding positieve effecten heeft, maar voorlopig ontbrak het wetenschappelijk inzicht in de werking en het effect van zo’n voedingspatroon. De onderzoekers onder leiding van hoogleraar Ellen Blaak (MUMC+) ontwierpen daarom een studie waarin 242 deelnemers gedurende drie maanden een voedingsprogramma, dat was aangepast aan hun stofwisselingsprofiel. De geadviseerde voeding voldeed aan de richtlijnen Goede voeding van de Nederlandse Gezondheidsraad. Voor en na dit programma werden telkens de glucose- en vetstofwisseling en de gevoeligheid voor het hormoon insuline gemeten. Insuline speelt een belangrijke rol bij het regelen van de suikerstofwisseling. Dit zijn belangrijke markers om het risico op diabetes en hart- vaatziekten in te schatten. Het onderzoek was dus niet gericht op lichaamsgewicht en afvallen.

Stofwisselingsprofiel

De deelnemers werden ingedeeld in twee groepen op basis van hun stofwisselingsprofiel. Het functioneren van de stofwisseling verschilt namelijk per persoon. De indeling was gebaseerd op hoe goed insuline zijn werk doet in de lever en in de spieren. Bij een verminderde werking van insuline zijn de cellen in het lichaam minder of niet goed in staat om het suikergehalte in het bloed onder controle te houden, waardoor uiteindelijk diabetes type 2 en hart- en vaatzieken kunnen ontstaan. De deelnemers kregen vervolgens op basis van loting een gepersonaliseerd voedingsprogramma.

Mensen die minder gevoelig waren voor de werking van insuline in de spieren bleken meer baat te hebben bij voeding die relatief hoog is in eiwit (bijvoorbeeld veel zuivel en noten) en voedingsvezels (bijvoorbeeld volkoren producten en groenten) en laag is in vet. De deelnemers met een verminderde werking van insuline in de lever hadden dan weer meer baat bij een voeding met veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren (bijvoorbeeld veel olijfolie en noten).

Chronische ziekte

Alle proefpersonen hadden overgewicht (BMI boven 25) en verstoringen in de stofwisseling, maar nog geen diabetes of hart- en vaatziekten. Met gerichte voedingsinterventies kunnen deze mensen de eigenschappen van hun stofwisseling verbeteren en daarmee het risico op chronische ziektes, zoals diabetes type 2, verlagen. Ellen Blaak: “Laten we bijvoorbeeld stilstaan bij diabetes: één van de meest voorkomende chronische ziektes. We hebben een grote nood aan wetenschappelijk onderbouwde preventieve interventies om de gezondheid te verbeteren en het risico op diabetes én andere chronische ziekten verminderen.”

Persoonsgebonden interventies

De bevindingen van dit onderzoek openen de weg richting meer persoonsgebonden interventies, aldus Blaak: “Dit is de eerste studie die aantoont dat het afstemmen van voeding op iemands stofwisselingstype meer gezondheidsverbetering geeft dan wanneer de algemene voedingsadviezen worden gevolgd. Deze stofwisselingstypes kunnen bepaald worden op basis van een eenvoudige suikertest. Dit biedt perspectief voor toepassingen in de praktijk binnen afzienbare tijd. In vervolgonderzoek willen we meer typen stofwisselingseigenschappen bepalen en ook nader onderzoek doen naar hoe die beïnvloed kunnen worden met voedings- en leefstijlinterventies. Ook zullen de testen, die deze eigenschappen meten, verder ontwikkeld moeten worden. Mogelijk zelfs tot een eenvoudige diagnostische of zelftest naar je stofwisselingstype. Dit betekent dat op de wat langere termijn mensen op basis van hun eigen gezondheidshandtekening meer persoonlijke voedingsbegeleiding kunnen krijgen of voedingskeuzes kunnen maken, waarmee ze hun gezondheid kunnen verbeteren en chronische ziekten kunnen voorkomen.”

Bron: Cell Metabolism, Universiteit Wageningen, MUMC+

Partner Content