© Getty Images

Een op de drie vrouwen kampt met verzakkingen: deze oplossingen kunnen helpen

Praten over verzakkingen is niet meteen het meest sexy onderwerp maar wie het gevoel heeft dat er zich een soort ‘bal’ in de onderbuik bevindt, kaart het best aan. Dit fenomeen treft maar liefst 1 op de 3 vrouwen. Zorgt deze uitrekking van het steunweefsel voor klachten, dan zijn er heel wat behandelingsopties.

Inwendige verzakkingen (prolaps) ontstaan wanneer het steunweefsel uitrekt en verzwakt waardoor het de blaas, baarmoeder en darmen minder goed op zijn plaats kan houden. Dit is een van de meest frequente problemen waarmee vrouwen bij hun gynaecoloog aankloppen. “In veel gevallen verloopt het pijnloos. Maar vrouwen die klachten ondervinden beschrijven zo’n verzakking heel treffend als het gevoel dat er een bal onderaan naar buiten komt. Dat komt doordat de bekkenorganen door de verzakking gaan duwen op de vagina”, vertelt gynaecoloog Rob Mooij (Beatrixziekenhuis) die gespecialiseerd is in bekkenbodemproblemen.

Alle leeftijden

Afhankelijk van het type verzakking kunnen de klachten erg uiteenlopend zijn zoals problemen met plassen en ontlasten, pijn bij het vrijen, terugkerende blaasontstekingen, urineverlies of verstopping. Familiale aanleg speelt zeker een rol bij het al dan niet ontstaan van verzakkingen. Een andere belangrijke factor is de schade die het steunweefsel oploopt tijdens een bevalling. Vooral de bevalling van het eerste kind is daarbij meestal bepalend voor het risico op een prolaps. Is er sprake van een aangetast steunweefsel, dan kan verdere druk op de bekkenbodem zoals door hoesten, zware lasten tillen of overgewicht, dit nog meer in de hand werken. “Belangrijk om weten is dat verzakkingen op elke leeftijd kunnen opduiken en hinder geven. We zijn zien zowel vrouwen van 35 als 70 die hierdoor getroffen worden.”

Verschillende bekkenorganen kunnen door zo’n verzakking aan het schuiven gaan. Wanneer vooral het steunweefsel aan de voorwand van de vagina uitgerekt raakt, zal de blaas naar buiten puilen. Is dat het geval voor de achterwand, dan zijn vooral de dikke en dunne darm getroffen en wanneer de bovenzijde uitrekt, zakt de baarmoeder naar beneden.

Bekkenbodem en vaginale ring

Ervaar je hiervan geen klachten, dan wordt er ook geen behandeling gestart. “Preventief optreden heeft hiervoor geen zin omdat dat toch ook nadelen oplevert”, legt dr. Mooij uit. Is die hinder er wel, dan zijn er verschillende oplossingen mogelijk. Een verzakking wordt vandaag multidisciplinair aangepakt, waarbij meestal een combinatie van medicatie, bekkenbodemtherapie en een vaginale ring wordt toegepast. Via gerichte bekkenbodemtherapie met specifieke trainingsschema’s kunnen de bekkenbodemspieren rondom de vagina versterkt worden maar dit kan de verzakte organen zelf niet opnieuw omhoog trainen. Bij heel wat vrouwen is een vaginale ring of pessarium een geschikte oplossing om baarmoeder, darmen of blaas opnieuw op hun plaats te duwen en te houden. Zo’n kunststof ring kan een operatie uitstellen of voorkomen. “Zo’n vaginale ring houdt geen risico’s in en heeft evenmin effect op plassen en ontlasten maar het is soms een heuse zoektocht om het perfect passende exemplaar te vinden. Vergelijk het met het muiltje van Assepoester. Daarnaast moet het pessarium om de 3 à 4 maanden uitgehaald en gecontroleerd worden. Sommige vrouwen ondervinden hierdoor ook meer vaginale afscheiding.”

Bij ongeveer 1 op de 10 vrouwen is een ingreep aan de orde om de verzakking te verhelpen. Kunststofmatjes worden daarbij nog eerder uitzonderlijk gebruikt. Deze matjes zorgden enkele jaren geleden voor grote controverse omdat een deel van de behandelde vrouwen hierdoor de pijnklachten net zag verergeren. “Vandaag hanteren we technieken waarbij door de vorming van eigen littekenweefsel het steunweefsel wordt versterkt zodat het orgaan weer op zijn plaats blijft. In sommige gevallen blijkt dat toch onvoldoende en keren de verzakkingen na verloop van tijd wel terug. Bij zo’n heroperatie wordt dan vaak gekozen om een kunststofmatje aan te brengen maar altijd in overleg met de patiënte.”

Partner Content